PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Editors

zaterdag 2 november 2013Sportpaleis Merksem

Editors

Editors had iets goed te maken na een behoorlijk tegenvallend festivalseizoen. Zowel in eigen land als in Zweden (Bråvalla Festival) en Hongarije (Sziget Festival) stelde de band teleur. In die mate zelfs, dat we – niet geheel ten onrechte – durfden twijfelen of een groot concert met een omvang van het Antwerps Sportpaleis wel zo’n goed idee was. Maar kijk: Tom Smith en co gaven sceptici lik op stuk en brachten een ijzersterke set met tal van hoogtepunten: een publiek dat mee in de handen klapte dat het een lieve lust was, een akoestisch uitgepuurd No sound but the wind, knap meegezongen door het publiek, vuurwerk, vlammen, confetti als showelementen en als kers op de taart een lange versie van Papillon dat het feestje helemaal compleet maakte. Dit was om kort te zijn de beste Editors gig die we in jaren gezien hebben. 10 jaar Editors in stijl vieren, noemen we dat.

Terwijl collega-journalisten zich vooraan aan de kassa aanmelden en hun press ticket in ontvangst nemen, word ik aan een aparte ingang verwacht. Het komt zelden voor, maar deze keer valt de eer mij te beurt dat Jan Van Esbroeck me in hoogsteigen persoon verwelkomt in het Antwerps Sportpaleis. Het weerzien is hartelijk. Ik krijg een zilverkleurig bandje rond de pols en zie de symboliek: verbondenheid, trouw aan het huis in goede en kwade dagen. Het is zoals in de opera, ook daar is het enkel de Groten der Aarde gegeven om langs een aparte ingang het gebouw te betreden zodat de Hoge Gasten met de nodige discretie ontvangen kunnen. Een waar voorrecht, een privilege valt mij te beurt al moet gezegd dat de Dalai Lama die geëscorteerd werd door de Staatsveiligheid toen ie jaren geleden de concerttempel aandeed van een andere orde is. Leider zijn van een redactieteam of een spiritueel leider zijn:  het is een wereld van verschil.

Ondertussen blijft de mede-uitbater van het Sportpaleis me met veel egards inhalen, dat ik er wat ongemakkelijk van word. Een lichte blos op de wangen verraadt dat. Zoals het een goede gastheer betaamt, staat hij er op om voor te gaan op de trappen en me de weg te tonen. Klassevol, volledig conform de regels van de etiquette houdt hij de deur voor me open. Wat hou ik van dit huis.

Het privilege dat me te beurt valt, voelt aan als een persfotograaf zijn van een kwaliteitskrant die in maart alles in vraag gaat stellen (ook de (on)kosten van de fotografen die een gans optreden tot na elven blijven werken, mogen we hopen) . Als enige mag hij namelijk in de frontstage het ganse concert blijven fotograferen terwijl al de rest na drie nummers en moeilijke belichting (veel tegenlicht) wandelen wordt gestuurd. Die fotograaf krijgt het voorrecht foto’s te maken in ideale lichtomstandigheden: hemels wit licht (witter dan de vloerbedekking van het podium kan haast niet) op de frontman die meermaals de kleine catwalk op gaat en probeert contact te maken via zijn tintelende vingers met het publiek vooraan.  Het mag duidelijk zijn: Tom Smith heeft oog voor de Koning der Concertfotografie, neemt secondenlang poses aan zodat de Koning zelfs niet hoeft te twijfelen om op het knopje te drukken. Maar of die Fotokoning gediend is met al die wat geforceerde poses, is maar de vraag. Spontaniteit, zweet, het aardse, daar houdt ie van. Concertfotografie: het is vaak tonen wat de band wil dat er getoond wordt en dus gemanipuleerd worden. Bij Redacteurs is het niet anders.

Herman, God der Organisatoren, krijg ik vanavond niet te zien. Zoals steeds is God  alomtegenwoordig maar (zo goed als) nooit te zien. Een Engel stuurt ie als bode naar me toe. Lotte, haar lieftallige sproetjes op de neus verraden dat ze onlangs nog in zonnigere oorden vertoefde, brieft me over de laatste stand van zaken. 19 000 Toeschouwers. Check. Sportpaleis uitverkocht. Check. Hofleverancier Stageco staat in voor het podium. Vuurwerk en C02 via die andere hofleverancier Dewico. Er zijn nog zekerheden. De productie is eerder bescheiden met 4 trucks en 2 bussen, noteren we (we vermoeden sterk dat er bij dit soort shows meer te verdienen valt dan bij een inkoopshow genre Rihanna, Beyoncé en co).  367 VIP’s zijn er. 24 Medewerkers van het Rode Kruis . 48 Medewerkers  - zoals steeds met de glimlach - zorgen ervoor dat de toeschouwers hun plaatsje vinden. Opwarmer van dienst is Balthazar die volgens de planning om half negen van start gaat, maar in de feite bijna tien minuten vroeger begint. De bellenman die mensen uit de foyers moet halen en richting zaal moet sturen, komt hopeloos te laat met zijn signaal.

Als neusje van de zalm, krijg ik een setlist op papier mee. Bij “Smokers outside the hospital doors” staat het woord “Mines” in het rood en bij “Racing Rats” lezen we “Waterfall front”. Nieuwsgierig als ik ben vraag ik naar de betekenis. Een beetje ondeugend, houdt de Engel dat antwoord open met een “Dat zal je straks wel zien”. Ik begin wild te fantaseren dat in de deal die Jan en Jan onlangs sloten rond de exploitatie van Vorst Nationaal ook de waterval uit de musical Kuifje en de Zonnetempel inbegrepen is.

Onderaan de setlist valt mijn oog op het copyright “EDITORS, This is an official EDITORS set list”. Hilarisch vind ik het dat een band nu ook al auteursrecht op een lijstje songtitels claimt. Ofwel is humor hier aan de orde, ofwel grootheidswaanzin. Zou ik hier munt uit durven slaan en het A4-velletje aan grof geld te koop aanbieden op Ebay, marktplaats.nl, … bedenk ik me terwijl ik innig afscheid neem van de Engel die me zoals steeds tijdig de actuele, tot in de puntjes verzorgde info bezorgt.  Mocht er nog iets zijn: “je kan me altijd bellen op mijn gsm” meldt ze. Dat begint met “0473” en eindigt met “36” noteer ik. Wat een dienstverlening valt me vanavond te beurt. Klasse.

Redacteurs komen nooit te laat op de afspraak. Deadlines zijn heilig.  En dus beginnen Tom Smith en co er stipt om half tien aan. Een muur van vlammen zien we bij opener “Sugar”.  Editors start stevig en snel. “Someone says” volgt in één beweging. Die “mines” blijken rood vuurwerk van op het podium richting nok afgevuurd tijdens “Smokers outside the hospital doors”. Na een zacht tussenstuk met piano en drums, trekt de song stevig open. ”Eat Raw Meat = Blood Drool” wordt erg toepasselijk voorzien van rood licht. De toeschouwers zwaaien de armen van hun lijf op de synthesizerbeats, klappen vervolgens twee keer gevolgd door één keer mee in de handen. Smith gaat het catwalkje op, legt zijn microstatief neer. Ook bij Nothing, voorlaatste op de set, gaat het statief neer. Smith heeft goesting, in tegenstelling tot wat we deze zomer te weinig zagen van de frontman, pakt het moment van het begin van het concert en laat het niet meer los. Zoals steeds heeft ie weinig te vertellen. Net voor “All sparks”, uit debuutplaat The Back Room, ontvalt hem: “Het is zaterdagavond en Antwerpen moet zowat dé place to be zijn”. Met die attitude speelt Editors ook en dat straalt af op het publiek, dat met veel progressieve dertigplussers zich tot meesters in het meeklappen mag noemen.  “All sparks” zet Russell Leetch op bas in, het publiek volgt zijn ritme gedwee al valt het op dat enkel de fans van het eerste uur, die al fan waren nog voor de hype er kwam, het volhouden om de handjes in de lucht te houden.  En zo wordt “All sparks” een van de songs in de set die minder goed onthaald wordt net als “Like treasure”.

Intrigerend zijn de vingerbewegingen van Smith die hij voor het eerst toont tijdens “You don’t know love” aan de zwarte buffetpiano waarbij hij met één hand en tintelende vingers iets ongrijpbaars probeert te bereiken.  Het doet denken aan het fresco de Schepping van Michelangelo waarbij God Adam het leven schenkt en twee vingers in elkaars richting gaan.  Tijdens “A ton of love” tintelen de vingers naar wat voor hem de rechter tribune (kant Antwerpen) is. Opnieuw gaat hij de catwalk op, draait zijn rug naar het publiek, maakt een holle rug, blijft secondenlang staan zodat de lokale tourfotograaf van de dag (we mogen ondertussen hopen dat de man in kwestie zowel het petje van persfotograaf als tourfotograaf op had) voldoende tijd heeft om een kiekje van Smith met publiek op de achtergrond dat massaal “Desire” uitkeelt, te maken.

Bij eerste bis ”Bricks and mortar” probeert Smith met zijn vingers contact te maken met de fans vooraan. Dat lukt net niet. Het spel tussen bereikbaar en onbereikbaar zijn, drijft ie handig tot een hoogtepunt.

Na een minder “ Like treasure” is het publiek bij “An end has a start” opnieuw volledig bij de les. Daarna regent het niet alleen aan vuurwerk en vlammen in een verder sobere show (witte backdrop, basic belichting). Wanneer “In this light and on this evening” opentrekt, wordt dat visueel ondersteund met één rij vlammen vooraan én twee rijen achteraan het podium. De spanningsboog staat opnieuw erg strak.

Editors durft het aan om even de intensiteit te laten varen, en kiest voor een akoestische set. Smith begeleidt zichzelf op akoestische gitaar terwijl Justin Lockey, die als gitarist Chris Urbanowicz opvolgt, een knappe melodieuze solo op elektrische gitaar krijgt. Een uitgepuurd “No sound but the wind” waarbij enkel de frontman zich begeleidt op akoestische gitaar en ondersteund wordt door 19 000 stemmen, leidt onmiskenbaar tot een van de absolute hoogtepunten van een topavond. Heel wat fans leggen deze song met hun gsm toestel vast als herinnering. Niet meer dan terecht. Het applaus is dan ook erg fel en verdiend, maar komt iets te vroeg want Smith moet de song nog finaal neerleggen. Dat doet hij door een paar basic akkoorden te spelen en vooral het publiek de zang voor haar rekening te laten nemen. Enkele toeschouwers op de tribune kant Merksem geven een ovatie voor deze prestatie. Later zal Smith een grappige knie(zwengel)- choreografie uitvoeren tijdens “Munich”.

De waterval betekent goudkleurig vuurwerk – vergelijkbaar met datgene dat je op een (ijs)taart ziet bij een verjaardag -dat naar beneden spettert vanuit de nok. We zien het voor het eerst vanavond vooraan het podium tijdens “Racing rats” en later nog eens achteraan bij “Nothing”. Als er al een ding op te merken valt tijdens deze uitstekende show, dan is het de erg vreemde regie en cameravoering. Secondenlange close ups van een microfoon waar niemand achter stond, een shot van de met veel draden bezaaide podiumvloer, … zagen we. Net als het publiek kwam de regie blijkbaar wat later op dreef terwijl de band er wel van de eerste noot stond.

Conclusie: topconcert. Editors bevestigde als headliner hun plek in een big venue als het Sportpaleis waard te zijn. Om stadia te vullen is het nog net dat ietsjes te vroeg, maar het potentieel is er. Zo veel mag duidelijk zijn. Kortom: eindelijk een band van de nieuwe generatie die die kwaliteit in zich heeft. En dan te weten dat Editors na het vertrek van Urbanowicz overwoog om te stoppen …

< Bert Hertogs >

De setlist:

  1. Sugar 
  2. Someone Says 
  3. Smokers Outside the Hospital Doors 
  4. Bones 
  5. Eat Raw Meat = Blood Drool 
  6. Two Hearted Spider 
  7. You Don‘t Know Love 
  8. All Sparks 
  9. Formaldehyde 
  10. A Ton of Love 
  11. Like Treasure 
  12. An End Has a Start 
  13. Bullets 
  14. In This Light and on This Evening 
  15. The Phone Book (akoestisch)
  16. No Sound but the Wind (akoestisch)
  17. Munich 
  18. The Racing Rats 
  19. Honesty 

Bis:

  1. Bricks and Mortar 
  2. Nothing (met volledige band)
  3. Papillon (lange versie)


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter