PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Ophelia ★★★1/2

vrijdag 1 oktober 2021HetPaleis

Ophelia

12 meisjes horen we in Ophelia. Over de liefde, over de eerste kus, over liefdesverdriet … Hun gesprekken zijn zo naturel, en komen – hoewel er gemonteerd is – als ongefilterd over. De jongeren tonen zich op een verfijnde, erg subtiele vrouwelijke manier. Te zien al in de openingsbeelden ook van deze filminstallatie waarbij we een van hen ontzettend gracieus met haar handen en armen zien bewegen, rijkend naar de hemel. Een ander die we later zien, contrasteert daarmee en omarmt het aardse, de grond waarop ze ligt en zich in wentelt. De twee tegenovergestelden met andere woorden zien we uitgebeeld: de liefde als iets hemels of net iets aards.

Toegegeven, al bij de start van Ophelia vielen we als een blok voor deze voorstelling.  De fragiele, oprechte schoonheid door die twaalf honderduit te horen. Zo onbevangen. Zo dromerig, teder, verlangend en vooral ook nog wat zoekend, werkt zo aanstekelijk. Dat je helemaal vooraan kan zitten op een kussentje en van daaruit in vogelperspectief naar de voorstelling kan kijken, zodat je het allemaal vanuit het standpunt van een kind kan zien, maakt de verwondering des te groter.

Maar vooral: de voorstelling brengt je helemaal terug naar je eigen kindertijd toen je weliswaar niet met bloemblaadjes bezig was om te weten te komen of ze van je hield of niet. Neen, om de een of andere reden, deed ik dat (wellicht verkeerd) met het steeltje van een appel. Daaraan draaien, dat kon je weliswaar manipuleren zodat de uitkomst meestal datgene was wat je nét wou horen.

In Ophelia zien we een van de meisjes bloempjes planten, stellend dat hij komt, ooit, om zeven uur, om acht uur, of zelfs later, maar hij komt. Daarna plukt er eentje de bloemblaadjes van een exemplaar om het antwoord: wel of niet te weten te komen. Ook in het zand zien we later een meisje liggen. De bloempjes zijn allemaal geplukt en liggen her en der verspreid op het zand. Zo toont regisseuse Inne Goris ook de pijn, het liefdesverdriet, de rouw die daarmee gepaard gaat.

Muzikaal horen we strijkers, xylofoon en buisklokken de 12 meisjes begeleiden. Het klankbedje dat dat oplevert is zowel warm, intimistisch als impulsief en speels. Ook de tekst is dat aanvankelijk. Zo horen we dat er eentje wel honderd keer verliefd is geweest, een nog niet en een ander maximum vier keer. Een van de meisjes vindt ‘Ik hou van jou’ niet meer van deze tijd omdat ze iets voelt voor twee jongens en onmogelijk die zin enkel aan een van de twee kan zeggen. Billie past dan weer voor een huwelijk dat ie associeert met een gevangenis. Er zitten dus best wel wat moderne elementen in deze naar Hamlets tragische vrouw verwijzende voorstelling. Ook mooi vinden we het meisje dat vertelt dat ze al drie uur tegen zichzelf aan het zeggen is dat ze niet mag verliefd worden maar vaststelt dat het alleen maar erger wordt. Of die andere getuigenis van een meisje dat scenario’s in haar hoofd heeft hoe dé ontmoeting met hem zal gebeuren, vinden we vertederend én herkenbaar.  

Aanvankelijk worden we dus smoorverliefd op Ophelia waarin soms gefluisterd wordt, zodat het echt wel intiem wordt (zeker in combinatie met de stijlvolle beelden, met close ups van een rug, van handen, en ook van een meisje dat verschillende woorden op haar lichaam heeft staan zoals kus, liefde en overgave). Maar gaandeweg verliest de voorstelling haar - zoals Ingeborg dat goed kan verwoorden - ‘sprankel’. Het onbevangene gaat er wat af en zeker tijdens de tweede helft van de voorstelling wordt het allemaal wat zwaarder. Dat voel je ook bij de allerjongsten die dicht bij jou zitten. Dan beginnen ze te schuifelen op hun kussentje. Kinderen zijn dan ook doodeerlijk en de beste graadmeter om te checken waar het wel of niet goed zit met de spanningsboog en de coherentie van een verhaal.

Deze Ophelia bezorgde ons dus een omgekeerd ‘Winter winds’ van Mumford & Sons-gevoel dat ons hart ons hoofd zei om de liefde ervoor te laten groeien, maar ons hoofd ons hart vertelde om er niet op verliefd te worden. Hoewel er ook meisjes van kleur tussen de twaalf zitten, vinden we de cast niet inclusief genoeg, ook al waren de online zangrepetities in coronatijden met uitvallende verbindingen of treinen die passeerden op de achtergrond sowieso al complex. Jongeren met een fysieke of mentale beperking zijn hier dus niet vertegenwoordigd. We horen hun stem niet. En dat is best wel jammer.

Maar het moeilijkst hebben we het vooral met het feit dat al deze meisjes wachtende zijn op de liefde en zich dus ook als een passieve wachtende jongedame uiten. Hij moet haar kussen, klinkt het, niet andersom. Het mag dan wel het ontzettend klassieke en romantische beeld van de liefde zijn dat we hier voorgeschoteld krijgen, echt van deze tijd kan je dat niet meer noemen. Zelfs toen wij als zestienjarige (een kwarteeuw geleden ondertussen) op een chirofuif de dansvloer overstaken om een meisje te vragen met ons te slowen, kwam het wel vaker voor dat iemand haar voor was en ons halverwege aanklampte en beet pakte. Het leven is nu eenmaal aan de rappen. Om maar te zeggen dat het initiatief zelfs een kwarteeuw geleden niet exclusief van een jongen moest komen en meisjes heus niet aan de kant op een stoeltje zaten te wachten tot ze gevraagd werden om met ze te dansen. Dat klungelige van wie neemt er nu wanneer initiatief, en de chaos die daaruit kon ontstaan had toen al zijn charme. Zo herinner ik me eens met drie meisjes tegelijk te hebben geslowd om geen van de drie een slecht gevoel te bezorgen en omdat ze alle drie even leuk waren. ‘Ik hou van jou’ was toen al niet meer van deze tijd …

< Bert Hertogs >

Credits:

concept en regie: Inne Goris
compositie: Thomas Smetryns
libretto: Dounia Mahammed
met: Olivia Engels, Helin Capa, Jonna Decaluwé, Lena Konteh, Anneleen Lambrecht, Marie Moonen, Ivana Noa, Chahd Snoussi, Renee Vaerewijck, Billie Van Overtvelt, Paulien Van Walle, Marthe Verhovert
muzikale uitvoering : SPECTRA: Bram Bossier (altviool), Pieter Jansen (viool), Francis Mourey (cello), Frank Van Eycken (percussie)
camera en fotografie: Koen Broos
geluid en compositie: Wouter Snoei
muzikale begeleiding: Els Mondelaers
muzikale dramaturgie: Romain Bischoff
montage: Linde Raedschelders
regie-assistentie: Tom Goossens
scenografie en lichtontwerp: Stef Stessel
kostuum: Lotte Boonstra
techniek: Koen Corbet, Pino Etz, Victor Hidalgo, Wim Piquer
productieleiding: Eva Bracke
productie: muziektheater LOD, hetpaleis, Opera Ballet Vlaanderen
coproductie: Silbersee, SPECTRA Ensemble
met steun van: Tax Shelter van de Belgische Federale Overheid via Flanders Tax Shelter


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter