PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Mitridate Re di Ponto

zondag 15 mei 2016Tour and Taxis Brussel

Mitridate

“Mitridate, re di ponto” is Mozarts eerste opera seria die hij op veertienjarige leeftijd op welgeteld drie maanden schreef. Het stuk kende zijn première op 26 december 1770. Het libretto is gebaseerd op de tragedie van Jean Racine. Kort samengevat gaat het over de Koning van Pontus, Klein-Azië die zijn dood in scène zet om te zien wat zijn twee zonen dan gaan doen. Het stuk gaat dus over trouw en ontrouw, broedertwist, en de liefde – uiteraard – zorgt voor de nodige intriges. Mitridate is verloofd met de Griekse prinses Aspasia (de Nederlandse sopraan Lenneke Ruiten). Maar tijdens zijn afwezigheid blijkt duidelijk dat zijn zoon Farnace (de Australische contratenor David Hansen) verliefd op haar is. Zij beantwoordt zijn liefde niet omdat ze op zijn broer Sifare (de Griekse sopraan Myrtò Papatanasiu) verliefd is.  Mitridate (de Amerikaanse tenor Michael Spyres) is de anti held die op het einde uit het (politieke) leven stapt omdat hij niet onder de Romeinse overheerser waar een van zijn zonen een verbond mee aanging, wil leven.

Oorspronkelijk was het de bedoeling van de Munt om een regie van Robert Carsen naar het Muntpaleis te halen. Helaas kon die productie niet in de tent, waardoor het operahuis een wedstrijd uitschreef die uiteindelijk gewonnen werd door Jean-Philippe Clarac en Olivier Deloeuil van Le Lab. Zij laten de strijd om de Griekse afspelen in de marge van een Europese top, een crisisvergadering zeg maar. Dat politieke – met onder andere een visuele verwijzing naar het pak frieten dat Merkel ooit ging halen – is dermate aanwezig en de pers wordt behoorlijk karikaturaal en eenzijdig afgeschilderd als sensatiebelust waardoor deze regie niet zelden het hoofdthema: trouw, ontrouw en liefde doet ondersneeuwen.

Zeker, de opkomst van Mitridate wanneer blijkt dat ie toch niet dood is, in de zaal begeleid door witte spots die over de ganse zaal zich richten, en live door de camera’s in beeld gebracht, voelt aan als een politieke meeting. Maar het publiek speelt zijn rol – matinee of niet – maar matig door hem een pover applaus te geven. Waarom? Omdat er helemaal nog geen binding tussen publiek en deze rol gemaakt is. De toeschouwers hebben dus helemaal geen emotionele band kunnen opbouwen. Het idee is dus goed, maar het beoogde effect mist deels zijn doel. Ook op andere momenten wanneer een zoveelste nieuwsflash op de schermen te zien is,  haalt dat de aandacht weg van bijvoorbeeld een knappe solo. Jammer is tevens dat de live beelden er niet in slagen om lipsynchroniteit te garanderen. Daartegenover staat een subtiele sensuele scène in het tweede bedrijf tussen Sifare en Aspasia waarbij de regie de spanning vakkundig en traag opbouwt tussen de twee die elkaar gedeeltelijk uitkleden.

De kracht van dit werk ligt onmiskenbaar in de erg moeilijke partituur die Mozart voor zijn solisten schreef. Niet zelden hebben we het gevoel in het Muntpaleis dat de componist flirt met het uiterste halen uit de menselijke stem. De muzikale hoogtepunten zitten zonder twijfel in het tweede bedrijf in aria 14 voor Aspasia bij “Nel Grave tormente” (“In de zware kwelling, die mijn hart verdrukt, verdwijnt al mijn gemoedsrust. Ik kan niet weerstaan aan deze felle strijd, en plicht en liefde verscheuren mijn hart.”) en aria 13 “Lungi da te, mio bene” (“Als u verlangt, mijn liefste, dat ik ver van u verdwijn, denk dan niet aan de pijn die u voelt, mijn liefste. Ik vertrek, schoonheid, vaarwel, want als ik nog langer bij u blijf, vergeet ik al mijn plichten, en ook mezelf. “) waarbij Sifare prachtig begeleid wordt door een zeer melodieuze hoornpartij waar de warme klank van het koperblaasinstrument, het breekbare en tevens het formelere karakter ervan prachtig past. Het levert de productie een terechte “bravo” op na het nummer. Dat de Franse dirigent Christophe Rousset deze hoornspeler als eerste liet rechtstaan van het symfonieorkest van de Munt op het einde van de voorstelling is dan niet meer dan terecht.

De klasse van de stemmenregie wordt opnieuw onderstreept op het einde van datzelfde bedrijf in nummer 18, het duet tussen Sifare en Aspasia waarbij de stemmen van Papatanasiu en Ruiten prachtig blenden tijdens “Se viver non degg’io, Se tu morir pur dei, Lascia, bell’idol mio Ch’io mora almen con te.” (“Als ik niet mag leven, als u moet sterven, laat me dan tenminste, liefste, samen met u sterven.”).

Op enkele ongelukkige regiekeuzes na hebben we dus erg genoten van deze Mitridate, re di ponte.

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter