PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Cardillac ★★

zondag 3 februari 2019Opera Antwerpen

Cardillac

Met Cardillac van Paul Hindemith uit 1926 presenteert Opera Vlaanderen de dertigste en laatste regie in ons land van regisseur Guy Joosten. Opera Antwerpen is daarvoor een toplocatie omdat de voorstelling is vernoemd naar het hoofdpersonage, een goudsmid. Op een boogscheut van het operahuis bevinden zich immers allerlei goudhandels en diamantzaken. Zeker, het is een verdienste van Aviel Cahn dat ie tijdens zijn periode als intendant van Opera Vlaanderen, ook koos voor niet vanzelfsprekende titels, opera’s die in de vergetelheid zijn geraakt, die bijvoorbeeld gemaakt werden in het interbellum, maar waar wel enkele pareltjes in zitten (zoals ‘Das Wunder der Heliane’ van Korngold). Sommige van die opera’s hebben immers zuiver om politieke redenen hun weg niet gevonden naar het brede publiek omdat de tijdsgeest tijdens of net na de creatie van het werk niet gunstig bleek, of de componist in ongenade was gevallen. Maar net als vergeten groenten, zijn sommige opera’s ook gewoon vergeten omdat ze niet lekker smaken, of een bijsmaak (denken we maar aan pastinaak) hebben. Dat geldt voor Cardillac. Je weet immers al van bij het begin wie de dader is van de verschillende moorden in de stad. Moorden die steeds plaatsvonden nadat het slachtoffer in kwestie zich een juweel had aangeschaft bij Cardillac. Daardoor is de opera geen thriller, geen crimi en al helemaal geen whodunnit, laat staan spannend. Maar eerder iets dat vis noch vlees is en ons wellicht daarom op onze honger liet.

Het zeer strakke, op het constructivistische af gecomponeerde werk, laat geen ruimte voor emotie. Daardoor voelt de productie erg vlak aan. De enige momenten dat er wat diepgang aan de personages die verder nauwelijks body meekrijgen, gegeven wordt, gebeurt – opvallend – tijdens instrumentale momenten. In het eerste bedrijf bij een koppel in een licht erotische scène (met de Duitse mezzosopraan Theresa Kronthaler als De dame in sexy lingerie die tevens tekent voor een roldebuut) waarbij een sieraad geven aan een vrouw gekoppeld wordt met de liefdesdaad, hier ook live muzikaal ondersteund door de dwarsfluiten. In het tweede vraagt Cardillac aan zijn dochter (neergezet door de Californische sopraan Betsy Horne in een roldebuut) om te letten op zijn goudschat, wat dan weer begeleid wordt door viool en hobo. In het derde bedrijf van de honderd minuten durende voorstelling, is het controversiële einde dat we voorgeschoteld krijgen dan weer een van de zeldzame boeiende momenten. De dader, Cardillac, bekent dan. Maar de gemeenschap straft hem niet. Integendeel, hij wordt als een held aanzien. De inquisitie die in het begin van de opera dreigt via de brandende kamer, geldt niet voor hem, hoewel hij meerdere doden op zijn geweten heeft.

Immers, Cardillac is als goudsmid een alleenheerser (we zien de Brit Simon Neal in zijn roldebuut als een extravagante koning met gouden kroon) en die wil niet dat zijn creaties hem verlaten. Maar uit economische noodzaak kan ie niet anders. Een artiest dankt zijn status nu eenmaal aan zijn publiek. Er moet dan ook over hem gesproken worden. Maar hij kan dus geen afstand doen van zijn werk waardoor ie eigenlijk in een spagaat verkeert door tegen de ketting productie-ruilverkeer te zijn. De man heeft kortom het gevoel bestolen te worden wanneer men bij hem koopt. Maar net die psychologische laag is veel te weinig uitgewerkt in deze opera en niet zelden komt Neal niet verder dan een schertsfiguur neerzetten, die over the top en excentriek is.

Het speelvlak waarvoor de Duitse decor- en kostuumontwerpster Katrin Nottrodt tekende is al even strak als de partituur. Een bijna leeg podium zien we waarbij een zwarte metalen constructie kan kantelen in een / om het liefdesnest te tonen van De Dame of later de goudschat van Cardillac en een om de brandende kamer (met rook en rode belichting) weer te geven via het vierkanten gat in het midden. Verder verwijst de productie naar de film noir, naar de film Metropolis uit 1927, waarbij de stad als een angstig gegeven wordt gepresenteerd waar individuen in de massa hun identiteit verliezen bij de start wanneer zwart-wit video die in het huis zelf gefilmd werd op een doorschijnend doek geprojecteerd wordt terwijl we daarachter het koor en figuranten over en weer haastig zien wandelen. Die combinatie levert een soort gezichtsbedrog op waarbij je het gevoel hebt dat er meer volk staat op de scène dan werkelijk het geval is. Veel zwart-wit kleurgebruik komt daar trouwens ook aan te pas, wat fel contrasteert met het goud, de weelde van Cardillacs wereld die we later te zien krijgen.

Hoewel we niets aan te merken hebben op de prestatie van het Symfonisch Orkest en het Koor van Opera Vlaanderen en de solisten (op het acteerwerk van Neal na dat er wat over gaat) onder leiding van de voormalig chef-dirigent van Opera Vlaanderen: Dmitri Jurowski, onthielden we ons van enig applaus achteraf. Simpelweg omdat deze opera gewoon terecht een vergeten opera is, omdat die inhoudelijk, dramaturgisch en qua uitwerking van personages en hun psychologie te zwak is. Dat de man die rechts naast ons zat als enige in de zaal tijdens de première daar wel een ‘bravi’ voor over had, toont aan dat smaken erg kunnen verschillen. Hoe dan ook, Cardillac haalt zelden de affiches in buiten- en binnenland. De laatste keer dat het werk op scène werd opgevoerd in ons land dateert van 1961 in de Munt. Aan u dus om te overwegen om het er al dan niet op te wagen naar deze voorstelling te gaan zodat u achteraf kan uitmaken of deze vergeten opera terecht vergeten is (wat ons standpunt is) of u er een andere mening op nahoudt. 

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter