PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie The Forsythe Company : I don’t believe in outer space

donderdag 5 mei 2011deSingel Antwerpen

The

William Forsythe stak altijd al behoorlijk wat theatraliteit in zijn dansvoorstellingen. Maar met “I don’t believe in outer space” gaat ie wel zeer ver. Soms vergeet je immers als toeschouwer dat je wel degelijk naar een choreografie aan het kijken bent. Forsythe Company zuigt ons dus mee in hun wereld – die in de voorstelling nochtans tamelijk bizar is om een understatement te geven – waardoor de bewegingen natuurlijk overkomen, hoewel ze dat niet zijn. De choreograaf beseft dat het leven, de mens en zijn taal, ook de danstaal eindig is en zal sterven. De titel “I don’t believe in outer space” verwijst enerzijds naar het heelal, de kosmos, moleculen die in sneltempo rond elkaar draaien en die elkaar afstoten als ze een tegenpool tegenkomen. Maar het is vooral een link naar een tekstfragment van “I will survive” van Gloria Gaynor. “Ik geloof niet dat ik zal overleven” kan je het statement dan interpreteren.

Het nummer wordt in vele gedaantes verweven in de dansvoorstelling. Het begint wanneer een danser die op de grond ligt via een kartonnen buis, deze tekst wereldkundig maakt. Later zullen korte tekstfragmenten uiteindelijk uitmonden in de tekst van “I will survive” om het geheel een stevige dosis ironie mee te geven. Forsythe bewijst daarmee dat ie perfect aanvoelt hoe hij een komisch element best integreert in een voorstelling. De methodiek: de herhaling die hij hanteert werkt hier dodelijk precies, zodat we op den duur zitten te schateren van het lachen. Forsythe deed niet alleen beroep op deze discoklassieker. Ook Cat Stevens’ “Wild World” en “1999” van Prince liet ie in de tekst sluipen.

Een meteorietregen lijkt net gebeurd te zijn. Dansers bewegen rond deze zwarte objecten, stoten ze weg, of gooien die de lucht in. Een ander laat er twee tegen zijn borstkas wegstoten. Het is vooral Dana Caspersen die hilarisch mag zijn. Ze beeldt de ontmoeting van een nieuwe chagrijnige buurman uit en vergoot dat uit met haar gebaren. Daar tegenover zet ze een schuchtere, wat preuts vrouwtje dat van hem af probeert te geraken. Naast het verschil in stem (diep versus hoog), zet ze ook nog eens het verschil (grote gebaren vs. kleine gebaren) in de verf. Uitermate grappig is het, zeker wanneer dit fragment later in de voorstelling opnieuw terugkomt. Ook leuk gevonden is het imaginaire ping pong-spelletje tussen twee dansers.

Nog zo’n thema dat voorkomt is transformatie, of vervorming zeg maar. We zien een spandoek met de kaart van een koning op. Maar die is geblinddoekt en in plaats van de letter “K” zien we die van de “J”, de boer. Er is ook een vrouw die grote ogen trekt en haar tong in haar linkermondhoek laat bengelen. Soms wanen we ons in een geflipte omgeving die ja, toch ook wel eens sinister durft over te komen, met mensen die niet al te best gereageerd hebben op die meteorietregen zo lijkt het wel. Twee vrouwen schreiden al gierend naar elkaar toe, maar dat zware gelach buigt na een tijd over in hysterisch verdriet. Qua sentiment zijn ze elkaars tegenpolen maar hier vloeien ze vlotjes in elkaar over. Een bizar duet volgt waarbij de vrouw over het hoofd van een man wrijft, om het op te blinken of ‘m net zoals jongeren doen om elkaar wat te plagen, is niet meteen duidelijk. Daarna doet ze het immers ook nog op zijn knieën en voeten ook.

Hilarisch is de geblinddoekte Franstalige die in het Engels een voordracht brengt van zijn onderzoeksresultaten rond de kosmos, zwarte gaten om zich onder andere af te vragen: “What is the matter with matter?”

“Stel je voor dat je geen steen meer in het water kan gooien en deze erop zien stuiteren.” Met die zin begint een relaas over wat we zouden missen als iets eindig is. Aanvankelijk weet de tekst dus nog een wat dromerige sfeer uit de kindertijd op te roepen of zelfs een humoristisch beeld op te roepen. Maar naarmate de tekst vordert horen we “stel je voor dat dit niet meer kan, of dit” verwijzend naar een lichaamsdeel en een beweging van een danser(es). Opeens stellen we vast dat dit het onderwerp is: de danser die zijn taal niet meer kan bezigen, om fysieke of welke reden dan ook. Op het einde van de rit, overleeft niets of niemand. En zo brengt Forsythe ook in “I don’t believe in outer space” een ode aan het menselijk lichaam.

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter