PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Manon Lescaut

zondag 27 januari 2013De Munt Brussel

Manon

Puccini’s Manon Lescaut is een niet voor de hand liggende opera naar Antoine François Prévosts novelle “L’histoire du chevalier Des Grieux et de Manon Lescaut” uit 1731.  Daar zijn verschillende redenen voor: eigenlijk draait het verhaal over Des Grieux, een eenzame man, een neuroot zeg maar die (als je wil) met een oedipuscomplex zit en een onbereikbare liefde nastreeft. Realiteit, droom en nachtmerrie mengen zich in de voorstelling. De regisseur speelt daar handig op in door de tijd via LCD-leds voor te stellen, Die draait door of terug waardoor de tijdsbeleving van het publiek, hoe zij de vertelde tijd en verteltijd aanvoelt, verstoord wordt. Die keuze valt dus zeker te begrijpen, maar de partituur en het libretto mist nog steeds coherentie.

Dat komt omdat Puccini tijdens het creatieproces op het einde van de 19de eeuw, op het moment dat hij de fakkel zal overnemen van Verdi als groot operacomponist, nog op zoek was naar de narratieve structuur voor zijn opera en zijn stijl van componeren zag evolueren. Hij koos voor een eerder filmische aanpak, en liet dus de typische vertelstructuur van het drama voor wat het was. Het derde bedrijf is bijvoorbeeld daar een mooi voorbeeld van: Des Grieux die blindelings zijn “liefde van zijn leven” zoals hij ze inbeeldt, achternazit, ook al dreigt ze ten onder te gaan, stelt daar vast dat Manon Lescaut wordt opgevoerd als een van de afvallige vrouwen van een rijk mediaman die vrouwen verzamelt en er licht sadistische zaken op toepast ( een halfnaakte vrouw met gips aan het rechterbeen toont dat al wanneer het personage voor het eerst wordt voorgesteld in deze productie). Op dat moment gaan er verschillende verhaallijnen door elkaar, zien we Lescaut, Manons broer die zich als haar pooier gedroeg en zo in handen van de mediaman joeg, de afvallige vrouwen, Des Grieux die de wanhoop nabij is, zijn liefde opzoekt en het volk dat de keuring doet.

Puccini’s partituur is rijk en veelzijdig maar ook zeer divers. Grootse en zeer orchestrale partijen die zeer golvende bewegingen maken, schreef ie. Een mooi voorbeeld daarvan is het grootse intermezzo dat aan het derde bedrijf vooraf gaat. Maar door die grootsheid zal het orkest van de Munt bij momenten de solisten simpelweg overstemmen. Het is onder andere het geval wanneer Des Grieux (in de tweede cast gezongen door Hector Sandoval) Manon in een met neon verlichte chique bar het hof maakt. Die handeling gebeurt tamelijk diep op scène zodat Sandovals zang er onvoldoende door komt. Een sacraal moment van de 5 vrouwen – het “Coro del madrigale” - wordt hier voorgesteld door 5 popzangeresjes , valse blondjes met gouden glitterjurkjes  aan. Die staan haaks op het seculiere onderwerp van de opera.

En zo heeft Puccini nog wel meer zaken verwerkt, oa dezelfde leidmotieven die terugkeren in contrasterende situaties. Puccini heeft dus vooral een situatieschets willen tonen, een psychologische toestand. De regisseur Mariusz Trelinski kadert de handeling voornamelijk in een anonieme wachtruimte van de metro. Daar wordt wel vaker gefantaseerd over onbekende reizigers, en het is een ontmoetingsplek bij uitstek van eenzamen. De vele exitbordjes die we te zien krijgen, geven aan dat er een uitgang is voor de toestand waarin Des Grieux verkeert. In het tweede deel is ie zo verzonken in zijn fantasme, dat er geen uitgangen meer zijn behalve dan die ene fatalistische: dat Manon Lescaut moet komen te sterven, en zelf dus de uitgang opzoekt. Des Grieux kan dan de echte liefde van zijn leven opzoeken, of een ander droombeeld achterna gaan zitten. Wie niet verder kijkt dan dat ziet enkel een opera die gaat over een vrouw die materialisme achternazit, en ongelukkig sterft. Geld alleen maakt niet gelukkig. Integendeel en het kan al evenmin de verveling die sowieso de kop komt opsteken, drukken.

Het Muntpubliek reageerde eerde lauw op de voorstelling, dat was niet geheel ten onrechte. De tweede cast bleek niet de ambitie te hebben ons de indruk te willen geven dat ze een eerste cast waardig was. De enige die er met kop en schouders bovenstak was de Zuid-Afrikaanse Amanda Echalaz als Manon Lescaut. Zo schittert ze onder andere in “In quelle trine morbide…” begeleid door de weemoed van de dwarsfluit. Ze steekt voldoende emotie van gemis in haar zang. Echalaz kijkt terug op een gelukzalige maar niet zo welstellende tijd met Des Grieux op het moment dat ze opnieuw bij mediaman Geronte is. Puccini toont ons die gelukzalige tijd niet. In het laatste bedrijf bezingt ze haar eenzaamheid en angst voor de dood,  terwijl de klarinet haar begeleidt met tristesse en de dwarsfluit de echo ervan is in “Sola, perduta, abbandonata.

“Tra voi belle, brune e bionde…” Is er onder jullie en knappe blondine of brunette? zingt Des Grieux in het eerste bedrijf wanneer ie op zoek is naar liefde. De Manon waarover hij fantaseert zal zowel blondine als brunette zijn.  

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter