PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Youp van t Hek ★★★★★

donderdag 12 december 2019Arenberg Antwerpen

Youp

Met de kennis van nu kunnen we stellen dat Youp van ‘t Hek de allergrootste cabaretier is van de Lage Landen. Maar dat hoeft u vooral niet letterlijk te nemen. 65 is ie net geworden en de Nederlander beseft dan ook dat zijn toekomst steeds korter wordt. Maar met wat voor een spelplezier staat ie bijna twee uur aan een stuk zonder pauze – een hilarische verklaring voor die keuze heeft ie overigens ook – met het flukse en guitige van een jongetje van zes dat voor het eerst op het podium staat. Wat Youp van ‘t Hek zo fantastisch maakt live is dat ie niemand spaart, tegenstellingen gebruikt als stijlfiguur (eerst paait ie de homogemeenschap wanneer ie stelt dat mannen even goed, of misschien nog beter dan vrouwen andere jongens bij hun erecties kunnen helpen, om enkele minuten later alle ranzige scheldwoorden boven te halen van het type ‘ridders van de bruine dreef’ om deze groep te schofferen), ijzerscherp is in zijn maatschappijkritiek waar ie het steeds maar toenemende politiek correct willen zijn magistraal de mantel uitveegt, maar vooral ook in de beelden die hij moeiteloos weet op te roepen bij zijn publiek en in de structuur van zijn voorstelling aantoont hoe geniaal hij is. Niet een keer, maar liefst 4 keer maakt ie de cirkel rond en brengt ie alles samen. Eerst via een – spoiler alert - vals einde ‘Op een dag gaat bij mij de telefoon. Ja, ik dacht ook dat het afgelopen was …’, vervolgens via het echte einde, de bis (hoe het afgelopen was met een student die niet beschikbaar was op zaterdag, de dag dat Youp van ‘t Hek oorspronkelijk voorstelde om elkaar te ontmoeten. Maar van hem te horen kreeg of het ook op vrijdag kon omdat het een werkje voor school was, waarop Youp van ‘t Hek hem al meteen mocht. Zelf zat de cabaretier vroeger achteraan in de klas met zijn klasgenoten, een houding aannemend alsof ze met de ziekenwagen waren gebracht) en de manier waarop ie na het buigen afgaat (een verwijzing naar zijn leeftijdsgenoten waar ie de spot mee drijft. Zestigers die nog wat maniakaal gaan joggen of de hippe vogel proberen uit te hangen – met knielappen aan - door te skeeleren in het Vondelpark).

Met ‘Met de kennis van nu’, begeleid op accordeon door Youp van ‘t Heks eenmansorkest Rens van der Zalm die tevens ook viool en de akoestische gitaar bespeelt tijdens de voorstelling, opent de cabaretier. In dat geweldige openingsnummer heeft ie het over vroeger ‘Alles wat recht was, lulde ik krom’ en nu ‘Alles is rooskleurig nu. Alles gaat zo goed. Vroeger had zo veel meer jus.’ Daarop komt ie inhoudelijk terug wanneer ie het heeft over een relletje met Paul De Leeuw die hij als ‘pisnicht’ beschreef er fijntjes aan toevoegend dat zijn Nederlandse collega nu toch ook niet bekend staat als de man die een blad voor zijn mond neemt. Het is een fenomenale pointe, een zijsprongetje in zijn scène over ‘of je vrijuit kan spreken aan de telefoon.’

Youp van ‘t Hek heeft onlangs enkele optredens moeten annuleren in Rotterdam omdat ie onwel was geworden. Dat roept wel wat vragen op bij sommige fans wat ie uiteraard recupereerde in zijn voorstelling (net als de eis van zijn voormalige leerkracht a.k.a. de oude fiets die hem ‘bijles wiskunde’ gaf om een mooi snoepreisje cadeau van hem te krijgen wat ie dan later zou kunnen aftrekken als onkost voor de show). Over geld gesproken, Youp van ‘t Hek windt er geen doekjes om. Hij heeft zijn schaapjes al lang op het droge. Het biedt hem de mogelijkheid om de Nederlanders die in Vlaanderen, Brasschaat o.a., zijn gaan wonen heerlijk te schofferen: ‘Ik kan dus Nederland nog wél betalen. Losers!’

Naast de openbare televisie (steeds dezelfde omroepbobo’s die op de NPO worden opgevoerd die voor een bejaard en seniel publiek volgens de statistieken tv aan het maken zijn) en het openbaar vervoer (in een heerlijke en o zo herkenbare scène over hoe ie dreigde te laat te komen op zijn eigen show door een kabelbreuk en de zwakke communicatie van de NS, Youp verstond geen jota van wat de conducteur omriep, aankaart), maakt ie ook komaf met de Hollandse elite, de snobs die al dan niet hebben kunnen genieten van een bilnaadnatje in hun studententijd (waarbij ie vermoedt dat Willem-Alexander vroeger daar ook gelikt moet geweest zijn). Zo steekt ie treffend de draak met mannen die hun truitje rond hun hals binden terwijl ze een botoxteefje met vrij willige schaamlippen aan de hand hebben. (Schaam)lippen die ze hebben laten steken waarvan ie zich afvraagt of die wat goed pijpen.

Ook de exclusieve wijnproeverij voor OSM (‘Ons Soort Mensen’, de rijken n.v.d.r) en het publiek dat dit soort evenementen aantrekt die bereid zijn om een fles van 500 euro per stuk te kopen, geeft ie er van langs. ‘Hij kocht 12 flessen. Dat is 6.000 euro! Daar moet ik een dag voor werken!’ klonk het gespeeld verbouwereerd. De Nederlander vraagt zich dan ook af waarom ie zich liet opnaaien door dat ‘stelletje kakkers’ en prompt met een ‘Doe mij er maar 24!’ er een schepje bovenop deed. Later kreeg ie te horen kreeg dat deze flessen wellicht op hun best zullen zijn over 25 jaar. ‘Dan ben ik 90!’ wist Youp van ‘t Hek die vanaf nu met de gedachte moet leven dat ie – letterlijk en figuurlijk – van sommige dingen die later op hun best zullen zijn nooit zal kunnen proeven ook omdat de kans groot is dat zijn smaakzin tegen dan door de hoge leeftijd aangetast om niet te zeggen volledig verdwenen zal zijn.  Genadeloos was ie in zijn beschrijving wat voor soort mensen naar dat soort evenementen gaan, zoals de bankier die lacht ‘Ik heb de bank van binnen uit beroofd.’ of de man uit de farmaceutische industrie: ‘Ik heb het land beter gemaakt maar vooral mezelf.’ om uiteindelijk te horen te krijgen dat je de wijn moet vertroetelen in je kelder waarbij Youp een Dutrouxgevoel kreeg.

Mensen waar iets mis mee is, ook dat gevoelige thema behandelt hij door Wouter, de zoon van een van zijn jeugdvrienden, Karel, te betrekken bij de voorstelling. Een jongen waarmee hij een vaste afspraak heeft om samen pannenkoeken te gaan eten. Een jongen die vroeger in de zaal zat, maar nu als ie er is, de show vanuit het zijtoneel volgt. ‘Hij keek wel eens op zijn smartphone of maakte foto’s met flits.’ klinkt het waarop Youp van ‘t Hek meteen ook een aantal toeschouwers in de Arenberg op héérlijke wijze op hun plaats zet. De sterkte is dat ie er op het moment zelf niets van zegt, maar dat even achter houdt om dan genadeloos toe te slaan. Ook mensen die de cabaretier van repliek willen dienen tijdens de voorstelling, of na de show hem nog wat willen lastigvallen (‘meestal zijn het dikke mannen met een mening’ maar blijkbaar soms ook een vrouw die een alzheimergrap niet kon slikken: ‘Dat heeft u me zopas al verteld mevrouw!’), moeten eraan geloven. We komen nauwelijks bij van het lachen wanneer Youp Wouter over een tragisch figuur quote: ‘Hij is niet helemaal goed!’

Ook hier gunt ie Wouter een hoogtepunt wanneer ie het voorprogramma van Youp van ‘t Hek deed op de crematieplechtigheid van diens overleden papa, Karel en een knappe tekst bracht – dé verrassing van de plechtigheid met dubbele r - die schitterde in zijn eenvoud.  Zo’n tekst waar zelfs een professional als Youp van ‘t Hek zich bij afvroeg hoe hij in godsnaam daar nog overheen kon gaan. Een speech geven op zo’n plechtigheid is niets voor Youp, gaf de cabaretier mee. Hij was gewoon te laf om nee te zeggen. Of hoe de Nederlander ook gewoon zijn kleine kantje durft te tonen.

Met een grap over een man die in de woestijn op zoek gaat naar seks, deed ie het. Na zoveel jaren zwerven en zonder succes seks te hebben proberen hebben met zijn kameel komt ie een beeldschone vrouw tegen die als in een fata morgana autopech heeft en alles in ruil wil doen als hij haar kan helpen … Een grap die zijn vrouw – ‘Ja doe maar Youp. Doe maar …’ (‘Ze is iemand die weet met wie ik bel ook al wordt er geen enkele naam vermeld tijdens het gesprek!’) misplaatst vindt. Maar haar dreigement: ‘Ik ga godverdomme van je!’ beantwoordt ie droogweg polonaisegewijs, wat kennelijk altijd werkt in Tilburg, met het motto: ‘We gaan door. We gaan door. Ook al weet ik niet waarom. Ook al weet ik niet waarvoor.’

Lachen met de dood doet Youp van ’t Hek als geen ander, een thema dat ie ook behandelt in de song ‘Niemand weet hoe laat het is’. In zijn jonge jaren zat ie met zijn jeugdvrienden wel eens in een donkere fase waarbij gedachten als ‘Het is nog wel een eind naar de urne’ naar boven kwamen. Neergaan van het lachen doen we wanneer ie crematoriummedewerkers en het sfeertje errond treffend beschrijft.

‘Wat je later worden wil? Gelukkig. Daar kan je niet van leven.’ mag dan wel als antwoord er bonk op zijn, wij gingen naar huis op een wolk, met een gelukzalige glimlach op onze naturelle lippen, met kriebels in de buik alsof het onze allereerste keer was dat we in een theaterzaal geweest waren. Wat een grand cru van een show is ‘Met de kennis van nu’. Zo’n grand cru die je prompt wil gaan vertroetelen in je kelder. En wat een ongeëvenaarde klasbak is Youp nog steeds op zijn vijfenzestigste! Wanneer sommigen een tyfushekel aan je hebben, heb je het gemaakt. Zo is dat.

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter