PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Assepoester, het tamelijk ware verhaal

zondag 15 december 2013Stadsschouwburg Antwerpen

Assepoester,

Speciaal. Dat is wel het minste dat we kunnen zeggen van de laatste productie van Musical Van Vlaanderen. Regisseur en schrijver Stany Crets heeft het klassieke sprookje van de gebroeders Grimm omgetoverd tot een eigentijdse voorstelling waarop hij zijn eigen stempel wist te leggen. Het werd een show waarin hard gewerkt was om een kwalitatief sterke musical af te leveren die tegelijkertijd probeerde te breken met alle clichés van het genre. Stany’s versie van Assepoester bulkte van de referenties naar andere musicals en filmklassiekers, leverde heel wat maatschappijkritiek en had zelfs een ingebouwd educatief moment. Dit geheel was nog eens overgoten met humor in de stijl van Monty Python en door Ad van Dijk voorzien van muziek. Charlotte Campion schitterde als Assepoester, Sébastien De Smet tekende voor de rol van de cynische reporter en Ann Van den Broeck was ronduit memorabel als feeks van dienst.

We zijn allemaal vertrouwd met het zeemzoete verhaaltje van Assepoester zoals Disney het voorschotelt. Daar bleef weinig van over bij Stany Crets. Hij ging terug naar het verhaal van de gebroeders Grimm. Sprookjes waren toen donker en grimmig. Die harde realiteit was in deze moderne versie bewaard gebleven. Assepoester was een slons die rake klappen kreeg en die niet voor zichzelf opkwam. Geen lieve toverfee met een staf die wensen vervulde, maar het was de overleden moeder die Assepoester toesprak. Op het einde werden de ogen van de stiefzusters uitgestoken door duiven zodat ze blind achter bleven. Het was niet bepaald het standaard materiaal voor een kindervoorstelling, maar wel de basis waarop Stany ging verder bouwen. 

Eén van de belangrijkste bouwstenen was die typische humor die we al kenden van  “Debby & Nancy “en “Spamalot”. De verschillende personages waren zo consequent door gestileerd dat het karikaturen werden van zichzelf. De stiefmoeder, Vicieuza, werd zo’n serpent dat ze door haar houding, haar taal, haar make-up en kleding kilte en haat uitstraalde. Haar licht Duits accent en het feit dat ze spontaan in opera-aria’s kon uitbarsten, maakte haar alleen nog obscuurder. Ann Van den Broeck was geweldig in deze rol. Ze kon haar donkerste kantje laten zien, mocht zich vocaal bewijzen in aria’s en was ijzingwekkend geloofwaardig. 

De twee stiefzussen Depressiva en Tristessa, vertolkt door Maaike Cafmeyer en Fleur Brusselmans, waren twee regelrechte trutten: domme blondjes in het kwadraat. Vanaf hun eerste verschijning op het podium riepen ze spontaan een aversie op door hun manier van lopen, kleden, bewegen, praten, … Stany Crets had bij het creëren van deze typetjes alle registers open getrokken en had de grens van de goede smaak daarbij ver overschreden. Maar het paste wel in het concept. Hun marginaliteit leverde geen hoogstaande dialogen op, maar hier en daar wel wat leuke taalhumor. Maaike en Fleur speelden hun personages erg overtuigend en vielen op geen enkel moment uit hun rol. 

Ook Mijneer het Prinske was op zijn zachtst gezegd een karikatuur: rot verwend, naïef, wereldvreemd, slapend in een roze hemelbed in een roze kamer met een groot schommelpaard en om te ontspannen kreeg hij van zijn tante Snös als volwassen kerel nog altijd een papflesje. Hoe zielig kan je zijn? En toch moest deze prins uitgroeien tot de koene pantoffelheld die Richard Gere-gewijs zijn bruid naar het altaar droeg. De acteerprestatie van Laurenz Hoorelbeke was oké, maar in de zang kon hij niet altijd overtuigen. 

Charlotte Campion daarentegen, was heerlijk om bezig te horen. Samen met Jasmine Jaspers, in de rol van de overleden moeder, kreeg ze de meeste kansen om in zachte, gevoelige ballades haar stem ten volle te laten uitkomen. En de twee dames stelden niet teleur. Wanneer we hen hoorden zingen, was het puur genieten. Soms was het jammer dat Stany Crets in zijn regiebeslissingen ervoor gezorgd had dat alle emotionele scènes visueel doorbroken werden door slapstick. Het maakte dat de gevoelsband met de personages nooit echt ontstond. Het bleef maar wat toneel. 

Deze lijn werd wel erg consequent doorgetrokken waardoor het een deel van het concept werd. In de scène waarin de vertelfiguur, in de persoon van de cynische schrijver, op zoek gaat naar de moraal van het verhaal, konden we letterlijk achter de schermen kijken. De coulissen waren weg, technici verreden de decorstukken en  het ensemble was op weg naar de kleedkamers om zich te verkleden. De boodschap was duidelijk: dit is allemaal maar theater, maar een melig sprookje dat op een scène wordt verteld. 

Het idee om de cynische journalist, goed vertolkt door Sébastien De Smet, als verteller te laten fungeren, deed ons trouwens erg denken aan de rol van Che Guevara in de musical “Evita”. De truc met de spiegel leek geleend uit “Phantom of the Opera” en het slotnummer bracht ons in de sfeer van “Sister Act” en “Shrek”. Alleen jammer dat hier de muziek zo hard door kwam dat we de teksten niet meer konden verstaan. Stany Crets en zijn team hadden opzettelijk heel wat verwijzingen naar andere producties in deze voorstellingen gestoken. Ook de hints naar “An Officer and a Gentleman”, “A Nightmare on Elm Street” en “Sunset Boulevard” waren ons niet ontgaan. Vicieuza deed wel erg hard denken aan Cruella de Vil en “het kot” waar Louise in verbannen werd, had verdacht veel weg van het hok onder de trap bij Harry Potter. Er waren verder nog referenties naar Toon Hermans, “The Sound of Music”, Walt Disney, Superman en Marilyn Monroe. 

Het was de kracht en misschien ook wel de zwakte van deze productie. Hoeveel dingen kan je in één voorstelling stoppen? Voor de aandachtige toeschouwer werd het een sport om de hints te herkennen en mee te gaan in het concept. Wie hier geen oog voor had, zag vooral een musical die tegen de haren in streek. Wij vonden het geniaal hoe het “Slavenkoor” uit de opera “Nabucco” in de voorstelling verweven werd. Martin Michel had er een prachtige choreografie op gemaakt voor danseressen met stofzuigers en stofdoeken. Maar het vroeg wel een open geest om dit gegeven te accepteren binnen het kader van een musical. 

“Assepoester, het tamelijk ware verhaal” was dan ook een vooruitstrevende productie. De liefhebbers van de klassieke musicals gaan hier waarschijnlijk van een kale markt thuis komen. Maar wanneer je bereid bent om de geest open te stellen en mee te gaan in het idee van de voorstelling, kan je de rijkdom van deze musical leren waarderen. Stany Crets en zijn team deinsden er niet voor terug om in  een tijdloos sprookje kritiek te leveren op het te grote belang van olie in onze economie en de uiterlijke schijn die aangepast moet worden door plastische chirurgie. En tegelijkertijd leverden ze ook een kwalitatief goede musical af die zich liet kenmerken door een voortreffelijke cast, een prachtig decor en passende choreografie. Het is een voorstelling waar je ofwel de genialiteit van inziet ofwel absoluut niet in mee kan gaan. Wij waren in ieder geval fan … al hadden we waarschijnlijk wel aangeraden om de grote stofzuiger achterwege te laten. 

< Sascha Siereveld >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter