PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Hamlet

zondag 8 december 2013De Munt Brussel

Hamlet

De  opera Hamlet van Ambroise Thomas (1811-1896) geraakte vanaf de eerste Wereldoorlog in de vergetelheid. Minder gekende werken opnieuw onder het stof halen en een tweede leven schenken, doen operahuizen al sinds de jaren ’80. En dus kon de Munt, die deze opera op 26 december 1871 voor het eerst opvoerde niet uitblijven. 100 jaar nadat die voorstelling in ons land voor het laatst te zien was, waagt Olivier Py zich aan de regie van dit moeilijke werk.

Heel wat regisseurs beten hun tanden namelijk al stuk  op Hamlet. Dat komt door de dwingende taal van Shakespeare met de fameuze “to be or not to be”-passage, maar liefst 30 personages (hier herleid tot 11), de sombere teneur maar vooral het magisch-realistische aspect van het verhaal waardoor dit werk gewoon erg moeilijk te brengen is op scène. Hamlet moet namelijk in contact komen met de geest van zijn dode vader die hem informeert over het moordcomplot dat Claudius, de broer van zijn vader, en Hamlets moeder hebben uitgevoerd. Hamlet moet zijn dode vader wreken, zijn moeder sparen, maar spaart zijn liefje Ophélie niet. Ontredderd wanneer hij waanzinnig wordt, kiest zij voor zelfmoord. In Py’s regie is Hamlet naar ons aanvoelen onvoldoende waanzinnig. Hij toont zelfs het schone door de as van zijn vader uit de urne op een schraag te leggen en de assen te laten dansen in de lucht wanneer de ventilator ze optilt.

Dat zijn mooie beelden, maar Py doet ook iets te hard zijn best om die te vinden. Zo zien we Rachele Gilmore (Ophélie) een zuivere Kylie-choreografie met andere leden van de cast die een hondenmasker op hebben, neerzetten in het tweede deel net voor ze sterft. Op andere momenten komt Olivier Py tijd te kort. Wanneer Ophélie dood is, moet ze op het draaiend podium van rechtsachter naar voor doordraaien. Op dat moment ligt ze opgebaard in een lijkenhuis onder een fel witte lamp. Maar de regisseur heeft niet genoeg tijd om die beweging op een natuurlijke manier, volgens het tempo van de muziek, te doen. En dus zien we Gilmore aan een veel te snel ritme doordraaien. Py wil te veel ook. Op een bepaald moment moet nog snel de dode koning met een stuk zwart plastiek op de treden gelegd worden, en dat voor slechts enkele seconden.

Maar het grootste probleem hebben we met de doublures, het toneel in het toneel, waarbij Hamlet duidelijk maakt dat hij weet heeft van het moordcomplot. De doublure van Ophélie zal onder andere nog terugkeren net voor Rachele Gilmore haar aria inzet – de enige in de voorstelling die een applaus kreeg trouwens – waardoor die even de spanning lost alsof Py vooral het drama wil onderbelichten in de anders erg grauwe, zwarte, kille bakstenen omgeving die inclusief gewelven de binnenkant van het Deense kasteel Elsinore voorstelt. Enige kleur die terugkomt op de scène is rood, rood van de revolutionaire vlag, rood van het bloed ook. Verder is alles of zwart, of wit.

Wanneer de geest van de overleden koning verschijnt, laat Py daarvoor een vierde doorschijnende wand optrekken waarin rook uit rookmachines zijn weg al wervelend vindt. Kortom: hij wil vooral niet dat het publiek zich betrokken zou voelen met het werk en het lot dat de personages te beurt valt. Ook de weerspiegeling van de tribune van het theater zien we net in het begin en het einde gebouwd. Py wil daarmee onderstrepen dat het maar om theater gaat, en legt cues er vingerdik op. Hamlets gemoedstoestand zien we al in het begin wanneer het dimmende licht in de Munt in zijn weerspiegeling op de wit doorschijnende plastic begint te dansen. Duizelig, wat mottig worden we ervan. Ook later zal het tollen (in het hoofd), de cirkelvorm meermaals terugkomen, ook muzikaal trouwens wanneer de strijkers een golvende beweging uitvoeren in het eerste deel net voor Hamlet Parle-moi zingt tegen Marcellus en Horatio. Om het er dubbel en dik op te leggen dat het niet al te best gaat met Hamlets psychische gezondheid, krijgt Franco Pomponi als Hamlet ook nog een trechter op het hoofd.

Hamlet zet streepjes met krijt en schrijft ook veelvuldig “Mourir. Dormir. Rêver” dat in het libretto later terugkomt in het begin van de derde acte. Dé monoloog is het met “Être ou ne pas être… Ô mystère !” in die eindigt met “Mourir ! Dormir ! Dormir ! Ô mystère ! Mourir ! Dormir ! Rêver peut-être !”

De laatste minuut gebeurt er erg veel. Onder andere Claudius en Hamlet vinden de dood en een nieuwe koning moet gekroond. Ambroise Thomas’ Hamlet blijft dan ook voornamelijk bij als een werk dat 3 uur en half duurt met pauze waarbij de kijker het (valse) gevoel krijgt dat de regie te weinig verteltijd heeft en alles op een drafje afgehandeld moet op het eind.

< Bert Hertogs >      


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter