PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Galaconcert Koningin Elisabethwedstrijd

zondag 5 juni 2011deSingel Antwerpen

Galaconcert

Eens om de drie jaar is het zover: de Koningin Elisabethwedstrijd voor Zang. En wanneer de prijzen uitgereikt zijn, volgt een kleine tour door Vlaanderen. Ook dit jaar viel de eer te beurt aan de 6 prijswinnaars van deze prestigieuze zangwedstrijd om met het Symfonisch Orkest van de Vlaamse Opera op de planken te staan. Wie de zangers en zangeresssen in de finale zag, had meer dan voldoende om te ontdekken tijdens het Galaconcert in deSingel. Enkel Clémentine Margaine (6de prijs) en winnares Haeran Hong bleven trouw aan hun songlijst. De anderen kozen om andere werken aan te snijden dan bij hun finale. Daarnaast viel er ook wat te ontdekken in de duetten. Gepast werd er tenslotte in de enige bis getoast, met een glas bubbels in de hand op de tonen van Libiamo Ne‘ Lieti Calici uit Verdi’s La Traviata.

Daarmee was de cirkel rond, want het symfonisch orkest had de avond al geopend met de ouverture uit Verdi’s “de kracht van het noodlot“ (La forza del Destino) nog wel. De violisten strijken hun instrument zo aan alsof ze verder van ons vandaan zijn dan het is. Daarbij weten ze dus muzikale diepte te creëren waarna ze, ondersteund door de pauken, crescendo gaan. De dwarsfluit mag soleren en de melodie spelen, later neemt de klarinet die taak ook over. Twee harpisten tellen we, vaste waarde Arielle Valibouse, bijgestaan door Annelies Boodts. Zowat in elk werk, hebben de dames een boeiende partituur waar hun snaarinstrument meer dan accenten dient te leggen. Bizets “Les tringles des sistres tintaient” mogen ze bijvoorbeeld mee inzetten. Mozarts “Qual mi conturba i sensi – Fuor del mar” uit Idomeneo, een opera seria gaat over Idomeneo die besluit om zijn zoon Idamante te offeren aan de zeegod Posseidon. Tot een orakel verkondigt dat die zich tevreden stelt wanneer de koning troonsafstand doet ten voordele van zijn zoon Idamante en zijn geliefde Ilia.

Een hartelijk welkomstapplaus mag tenor Thomas Blondelle in ontvangst nemen. Hij zette de beste prestatie voor een Belg in deze zangwedstrijd totnogtoe neer. De man die ondertussen 2 jaar verbonden is aan de Duitse Opera in Berlijn houdt graag de balustrade achter de dirigent vast wanneer ie naar een hoge noot toewerkt. Een vlekkeloze Mozartinterpretatie brengt ie. Met de “bravo’s” en het stevige applaus achteraf, geeft het publiek blijk hiervan genoten te hebben. In het tweede deel mag hij als voorlaatste aantreden, en kiest hij voor het vermakelijke “Il était une fois à la cour d’Eisenach” uit Offenbachs “Hoffman” waarin ie de legende van Kleinzach - een lelijke dwerg - beschrijft. Halfweg verandert de song en gaat die over een mooie vrouw die hij gekend heeft. Heerlijk is de mimiek, het spel met de ogen ook en de scheve mond die Blondelle trekt wanneer hij het nummer zingt. Groot contrast met de weemoed en tristesse die in het duet Mira o Norma uit Bellini’s belcanto opera Norma bezongen wordt. Galitskaya’s en Morels stemmen blenden hier perfect. Knappe sfeerzetting die de donkerte inluidt bij mezzosoprane Clémentine Margaine. Zij brengt Moesorgski’s Serenade uit “Liederen en dansen van de dood”. Het mag duidelijk zijn, we zijn nog maar 3 nummers ver, en we hebben al mogen genieten van een rijk klankpalet met verschillende stijlen. Margaine klinkt zelfs bezwerend, op den duur heeft ze ons meegezogen in haar universum. Met  “Mon coeur s’ouvre à ta voix”  uit Samson en Dalila zet ze haar eigen stempel op deze bekende aria van Saint-Saëns in deel 2. Prachtig parcours.

Bariton Konstantin Shushakov houdt het bij één solonummer, een aria van Tsjaikovski uit Pikovaja Dama (Schoppenvrouw). In het tweede deel mag hij het hof maken van Haeran Hong in Mozarts aria “Là ci darem la mano” uit Don Giovanni. De eerste maal dat de winnares van de Koningin Elisabethwedstrijd op het podium verscheen, kon ze ons echter niet helemaal overtuigen. In Strauss’ Mir is die Ehre widerfahren uit “Der Rosenkavalier” komt Hong nauwelijks over het massieve orkest heen. We kunnen  dirigent Jurowski niet verwijten dat hij het orkest te luid liet spelen. Een ingehouden Strauss is immers geen optie. Maar de soliste werd toch ietwat weggeblazen. Haar frêle weliswaar ontzettend naturelle en soepele stem is niet meteen geschikt voor Strauss. Bellini’s aria uit La Sonnambula, dat ze ook tijdens haar finale in Brussel bracht, zit haar dan weer wel uiterst gegoten. Veel passages krijgt ze waar ze a capella mag zingen en haar uiterst beweeglijke stem die van laag naar hoog in een beweging vloeit, ten volle kan tentoon spreiden. Hier speelt het orkest veel stiller, meer ingehouden. De zangrol staat – meer dan terecht trouwens – op het voorplan. Groots. Hong draagt trouwens veruit de mooiste jurk van de avond, de lichtroze die ze ook aanhad tijdens haar finale. Een jurk die geluk brengt.

Anaïk Morel die in het eerste deel twee duetten deed, mag in het tweede deel soleren en dat doet ze met een aria uit Bizets Carmen. De harp zet het nummer in, dwarsfluit volgt. Alten en celli spelen pizzicato. De tamboerijn legt vurige accenten. Morel begint aanvankelijk nog onzeker, maar groeit in haar interpretatie van deze aria. De rok waar ze eerst nog wat schuchter mee links en rechts draaide, wordt gaandeweg met meer passie bespeeld.

Het niet zo vaak gespeelde “Een bruid voor de tsaar” van Korsakov, daar kiest Elena Galitskaya voor en ze weet er de volle Blauwe Zaal van deSingel danig mee te overtuigen. Alsof ze dat nog moest doen, want ze mocht eerder het eerste deel afsluiten met Donizetti’s “Quel guardo il cavaliere - So anch’io la virtù magica” uit Don Pasquale. Daar al bewees ze volume te kunnen maken en over een beweeglijke stem te beschikken. Een geknipte manier om zeer voldaan de pauze in te gaan.

Het sextet werd uiterst stevig teruggeroepen, met een zo goed als volledig staande ovatie. Die was uiterst terecht, want met zo’n exquis én gevarieerd menu was het zuiver likkebaarden.

Al neuriënd op de tonen van “Libiamo Ne‘ Lieti Calici” van Verdi verlieten de toeschouwers uiterst goedgeluimd deSingel. Anderen zaten met de “cric crac” uit Hofmann in hun hoofd. Een Duitser liet zich “ein wunderschönes Konzert achteraf ontvallen. We kunnen het niet beter samenvatten. Voor de fans was er trouwens nog een extraatje, zij konden een album laten signeren door de zes winnaars van de Kon. Elisabethwedstrijd.

Voor wie er niet bij kon zijn in Gent of Antwerpen: op donderdag 9 juni 2011 vindt het slotconcert plaats in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. Hetzelfde mooie menu wordt dan opnieuw geserveerd.

< Bert Hertogs >

De setlist:

Deel 1:

GIUSEPPE VERDI (1813-1901)

Ouverture tot La Forza del Destino

WOLFGANG AMADEUS MOZART (1756-1791)

Qual mi conturba i sensi – Fuor del mar (Idomeneo) uit Idomeneo

Thomas Blondelle tenor

VINCENZO BELLINI (1801-1835)

Mira o Norma (Adalgisa, Norma) uit Norma

Elena Galitskaya sopraan

Anaïk Morel mezzosopraan

MODEST MOESORGSKI (1829-1881)

Serenade uit Liederen en dansen van de dood

Clémentine Margaine mezzosopraan

PJOTR ILJITSJ TSJAIKOVSKI (1840-1893)

Vy tak pechalny – Ya vas lioubliou (Jeletski) uit Pikovaja Dama

Konstantin Shushakov bariton

RICHARD STRAUSS (1864-1949)

Mir ist die Ehre widerfahren (Sophie, Octavian) uit Der Rosenkavalier

Haeran Hong sopraan

Anaïk Morel mezzosopraan

GAETANO DONIZETTI (1797-1848)

Quel guardo il cavaliere – So anch’io la virtù magica (Norina) uit Don Pasquale

Elena Galitskaya sopraan

Deel 2:

CAMILLE SAINT-SAËNS (1835-1921)

Mon coeur s’ouvre à ta voix (Dalila) uit Samson et Dalila

Clémentine Margaine mezzosopraan

GEORGES BIZET (1838-1875)

Les tringles des sistres tintaient (Carmen) uit Carmen

Anaïk Morel mezzosopraan

PIETRO MASCAGNI (1863-1945)

Intermezzo uit Cavalleria rusticana

WOLFGANG AMADEUS MOZART (1756-1791)

Là ci darem la mano (Zerlina, Don Giovanni) uit Don Giovanni

Haeran Hong sopraan

Konstantin Shushakov bariton

NIKOLAJ RIMSKI-KORSAKOV (1844-1908)

Aria Ivan Sergeevich, hotchesh v sad pojdyom (Marfa) uit Een bruid voor de Tsaar

Elena Galitskaya sopraan

JACQUES OFFENBACH (1819-1880)

Il était une fois à la cour d’Eisenach (Hoffmann) uit Les Contes d’Hoffmann

Thomas Blondelle tenor

VINCENZO BELLINI (1801-1835)

Care compagne, teneri amici – Come per me sereno – Sovra il sen la man mi posa (Amina) uit La Sonnambula

Haeran Hong sopraan

Bis:

GIUSEPEPPE VERDI (1813-1901)

Libiamo Ne‘ Lieti Calici (Brindisi) uit La Traviata

Tutti


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter