PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Nabucco

donderdag 29 december 2011Vorst Nationaal Brussel

Nabucco

Een zeer dubbel gevoel hebben we met spektakelopera’s. Enerzijds bereiken ze een groot en breed publiek, wat goed is voor het genre opera en de prachtige muziek die Verdi en andere componisten geschreven hebben. Aan de andere kant hebben die schitterende partituren zo’n grootschaligheid niet nodig zo bewees de Munt in april van dit jaar nog met een zeer gesmaakte concertante uitvoering van Nabucco in het Koninklijk Circus. Het wordt weliswaar problematisch wanneer toeschouwers een grootse triomftocht van Aïda met olifanten die uit de kast gehaald worden élke keer dat die laatstgenoemde opera geprogrammeerd staat, verwachten. In se draait het daar immers niet om, en het zou daar ook niet om mogen draaien. 

We geloven niet in het toeval. Feit is dat regisseur Frank Van Laecke deze maand twee producties in Antwerpen en Brussel op de planken heeft staan die de Joodse zaak verdedigen alsof er plots een sense of urgency is om onverdraagzaamheid uit het verleden (en heden) tov deze bevolkingsgroep en religie aan te kaarten. Zeer veel belang hecht hij daarbij aan de traditie. Bij Nabucco wordt al meteen een levensgrote 7-armige kandelaar (de menora) centraal in de 6-puntige stervormige podiumconstructie geplaatst. Ook het licht doorgeven via kaarsen, zorgt al meteen voor een stevig religieus kader in de eerste acte. De verwijzing naar de Davidster is duidelijk, maar qua vorm is het decor geen zuivere hexagram. Wel is er centraal een zeshoek waaronder het orkest plaats neemt. Een orkest dat net zoals de zangers versterkt wordt door microfoons, iets wat nog steeds not done is in operahuizen. 

Op de tribunes, bovenaan in de nok van Vorst heb je dus het beste zicht, al nemen de microfoons veel te veel omgevingsgeluid mee. Partituren die omgeslagen worden, een strijkstok die tegen een metalen staander tikt, het geschuifel van stoelen, gekuch, … het wordt allemaal mee versterkt en werkt storend bij de stillere passages. Wanneer de zangers op de metalen frames stappen tussen middelpunt en zeshoek, zorgt dat voor onaangename metaalachtige klanken in de geluidsmix. 

Van Laecke kiest voor twee vertellers, één in het Frans en in het Nederlands, die vertellen wat er in de volgende acte te zien zal zijn. Dat neemt behoorlijk wat tijd in beslag. We storen ons vooral aan de toon waarop de Nederlandstalige tekst ingelezen werd. Werkelijk op bijna elk woord van een zin wordt een klemtoon gelegd waardoor we het gevoel hebben dat de man op hete kolen zat toen ie het moest inlezen. De toonzetting van zijn vertelling matcht niet met de sfeer van Nabucco. Zonde al begrijpen we wel de keuze om niet met boventitels te werken. Die zouden te veel de aandacht naar zich toetrekken waardoor het publiek minder naar de zang en het acteren zou kijken en luisteren. 

Qua spektakelgehalte valt het allemaal wel mee. Wanneer de synagoge in brand gestoken wordt, worden stage flames die op de grond staan, naast de sterpunten aangezet. Verder tekenen we op dat Abigaille, de vermeende dochter van Nabucco, de voormalige Babylonische dictator in het derde deel in een dwangbuis steekt, nadat ie neergebliksemd werd en daardoor krankzinnig werd. De Goden wilden Nabucco zo een lesje leren omdat ie zichzelf openlijk tot God had uitgeroepen. Abigaille sluit de gevallen dictator op. In deze regie wordt ie met een lift (die teveel lawaai maakt) centraal naar boven gehesen terwijl het volk zich omkleedt en zich in een veroordeeldenplunje steekt terwijl we de tonen van het wereldberoemde “Va pensiero” – ondertussen het onofficiële volkslied van Italië – horen. 

Het koor en orkest komt uit het Bulgaarse Varna. Bij de solisten onthouden we onze Belgische Martine Reyners. Zij zet een zeer sterke prestatie neer als Abigaille, een moeilijke sopranenrol, al komt haar solo in de tweede acte door de afstand tussen publiek en scène iets minder goed uit de verf. Ook Emilio Marcucci staat er als Nabucco. Naast het koor zijn dat de twee rollen waar de klemtoon bij Nabucco op ligt. Wanneer het gezelschap met 8 op het podium staat, valt het op dat hier en daar eens uit het ritme wordt gezongen en het orkest met de solisten nog zoekend is naar elkaar. De ene zanger kijkt naar dirigent Federico Santi op de tv schermen, de ander zoekt contact met de man in de orkestbak zelf. Dat leidt wellicht tot verschillen: het verschil met de beweging van de dirigeerstok op de tv schermen moet maar een fractie van een seconde trager zijn, of men zingt niet samen. De zeshoek waarvan eerder sprake op het podium heeft zes catwalks die naar het middelpunt leiden. Vaak worden die catwalks belicht. Eén spot was echter niet goed gericht en belichtte de catwalk rechts achteraan nauwelijks. Daardoor ging de visuele klemtoon op de zeshoek deels verloren. Dat dit euvel niet verholpen werd tijdens de pauze die een half uur duurde, kan eigenlijk niet voor een productie die een (tweede) internationale carrière beoogt. 

Los van al die zuiver technische bemerkingen, is deze Nabucco een uiterst goede operavoorstelling. Een met minder spektakel weliswaar dan waarop operaleken gehoopt hadden, zo stelden we tijdens de pauze vast. We blijven er bij. Verdi’s opera’s in arenaproducties: het heeft iets dubbels. 

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter