PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Op een bankje, op een dag ★★★

maandag 5 oktober 2020KVS Brussel

Op

Ja het was koud daar in openlucht achter de KVS. Maar er was thee. Gemberthee nog wel. En het zorgde meteen ook voor het enige ontwapenende en “echte” moment tijdens de voorstelling. Die taakverdeling tussen Maaike Neuville en Roy Aernouts, waarbij zij het initiatief nam en hij vooral toekeek en uiteindelijk door haar geregisseerd moest worden hoe hij kon helpen. Maar vooral ook het moment dat ze het gevoel had dat de thermoskannen niet langer meewilden. Die dekselse pompsystemen toch. Dat het een première was en dat ze dat stuk nog niet eerder konden oefenen, klonk het dan. En ook, grappend, dat er om half negen nog een voorstelling was voor zij die naast een bekertje hadden gegrepen.

Wat zo heerlijk is aan heel wat theaterteksten is dat ze lijken alsof ze ter plaatse ontstaan. Omdat ze zo’n naturel in zich hebben. Of de boventiteling die links te zien was op een scherm ermee te maken had, laten we in het midden. Feit is ook dat naast het spel en wellicht ook omdat het de eerste was, Op een bankje, op een dag wat té gescript, overduidelijk op voorhand gedefinieerd, afgemeten en nauwelijks natuurlijk in de oren klonk. Daar kan het duo alvast de volgende voorstellingen nog in groeien, de tekst wat loslaten en er wat vrijer mee omgaan, wat meer zijn en minder spelen. We voelden het dus (nog) niet, dat er iets geweest is tussen die twee. Tien jaar geleden al in het eerste deel ‘Twee mensen praten...misschien’ van hun trilogie die met ‘Op een bankje, op een dag’ nu over de helft zit.

Lag het aan het feit dat Maaike alvast haar efemere bevinding van het stuk zelf had uitgetikt die geen rekening hielden met een slechte zit? Een tekst die wij na de voorstelling uit pure nieuwsgierigheid ook opvroegen en u onder deze recensie kan (na)lezen? Feit is dat we in onze notities halfweg de voorstelling over Maaike het volgende schreven: ‘Wat een ambetant mens’, ‘Hoe hoogdravend’ en mocht het woord nog niet bestaan we zouden het uitvinden: ‘wat een voorbeeld van woman’s plaining’. Om maar te zeggen dat we Roy’s geduld eindeloos vonden. En straf dat ie uiteindelijk dan toch het gewoon afbolde (om weliswaar niet veel later terug te komen).

Roy is tijdig op de afspraak aan het bankje waar ze twintig jaar eerder hadden afgesproken om elkaars vragen te beantwoorden. Hij twijfelt al meteen of het geen vergissing was van hem om te komen omdat hij weet dat ze niet gaat komen. Maar ze verschijnt wel, twintig minuten te laat weliswaar. 20 jaar en 20 minuten heeft hij op haar moeten wachten. Maar waarom kwamen ze? Om te zien of de ander wel gekomen was?

Roy stelt dat als je wacht de tijd lang duurt en hijzelf de verpersoonlijking van het wachten geworden is. Hij is vrij, heeft zich al die tijd niet gebonden. Zij wel wat hij bekritiseert met: ‘Gij legt uzelf aan banden en wilt er daarna uitbreken’. En ze heeft kinderen. Boy, een jongen van 2,5. ‘Ge wist dat het maar één letter verschil was’ klinkt het uit Roy’s mond waarbij hij zinspeelt dat de naam van Maaikes kind ook verwijst naar hem.

Ewout zorgt voor de muziek en is als straatmuzikant net om de hoek goed te verstaan maar hij onderbreekt de sfeer die op zijn zachtst gezegd gespannen en ook wat stroef/gespeeld vlot verloopt tussen het duo. Reggae speelt ie en de manier waarop hij Bob Marley vertolkt kan Roy niet bekoren. Te veel oneer doet ie ‘m aan volgens hem. ‘Gij zijt gewoon ne miskende muzikant omdat hij durft wat jij niet kan.’ repliceert Maaike. Songteksten als ‘Emancipate yourself from mental slavery none but our self can free our minds’ uit Marleys ‘Redemption Song’ en Elton Johns ‘Sorry seems to be the hardest word’ integreerde de voorstelling. Opvallend bij die laatste is dat Maaike ‘What have I got to do.’ en ‘It‘s a sad, sad situation’ zegt en in die eerste zin niet vervolledigt. ‘To make you love me’ spreekt ze dus niet uit.

Op een bankje, op een dag gaat dan ook over een onmogelijke liefde (met dank aan de efemere bevindingen van Maaike om dat even te bevestigen want noch de promotekst noch de perstekst laat dat woord vallen) waarbij wederzijdse gevoelens niet (langer) uitgesproken kunnen worden. ‘Heb ik het juist begrepen dat je daarnet zei: we zijn nog geen koppel?’ vraagt Roy waarop zij antwoordt: ‘Nee dat heb je verkeerd begrepen.’ Ze zit dus in de ontkenningsfase en liegt nog ook. Met ‘om iets te doen lukken moet je geloven dat het lukt’ verwijst Maaike naar self-fulfilling prophecy wanneer Ewout ‘Hallelujah’ van Leonard Cohen zingt en zich daarbij net als bij de andere songs begeleidt op gitaar. Maaike vraagt daarbij ook aan Roy of hij nog in de liefde gelooft.

Zij verpersoonlijkt bindingsangst terwijl hij eerder lijdt aan verlatingsangst. En die tip van haar moeder om alles imaginair uit te kleden zodat je er geen angst voor zou hebben, blijkt dus al met al nog niet echt het beoogde resultaat te halen. Als Maaike dat met haar toekomst doet, schiet er op den duur nog ‘kom’ over, doet Roy dat met Maaike is dat ‘ai’.  

Jammer dat er enkele onlogische scènes in het stuk zitten. Zo vraagt Roy Maaikes telefoonnummer die ze weigert te geven omdat ze vreest dat er dan iets ergs onuitgesproken uitgesproken zal worden. Niet veel later horen we echter dat Maaike Roy geboekt heeft voor een optreden en wanneer hij het afgetrapt is, wil ze hem bellen, maar dat kan niet omdat ze niet toegestaan heeft om telefoonnummers uit te wisselen. Wat daar zo vreemd aan is? Als ze hem geboekt heeft, heeft ze wél zijn gegevens, of op zijn minst die van zijn agent … Hier voel je dat de voorstelling zich wat vastrijdt en in bochten begint te wringen.

Conclusie: Op een bankje, op een dag vonden we al met al gewoon. U mag daar gerust - indien dat u beter uitkomt - Maaikes bedenking aan toevoegen: ‘Als iemand gewoon zegt is het nooit gewoon’.

< Bert Hertogs >

Maaikes efemere bevinding:

Ik heb er lang over nagedacht.
En ik heb geprobeerd om de omstandigheden weg te denken.
De kou, de regen, mijn pijnlijke achterwerk.
En ik moet zeggen dat ik in het begin niet zo goed wist wat ik ervan moest denken.
Was het nu theater? Of toch eerder film? Was het tekst? Of was het geïmproviseerd? Ik kon de codes niet goed volgen.
En Roy en Maaike spraken ook erg snel.
Maar op een bepaald moment viel alles samen voor mij.
Ik zag twee mensen die een rol aan het spelen waren.
Voor elkaar en voor ons.
Twee mensen die zo dicht bij elkaar zijn maar die niet bij elkaar kunnen zijn.
Een onmogelijke liefde.
En dus moesten ze maar de hele tijd maskers dragen.
Het masker van de vrolijke vrouw die alles altijd in de hand heeft.
Het masker van de gefrustreerde muzikant die in het leven en de liefde maar wat aanmoddert.
Het masker van twee kibbelende partners.
Zolang hun hart maar niet geraakt werd.
En op het einde zag ik twee mensen die geen maskers meer droegen.
Voor zover dat kan binnen een theatervoorstelling.
Of het nu de juiste keuze was om elkaar twintig jaar niet te zien of niet, dat doet er zelfs niet toe.
Ik zag twee mensen kwetsbaar naast elkaar zitten.
Hun woorden weggevallen.
Hun strijd, hun gekibbel weggevallen.
Het was leuk om elkaar terug te zien en het deed pijn om elkaar terug te zien.
Tegelijkertijd.
En ze omarmden dat.
En dan zong Roy ‘Ik hou van alles wat niet is’.
En dan dacht ik, misschien valt er iets te zeggen voor een verlangen dat je koestert zonder dat je het per se moet invullen.
Maar ik ben er nog niet uit.


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter