PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Interview Idiots

maandag 11 april 2016


Interview

Id!ots is een Belgische rockband met Dick Descamps, Luc Dufourmont, Wouter Spaens & Tom Denolf. Dick en Luc speelden in het verleden nog bij Ugly Papas en Two Russian Cowboys. Luc Dufourmont werd onlangs bekend bij het grote publiek vanwege zijn rol als Roste Luc in Bevergem waar hij samen met David Galle en Gunter Lamoot De Bende van de Roste vormde. In 2014 kwam Id!ots met de naamloze debuutplaat op de proppen. Twee jaar later op 29 februari 2016 lag “II” in de rekken. Op 14 april 2016 speelt de band een clubhow in Het Depot in Leuven waarna er enkele festivaloptredens gepland staan. 

www.musicnews.be had een gesprek met Dick Descamps & Luc Dufourmont.

Met de debuutplaat werden jullie niet echt ten volle opgepikt door de media. Nu staan jullie in bijna ieder medium te blinken. Heeft de rol van Luc Dufourmont in Bevergem hier iets mee te maken volgens jullie? 

Luc: Er is zeker een Bevergem-effect. Met de eerste plaat kregen we ook veel aandacht maar dat bleef vooral onder de radar. Nu wordt hij overal goed onthaald. Er is niet enkel een Bevergem-effect, ‘II‘ is gewoon een goeie plaat. De groep is verder geëvolueerd en dat is duidelijk hoorbaar op ‘II’.

Dick: Los van Bevergem, kregen we allemaal lovende recensies. Als je nu in Bevergem speelt of niet, als je een slechte plaat maakt, kraken ze dat album af. Ik ben wel blij dat we dankzij die serie de cd aan een groter publiek kunnen presenteren. Het is tegenwoordig erg moeilijk om er als band uit te springen omdat er immens veel releases zijn. Als je kan opvallen dankzij een serie als Bevergem, is dat zeker mooi meegenomen. Van mij mag Luc in zoveel series spelen als hij wil! (lacht)

Luc: In september is er weer iets: “Cowboys”. Net zoals in Bevergem heb ik een kleine rol maar je weet nooit wat het met zich meebrengt.

Dick: Het is niet zo dat we snel nummers hebben opgenomen omdat we wisten dat die serie er kwam. De muziek was een proces van twee jaar en het was effectief het plan om die plaat uit te brengen. Natuurlijk hebben we van de opportuniteit gebruik gemaakt om Bevergem er bij te betrekken.

Wat is voor jullie het verschil tussen het debuut en de nieuwe plaat?

Dick: De debuutplaat is helemaal anders. We werkten met een andere producer maar we zijn er nog steeds erg tevreden mee. Ons eerste album klonk logger en was meer beïnvloed door bluesrock. Het was een cd die ontstond vanuit de repetities. We jamden met zijn vieren en waren benieuwd wat dat met zich mee zou brengen. Voor de tweede plaat schreven Wouter en ik de nummers thuis. Met die songs trokken we naar de studio.

Luc: De pre-productie was ook zeer goed dankzij Pieterjan Maertens. Hij is de rechterhand van Jo Francken. Jo was dan weer de mixer van dienst.

Dick: De tweede is meer open en veel diverser. De eerste plaat zat een beetje in hetzelfde elan omdat hij tijdens de repetities ontstond. Doordat we nu thuis sleutelden aan de nummers, klonk hij meteen veel beter.

Luc: Er zit een mooie lijn in en alles hangt mooi aan elkaar. Het is een plaat om in één ruk te luisteren.

Dick: Live merk je dat de mix tussen oude en nieuwe nummers echt wel aanspreekt. Doordat de muziek zo divers is, slinger je constant tussen verschillende sferen. Hierdoor gaat het concert voor de meeste mensen zeer snel en verveelt het nooit.

Luc: We zitten echt op kruissnelheid. We hebben geen problemen op het podium. Soms is onze gitarist moeilijk in te tomen waardoor we schade hebben aan bepaald materiaal. Hij heeft zelfs al schade aan zichzelf gehad, maar dat heeft hij zelf gezocht! Hij was van het podium gevallen. (lacht)

Dick: We krijgen af en toe een schadeclaim van een statief dat kapot is of een micro die we stuk maakten.

Luc: Wouter is ook al eens flauwgevallen. Bij een bepaald nummer brul ik erg hard en staan we hoofd aan hoofd. Normaal duwt hij me weg maar op een bepaald moment kreeg ik geen weerstand meer en viel hij op de grond. We kregen dan de tip van The Sore Losers dat hij een banaan moet eten.

Was er een ander soort opnameproces?

Dick: We hebben alles in verschillende studio’s opgenomen. De drums in Motor Music in Mechelen, gitaren in Track muziekcentrum in Kortrijk en de zang in Roeselare bij Closed Session. Daar hebben ze een arsenaal aan microfoons liggen die andere studio’s niet kunnen betalen. We keken er wel op toe dat de overdubs niet overdreven waren. Een plaat is een plaat en live is live. We moeten ze live kunnen spelen. Het is echt de bedoeling om ze met vier te spelen. We willen er geen extra man bij halen. We zijn vier vrienden maar ook het team op zich is zeer goed. 

Welk opnameproces geniet jullie voorkeur?

Dick: De eerste plaat namen we volledig live op, allemaal samen in één ruimte.

Luc: Bij de eerste legden we het ei na veel optredens. Nu was het rustig aan de nummers werken tussen optredens en andere dingen door. Plots waren ze daar dan: onze kindjes.

Dick: Er is veel geschrapt geweest want je moet zelfkritisch durven zijn. Er zijn soms nummers waar ik mee afkom die de groep minder goed vindt.

Luc: We durven goed zeggen tegen elkaar wat we willen van muziek. Dat is soms hard voor Dick of Wouter wanneer ze lang aan een nummer hebben gewerkt. Iedereen moet er zich goed bij voelen anders is het een ‘no go‘.

Dick: Bij ons is het een democratie. Toen ik bij Ozark Henry speelde, was dat meer een dictatuur. Wat begrijpelijk was omdat hij zijn muziek alleen maakt. Wij zijn een groep en werken er met vier aan dus alle meningen zijn even belangrijk.

Er zitten twee generaties in de groep. Hoe heeft dit invloed op de muziek die jullie maken?

Luc: Dit zorgt voor een arsenaal aan invloeden. Er zijn veel muziekgroepen waar ik nog nooit van gehoord had voordat ik met Wouter Spaens samenwerkte. Dick heeft een mooie bagage aan kennis. Die wisselwerking is mooi om te zien. Bepaalde groepen zien Dick en ik helemaal niet zitten zoals Tame Impala. Wouter is daar dan weer erg grote fan van. Wij proberen het te worden... (lacht)

Dick: Uiteindelijk zitten we met vier decennia samen. Zelf ben ik niet zo hard bezig met hedendaagse muziek. Wat we meenamen uit de jaren 60, 70 of 80 en Wouter en Bram meenemen uit de jaren 90 tot nu kan je samensmelten.

Heeft dit een invloed op de fans?

Luc: Ik denk dat we tamelijk breed zitten qua leeftijd. Het enthousiasme is er zowel bij prille twintigers als bij zware vijftigers. Het is tof om te zien als vader en zoon komen kijken.

Dick: Het gaat van 7 tot 77 jaar. Op een concert stonden eens enkele meisjes alle teksten mee te zingen. Dat was raar omdat niemand van ons ze kende en ze wel fan bleken.

De plaat gaat van erg snedig en kort tot psychedelische rocknummers. Is dit een bewuste opbouw?

Dick: We maken nummers zoals ze er uit komen en dan puzzelen we die samen zodat de plaat coherent klinkt. We kunnen er geen zwaar doom metal nummer opzetten samen met een carnavalsnummer. Hierdoor schrapten we de nummers die te veel naar pop neigden. Op de plaat wilde ik een echt old school seventies nummer, dat is “Crossing Borders” geworden. Wouter had dan “Backk” wat er zeer goed bij aansloot. Ik hoor ook graag altijd een traag nummer op de cd om tot rust te komen.

“Never Look Backk”, “Crossing Borders” zijn stuk voor stuk nummers die over vluchten gaan. Werd dit geschreven met de vluchtelingenproblematiek in het achterhoofd?

Luc: Onbewust is de vluchtelingenproblematiek sterk aanwezig. Dick schreef teksten vanuit een buikgevoel zonder te denken aan die toestanden. Toen we ze daarop projecteerden, bleken ze perfect bij de tijdsgeest te passen. “Never Look Backk” is in eerste instantie niet voor dat geschreven. Als je er dan naar luistert, zijn de teksten daar zeer goed op toepasbaar.

Dick: Je kan een persoonlijke tekst schrijven die toch wat algemeen is waardoor iedereen er zijn eigen verhaal kan uithalen.

Luc: Ik ben heel trots op de teksten en inhoud van de muziek. “Crossing Borders” heeft Dick in vijf minuten geschreven omdat ik mijn werk verloren had op dat moment. Ik werkte altijd op de grens van België en Frankrijk. Toch kan je dat nummer zeer goed toeschrijven aan iemand die van Syrië vertrekt en nooit meer terugkeert.

Dick: We zijn daar onbewust wel mee bezig. We kijken ook naar het nieuws en worden er soms rechtstreeks mee geconfronteerd. In de 4AD in Diksmuide traden we op voor vluchtelingen en wisten we totaal niet hoe ze zouden reageren. We speelden zware muziek en die mensen kwamen van Oosterse landen maar de reactie was fantastisch. Die gasten beleefden de tijd van hun leven. Uiteindelijk ben je daar nog meer mee bezig omdat we met de neus op de realiteit werden gedrukt.

Luc: Doordat er een goeie inhoud in de nummers zit, kan ik mezelf ook meer geven op het podium. Ik ga de boodschap niet rechtstreeks overbrengen maar doe dat subtiel. Je voelt wel dat mensen mee zijn met de tekst. Ik vind het belangrijk dat wat ik zing verstaanbaar is. Je hebt veel groepen waarvan niemand weet wat ze zingen zoals Raketkanon. Dat is dan weer een statement op zich dat perfect bij Raketkanon past. Ik vertel liever een verhaal.

Toen we in De Kreun speelden, hebben we met “Norton” een eigen minuut stilte gehouden naar aanleiding van de aanslagen in Brussel. We spelen dat al zeer lang maar het paste wel in het verhaal. Als het aan mij had gelegen dan had ik Facebook en alle andere sociale media platgelegd. Er moest eigenlijk één dag mediastilte zijn. Het was om gek van te worden die verslaggeving de hele dag. De tweede dag toonden ze op Canvas beelden van het Beursplein met enkel het omgevingsgeluid. Dat was het beste wat ze konden doen. Het zijn zware gebeurtenissen en het is nog lang niet gedaan. Waar gaat het eindigen?! Toch willen we ons niet omschrijven als de Billy Bragg van rock ’n roll. Het moet een feest blijven maar je moet niet blind zijn voor de wereld.

Dick: We zijn ook al bijna vijftig, dan moet je niet meer over meisjes en auto’s schrijven hé. Het moet in je leefwereld aanwezig zijn. Dat geeft ons inspiratie maar we bijten ons er niet in vast.

Op de dag van de release hebben jullie in thuisstad Rekkem verschillende shows gedaan. Vanwaar is dat idee gekomen?

Luc: Dat was een wandeltocht doorheen Rekkem waarbij we in alle gebouwen die er bestaan, van auto’s tot cafés en slagers, speelden. We wilden het record breken en hebben dertig keer opgetreden op één dag. Dat was een super leuke dag en zo leerden de lokale mensen ons ook kennen. Het idee kwam van onze booker. Dit jaar doen we niet mee aan Record Store Day en toen zeiden we aan de toog tegen elkaar “We doen wel een Rekkem Store Day”. Op die manier wisten we ook dat onze nummers goed waren. Songs zijn pas echt goed als ze ook akoestisch tot hun recht komen. Binnenkort gaan we terug een akoestische set doen bij de boekvoorstelling van Joost Devriesere die een boek over vluchtelingen maakte. 

Op “Urang Utang Boogie” werken jullie samen met Roland. Hoe is die samenwerking er gekomen?

Luc: Roland heeft achteraf zijn stuk komen inspelen. Dat was een zangsessie met zijn dobro guitar, wat super was. Roland is een heel grote fan van onze eerste plaat. In het verleden wisselden we platen uit toen wij bij Spokane speelden. We traden toen op in Doornik en daar leerden we hem kennen, tien jaar te laat eigenlijk.

Dick: Binnenkort zal hij wel eens opduiken bij een concert van ons. We zullen dat nummer wel eens moeten repeteren omdat het iets is wat echt in de studio werd opgenomen. Het is een song van in het begin van ons opnameproces. Toen speelden we dat veel zwaarder en Wouter wilde het er per se op omdat hij het zo goed vond. We hadden het al twee keer opgenomen dus ik wilde geen derde keer doen. Toen kwam Pieterjan Maertens met het idee om het eens anders aan te pakken met meer jungledrums en een beetje onderkoeld. Op die manier is het een afro-blues nummer geworden.

Luc: Zo was het heel goed dat Pieterjan Maertens zich bezighield met pre-productie. Hij gaf ons heel goeie tips maar niet dwingend. Meestal vonden we het wel goed als hij iets voorstelde.

Dick: Jo Francken zelf heeft dat ook perfect gedaan. Voor ons is hij de Stig uit Top Gear. Hij is zeer geheimzinnig maar als je dan het resultaat hoort, is dat perfect. Hij weet hoe hij muziek moet produceren en kan dat helemaal opentrekken.

Op “High” zingt Luc Dufourmont de strofes in het Frans. Vanwaar is dat idee gekomen?

Luc: Dat is een deel van mijn leven. Ik voel mij een halve Fransman. Dat was een nummer waar Wouter mee bezig was en in feite is dat gewoon de gebruiksaanwijzing van een wasmachine. Hij kon niet zo goed Frans en loste dat op die manier op. Ik vond dat machtig en we deden dan maar verder in het Frans.

Dick: Als je aan de grens woont dan sluipt Frans er automatisch wel in. Hierdoor hebben we geen probleem om een Franse tekst te schrijven. We zijn beiden fan van Dutronc en Gainsbourg dus we zullen wel nog Franse nummers uitbrengen. Het is een uitdaging.

Luc: Onze eerste try-outs waren in Frankrijk net over de grens. In het Noorden hebben we een schare aan fans die erg trouw zijn. Voor we in België speelden, hadden we toch al meer dan tien keer in Frankrijk gespeeld. Het is een ander publiek, die gasten gaan helemaal uit de bol.

Dick: Hier in België wacht het publiek meer af. Je moet er wat meer aan sleuren. In Frankrijk zijn ze vanaf de eerste noot helemaal mee. Zelf moet je natuurlijk niet als een dweil op het podium staan maar gewoon het enthousiasme overbrengen.

“Pakistan” kon zomaar een nummer van The Rolling Stones geweest zijn. Is dit de grote invloed geweest voor dat nummer? 

Dick: “Brown Sugar” zit daar een beetje in. De riff komt van Wouter en hij zal daar hoogstwaarschijnlijk een invloed van gevoeld hebben. Het was pas achteraf dat we hoorden dat het klonk als The Rolling Stones.

Luc: Ook hier kruipt die vluchtelingenproblematiek er plots weer in. Dat is een verhaal gebaseerd op een Pakistaan die in Rekkem een winkel had zonder veel succes. Na drie maanden was hij al weer weg maar dat was iets leuk om over te schrijven.

Dick: Op die manier kruipen er ook luchtige dingen in de muziek. Het moet een beetje speels blijven en je moet jezelf in de muziek kunnen verliezen.

Luc: Ik denk dat wij een groep zijn die voor veel mensen een opluchting is in deze wereld. Eindelijk nog eens rechtdoor rock ’n roll. Je hebt te veel doemtoestanden in de muziek tegenwoordig zoals post rock en dergelijke. Wij proberen om dat anders aan te pakken.

Dick: Bij de jeugd heb je veel minder mensen die iets leuk maken. Het zijn altijd zware thematieken.

Luc: Bepaalde groepen nemen ook een bepaalde pose aan. Ik vind dat dit niet kan. Wij spelen met onze ervaring. We zijn kinderen van Zappa en van Beefheart. Dat zat vol humor maar ze bespraken wel serieuze problemen.

Dick: Het gaat allemaal om de ingesteldheid die je had wanneer je jong was. Bij ons was er de keuze tussen Simon & Garfunkel en Jackson Browne of Sex Pistols en The Clash. Wij kozen voor het laatste, de rest was voor jeanetten. Achteraf hebben we wel respect gekregen voor die bands.

Luc: Ik ben gelukkig met het orkest dat we nu hebben. Wanneer je naar een optreden van ons komt zien, kan je een uur naar de gitarist alleen staan kijken. Ik ben bang voor Wouter als ik op het podium sta. Die heeft iets speciaal, wanneer de jonge gasten beginnen spelen zijn ze weg voor een lange tijd. We hebben een erg goeie verstandhouding en dat is het belangrijkste.

< Niels Bruwier > 

Id!ots speelt op volgende data:

14/04/16 Leuven, Het Depot
23/04/16 De Panne, Festival Aan Zee
30/04/16 Roeselare, Volta Rock
29/06/16 Doornzele, Rock Voor Specials


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter