PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Médée

zondag 11 september 2011De Munt Brussel

Médée
Foto: BC

3 Jaar geleden programmeerde de Munt al de Cherubini-opera Médée, die gebaseerd is op Medea van Euripides. Een herneming dus van een werk dat het in 1797 niet al te best deed, maar pas halfweg de twintigste eeuw terug wat onder de aandacht kwam omdat Maria Callas de opera in haar repertoire stak. Naast Beethoven, die het werk verder blijkbaar ook wel genegen was, zijn er zeer veel koele minnaars van deze opera. Waaronder wijzelf. 

Médée is vis noch vlees. Het neemt ingrediënten van het tragédie lyrique (de thematiek, het rijke palet aan emoties, het duet, en voornamelijk: het Frans dat impact heeft op de muziek met zijn klemtonen die toch anders liggen dan in het Italiaans). Cherubini koos echter niet om er een vijfakter van te maken, en hield het – gelukkig maar – bij drie. Tussen de 15 nummers door wordt er op de scène gesproken waardoor het werk elementen bevat van de “opera comique” die – laat ons duidelijk zijn – hier nergens lichtvoetig is maar een drama pur sang is. Krzysztof Warlikowski (regie) en Christian Longchamp (dramaturg) herschreven deze gesproken dialogen in functie van de regie: Médée wordt naast de enscenering een hedendaagse opera. De hoofdrol wordt opnieuw geschonken aan Nadja Michael die de opera naar haar hand zet als een Amy Winehouse/Lady Gaga die – jawel - door het (aankomende) tweede huwelijk van haar ex-man door het lint gaat en haar twee kinderen en zijn nieuwe partner Dircé (Hendrickje van Kerckhove) mee in haar val sleurt. 

Een zeer dankbare rol die eten en drinken is voor elke operazanger/actrice lijkt ons dat. Médée mag eerst nog hopen en verliefd wezen terwijl de tristesse en melancholie er al inzit. Daarna slaat dat gevoel stelselmatig om in ongeloof en escapisme (de drank) en eindigt via wanhoop in pure haat en agressie ten opzichte van Jason. Wat ooit liefde was, wordt het tegenovergestelde: kille koelbloedigheid. Sterk en o zo aangrijpend is dan ook het beeld van de moeder die de bebloede pyjama’s van haar dode kinderen netjes opvouwt en opnieuw in de lade legt op het einde van de opera. Groot contrast dus met de filmpjes uit de oude pelliculedoos die de Fransman Denis Guégin aan elkaar plakte. We krijgen vrolijke muziek te horen (Eloise van Barry Ryan,  Stop in the name of love van The Supremes, I got you babe van Sonny & Cher,…) met als rode draad het thema liefde (in goede en minder goede dagen) terwijl we naar huis-tuin-en keukenfilmpjes uit de jaren ‘30 tem ‘70 kijken met veel blije kinderen en gezinnen op voor de opera aanvangt en tijdens de pauze. Als u dacht met een goed gevoel naar huis te keren na deze productie, had u het dus goed mis. 

Médée neemt de tijd om zich te vertellen, het vertelritme is ons te traag, de conflictstof te mager. Pas het zevende nummer trekt de aandacht: Jason en Medea botsen hier frontaal op het einde van het eerste bedrijf. “Ik zal je hart doorboren als dat mijn lot is” dreigt de verstoten vrouw dan al. Dircé (Van Kerckhove) heeft niet meer dan een bijrol. Het ganse derde bedrijf staat volop in het teken van Médée. Het tweede bedrijf kondigt dat al aan wanneer witte tl lampen een klinische sfeer oproepen en Michael haar benen op een stoeltje bij elkaar trekt. In foetushouding komt ze om haar personage beetje bij beetje een psychiatrische laag te geven. Dat doet ze overtuigend. Al staat ons die micro – alle zangers gebruiken een zendmicrofoon die op hun wang kleeft voor de gesproken dialogen – de volle ervaring in de weg. Zangers zijn doorgaans geen goede sprekers/acteurs op de scène. Ook nu lijkt dat bevestigd. Als er onzekerheid te merken valt bij de hoofdrolspelers dan is het vooral bij de gesproken passages te merken. Het komt de theaterbeleving niet ten goede. Jammer. 

De klemtoon mag dan wel bij 1 personage liggen, de kinderen worden prominent opgevoerd. Nog voor de opera begint, staan ze op de bühne. Te pas en te onpas zuigen ze de aandacht als rebelse kids naar zich toe en leiden ze de aandacht af van de eigenlijke actie. Wanneer ze “Fuck you. Salope” bijvoorbeeld op een muur schrijven of later in een koorscène met papieren vliegtuigjes naar elkaar gooien, merken we dat. Warlikowski deed een kleine update en stak de bruidsmeisjes (in het libretto zijn het diensters) in dezelfde jurk die Sarah Burton ontwierp voor Pippa Middleton voor het huwelijk van diens zus Kate Middleton en prins William dat op 29 april 2011 plaatsvond. Een aardige vondst. Overtuigd van de keuze voor een metalen frame als decorstuk waarop donkere doorzichtige folie is aangebracht, zijn we helemaal niet. Telkens er een deur wordt dichtgegooid, trilt de folie tot boven, waardoor je als toeschouwer kotsmisselijk wordt van het bewegende spiegelbeeld. Op zo’n momenten ben je veroordeeld om de blik af te wenden. Je kan zowel de zaal in spiegelbeeld zien als de zangers. 

Bij de bijrollen valt de prestatie van de Nederlandse Christianne Stotijn als Néris ons en het publiek zeer aangenaam op. Met overtuiging zingt ze “Chère et malheureuse princesse. Qui pourrait refuser des larmes à ton sort? Malheureuse! Oui, je te pleurerai sans cesse. Je te suivrai jusqu‘à la mort!” een hoogtepunt naar het einde van het eerste deel toe. Op een al zeer beladen 10de verjaardag van de aanslagen op 11 september, kwam dit drama als een zeer zware boterham over. Door er lagen bovenop te leggen en met uitersten te spelen, werd die boterham alleen maar zwaarder om te verteren, terwijl de muzikale partijen, de scenografie en de dialogen vooral in de eerste twee bedrijven niet altijd de (juiste) aandacht wisten vast te houden. 

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter