PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie The Rape of Lucretia

zondag 9 november 2008Vlaamse Opera Antwerpen

The

Een man. Een vrouw. Beiden geblinddoekt op een stoel.  Op Shakespeariaanse wijze nemen zij de proloog voor hun rekening. Even is het wennen. Een kameropera in het Engels. Op de een of andere manier verwacht je in een operagebouw Italiaans of Duits. De jaloezieën zijn dicht. Stilaan worden ze verticaal geplaatst zodat we kunnen binnengluren. Wat later gaan ze naar boven.

We zijn aanbeland bij de soldaten Tarquinius, Junius en hun bevelvoerder Collatinus. Zij voeren een oorlog tegen de Grieken. We bevinden ons een  vijftal eeuwen voor Christus.  De Etruskische koning Tarquinius Superbus  voert er een tiranniek bewind. Zijn zoon, Tarquinius is samen met Junius en Collatinus (de man van Lucretia) op oorlogspad tegen de Grieken. De twee laatsten hebben al behoorlijk wat wijn verzet. Collatinus is bevelvoerder en hoort dat zijn vrouw Lucretia hem nog steeds trouw is. Dat in tegenstelling tot de andere vrouwen van de soldaten.  Junius is jaloers , razend en gekrenkt in zijn eer. De Brit Ivan Ludlow zet een ijzersterke prestatie neer. Niet alleen vocaal legt de bariton voldoende gevoel in zijn zanglijn. Ook qua mimiek en houding zet hij een radeloze bijna psychopathische Junius neer.  Hij ploetert in de zandbak vooraan op het toneel, en heeft alle moeite van de wereld dat hij in het zand moet bijten. Dat zijn vrouw ontrouw was, ziet hij als een grote mislukking hoewel vooral de vrouw en haar minnaar volgens het toenmalige Romeinse huwelijksrecht  schuldig zijn aan deze inbreuk op de huwelijkstrouw.
Opvallend is de zeer dubbele rol voor harpiste Arielle Valibouse. Zij bespeelt haar instrument op de kortste snaren. We horen haar een repetitieve melodie spelen, die dreigend en mysterieus klinkt samen met de violen en zo Junius’ psyche  benadrukt . Iets verderop, belanden we in het huis waar Lucretia woont en haar kamermeisjes Bianca en Lucia werken. Op dat ogenblik krijgt de harpiste opnieuw een grote rol te spelen samen met de dwarsfluit, dit keer om het mooie, bijna hemelse te beklemtonen van de trouwe en kuise Lucretia. Valibouses partij gaat zo snel, dat pianist Jef Smits haar partituren omdraait. Hijzelf komt later aan bod, wanneer hij solo aan de piano de zangers begeleidt. In die tweede scène van het eerste bedrijf zingen Liesbeth Devos (Lucia) en Lien Haegeman (Bianca) samen een aria wanneer ze het linnen opvouwen. Hoewel Devos met haar 25 lentes veruit de jongste in het gezelschap is, blinkt ze uit. Moeiteloos haalt ze de hogere regionen uit haar stem en ze blijft daarbij verstaanbaar. Wat we niet van alle sopranen kunnen zeggen. Devos is een sopraan die we dus graag in het oog houden de volgende jaren. Er zit talent in deze jongedame zoveel is duidelijk.  Benieuwd of dat nog zal rijpen de volgende jaren indien ze – hopelijk - nog extra boeiende rollen mag vertolken.

In het tweede bedrijf sluipt Tarquinius de kamer van Lucretia binnen terwijl harp, dwarsfluit en klarinet het stiekeme van zijn daad benadrukken. Zoals de titel van de opera doet vermoeden, verkracht hij haar. De verkrachtingsscène is echter behoorlijk theatraal in scène gebracht in de zandbak. Beiden “bevriezen” wat de scène tot een soort “tableau vivant” herleidt.  Een foute keuze, want het werkt niet. In deze regie wil men bewust meer toespitsen op de gevolgen, na de verkrachting. Lucretia is kapot van wat haar overkomen is en gaat radeloos op handen en voeten weg.  Tarquinius lijkt ook van slag en steekt een sigaret op. De wanhoop is op Thomas Oliemans’ mimiek (Tarquinius) af te lezen. “Wat heb ik gedaan?” zo zie je hem denken.

Een nieuwe dag breekt aan, de kamermeisjes plukken bloemen. Opnieuw benadrukt de partij van de harpiste het hemelse, het gelukzalige leventje in dit huis. Alles lijkt zoals het steeds was. De triangel benadrukt wat een ‘lovely day’ dit wel is. Tot Lucretia binnenkomt en hoboïst Arie Van der Bleek met veel gevoel solo en later met de violisten de sfeer doen omslaan en de dramatiek benadrukken rond wat Lucretia is overkomen.  Ondertussen is Collatinus terug van het slagveld, met Junius. Lucretia vertelt iedereen wat haar gebeurde. Met deze schande kan ze niet leven. Haar man probeert nog met “Wat Tarquinius heeft genomen, kan worden vergeten. Wat Lucretia heeft gegeven, kan worden vergeven”. Maar ook dat kan haar niet op andere gedachten zetten. Lucretia pleegt zelfmoord.

Daarna volgt nog een epiloog met een sterke katholieke inslag.  Dat laatste lijkt ons compleet overbodig en vergezocht vermits het verhaal  5 eeuwen voor Christus zich afpeelt. Hier hebben librettist Duncan en Benjamin Britten duidelijk een visie willen opdringen die niet echt nodig is, en geen meerwaarde aan het verhaal betekent.

Naast uitmuntende decors, kostuums en prachtprestaties van vooral Ivan Ludlow, Thomas Oliemans en Liesbeth Devos is het vooral het kamerorkest dat een knappe rol voor zich heeft. Terecht mogen zij ook op het einde het podium op om te komen buigen. Indien u gaat kijken, spits dan zeker de oren, en geniet van de hobo, piano maar vooral de harp die nadrukkelijk aanwezig is in deze kameropera. Zeer doorleefde scènes zien we na de verkrachting, en ook in het begin, wanneer de zatte soldaten de ontrouw van hun vrouwen proberen weg te drinken. Ludlow en Oliemans zijn als Junius en Tarquinius perfect gecast om de juiste gezichtsuitdrukking en beweging bij hun personage neer te zetten.

Maar er zijn ook mindere puntjes aan deze kameropera. Op het einde van deel 1 vertellen de 2 vertellers wat er gebeurt wanneer Tarquinius het huis van Lucretia betreedt. De operazangers worden in dat stuk gereduceerd tot poppen in een poppenkast. Lucretia mag met haar handen Tarquinius proberen weg te houden, en “bevriest” dan even in die houding. Ook de verkrachtingsscène komt zoals gezegd te theatraal over. De rollen van beide vertellers is er vooral om te beklemtonen dat het “maar” om opera gaat, dat zij tussen publiek en bühne staan, benadrukken ze meermaals.  Daarnaast zetten ze vaart in hetverhaal, maar door deze keuze blijf je als toeschouwer behoorlijk afstandelijk naar het geheel kijken. Dit staat in schril contrast met de doorleefdheid waarop Ludlow en Oliemans hun personages neerzetten en de uitmuntende meeslepende melodieën van het kamerorkest. Het lijkt dus alsof men destijds bij de regie niet goed wist wat te kiezen: het afstandelijke en de daaraan gekoppelde narratieve stijl of de emotionele/psychologische kant van de zaak in de verf zetten. Wat ons betreft, mocht het meer van dat laatste zijn, en minder van het eerste. Hoewel de vertellers het grootste applaus ontvingen van het publiek, gaat dat van ons in eerste instantie naar de harpiste, de hoboïst, en het ganse kamerorkest, en daarnaast naar Ivan Ludlown, Thomas Oliemans en Liesbeth Devos. Onthou die namen!


< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter