PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Olafur Arnalds

woensdag 14 maart 2012Botanique Brussel

Olafur

Even aanschuiven vanavond voor het concert van veelbesproken Ólafur Arnalds, afkomstig uit IJsland. Hij heeft tot nu toe twee albums uit, alsook enkele EPs. Vorig jaar nog mocht hij zorgen voor de officiële soundtrack van ‘Another Happy Day’, een film met onder andere Demi Moore.

Na een twintigtal minuten rijtje vormen doorheen het hele gebouw, kunnen we eindelijk de zaal betreden. De Orangerie hult zich vanavond in gedempt licht, de stoelen zijn uitgeklapt, alles op het podium staat opgezet en de toeschouwers zijn ook talrijk aanwezig. Minder verwachtten we dan ook niet, een hele tijd geleden waren er al geen tickets meer te verkrijgen. Wanneer de enkelingen die deze avond geen comfortabel zitje konden bemachtigen zich op de trappen zetten, kunnen we eraan beginnen.

Een bedeesde jonge kerel komt het podium op. Hij nestelt zich achter een zwarte vleugelpiano waarop, behalve een laptop met zelf ontworpen logo erop gekleefd, ook heel wat andere elektronische snufjes geplaatst zijn. In de buurt van het fantastische instrument staat ook nog een keyboard.  Hij begroet ons met een zuinige “hello”, inclusief IJslands accent, en vraagt hoe het met ons gaat. Vanuit sommige hoeken van de zaal klinkt “fine”. Iemand roept “and you?”. Hij antwoordt ons met dezelfde woorden die wij zopas over onze lippen joegen “I’m fine, thank you”.

Het publiek reageert maar matig dus probeert Arnalds nog eens. Hij vraagt of er mensen in de zaal zitten die er een jaar geleden ook bij waren. Sommigen reageren, de meerderheid vraagt zich af wanneer het optreden nu effectief gaat beginnen. De sfeer vanavond heeft meer mee van die van een theatervoorstelling dan van een echt concert.

Hij start met een experiment “to lighten up the mood”, wat hij nodig vindt omdat al zijn liedjes over deprimerende onderwerpen handelen. Arnalds vraagt ons luchtig of we kunnen zingen en zegt dat hij onze hulp nodig heeft. We mogen het niet verpesten, dat deden ze gisterenavond immers al. Maar eerlijk zoals hij is, vermeldt hij er ook nog bij dat hij dat elke avond zegt. Het publiek is het er unaniem over eens, zo blijkt uit het goedkeurende gelach, Arnalds weet te charmeren. En we hebben nog niets van z’n muzikale pareltjes te horen gekregen.

Hij vraagt ons enkele seconden G aan te houden, zonder ademen of andere geluiden te maken. De man laat ons het bandje horen en zegt dat het niet al te slecht klinkt. Hij heeft geen autotune nodig dus. Daarna vraagt Ólafur ons hetzelfde te doen voor A, in crescendo. Hij bewerkt ze wat met z’n laptop en het klinkt op slag al een stuk beter. Arnalds verklaart waarom hij dit doet. Telkens wanneer hij nummers schrijft, creëert hij een soort van sfeer voor zichzelf om het beste uit z’n sessie te halen. Improviserend brengt hij ons een magnifiek pianostuk om het concert in te zetten. Hij laat zich hierbij leiden door de daarnet opgenomen samples.

Al bij de eerste noten is duidelijk dat we hier te maken hebben met een pro. Als je à l’improviste zo’n fantastisch mooi stuk uit je mouw kunt schudden, ben je geen beginner meer. De zaal is muisstil, het storende geronk van de ventilatoren en het gekraak van de tribune niet meegerekend.

Daarna verschijnt Arnalds’ strijkersensemble, vandaag bestaande uit slechts twee muzikanten. De violist vindt nergens zijn strijkstok en verdwijnt even terug backstage. Ólafur vertelt ons lachend dat vandaag een speciale dag is voor hem. Zijn optreden vanavond is de 300ste keer dat hij voor een publiek staat. Uiteraard volgt er applaus. Hij voegt er lachend ook nog aan toe dat de laatste keer dat hij in de Orangerie speelde ongeveer 75 shows geleden was en verdient daar nogmaals gelach mee van het publiek. De violist komt weer tevoorschijn en ontdekt dat zijn strijkstok al die tijd al op de vleugelpiano lag.

Ondanks het erg gesofisticeerd klinken van z’n composities, gaat er vaak een dagdagelijkse betekenis achter schuil. Arnalds loodst ons samen met violist en cellist doorheen de zwaar beladen, alsook de iets luchtigere werken die stuk voor stuk diamanten zijn en blijven verbazen. Vele toeschouwers zitten er dan ook met open mond bij en lijken even hun mogelijkheid van het spreken te hebben verloren. Het is enorm fijn om eens geen gepraat te horen tijdens een concert.

Hoogtepunten van deze avond zijn ongetwijfeld ‘Poland’, geïnspireerd door Poolse wodka en de avonturen die ze daar al hebben meegemaakt. Arnalds zegt dat het lied bewijst dat niet alle triestige liedjes geïnspireerd moeten zijn door heartbreak. Ook geweldig is  ‘Ljösid’, wat oorspronkelijk bedoeld was voor een reclame voor badkuipen en douches. De muzikant vindt het leuk om in zijn vrije tijd de commentaren op zijn Youtube videos te lezen en moet telkens lachen omdat mensen denken dat hij dit schreef met de mooie IJslandse natuur in z’n achterhoofd. Ook ’37:04’, met indrukwekkende vioolsolo, kan zeker tot deze reeks geteld worden.

Nu en dan voegt hij elektronische klanken en ook een gesamplede vrouwelijke stem toe, wat soms doet twijfelen aan de puurheid van zijn liedjes.  Soms wel begrijpelijk met slechts de helft van een strijkerskwartet, een afleidingsoffensief moet dan immers ingezet worden. Wat vrij raar is, aangezien er al stevige rockbands door deze zaal gepasseerd zijn, lijken de luidsprekers van de Botanique de klanken geproduceerd met de keyboards en computer niet altijd aan te kunnen.

Het publiek, alsook de drie op het podium, lijken er enorm van te genieten en het einde komt zo veel sneller dan verwacht. De tijd gaat immers veel sneller wanneer je je amuseert. Zo verlaten Arnalds en de zijnen al snel het podium, al buigend en zichtbaar erg dankbaar voor de positieve reacties.

Het publiek heeft zich al de hele avond kalm moeten houden en houdt dus na z’n set een lang applaus aan dat gepaard gaat met oorverdovend geroep. De duidelijke overdonderde Arnalds komt terug op het podium, maakt opnieuw een buiging en de bescheidenheid lokt zo mogelijk nog luider applaus uit. Hij zet zich weer achter zijn piano en brengt ons het wondermooie ‘Lag Fyrir Ömmu’ letterlijk ‘lied voor grootmoeder’: een eerbetoon aan zijn overleden grootmoeder en waardige afsluiter van de avond. Hij legt zijn ziel in dit laatste nummer en op gegeven momenten lijkt het net alsof hij in tranen kan uitbarsten. Het publiek voelt mee met hem, misschien met de tragische gebeurtenissen die zich gisteren afspeelden in Sierre in het achterhoofd. Samen genieten we voor de laatste keer van z’n wondermooie spel.

We hadden sterk onze twijfels of Arnalds ons zou kunnen blijven boeien, tenslotte is zijn muziek overwegend klassiek en daarenboven nog eens zonder vocals. Het is ontzettend moeilijk om mensen zo een uur te blijven boeien. Kunt u het antwoord raden als we zeggen dat we de ganse avond met kippenvel toe hebben zitten kijken?

< Yne Van De Mergel >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter