PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Spirit

zaterdag 9 mei 2015deSingel Antwerpen

Spirit

Spirit is een double bill met Noetic van Sidi Larbi Cherkaoui voor en Metamorphosis van Saburo Teshigawara na de pauze. Beide werken hebben opvallende gelijkenissen, zo weten ze pas halfweg ons richting te geven waar ze naartoe willen. Opent Noetic met een meeslepende partituur van Szymon Brzóska die filmisch, dan weer barok, tot intimistisch aanvoelt dan trekt het werk gaandeweg de kaart van minimal music, visuele én geluidspatronen die elkaar herhalen. Teshigawara kiest dan weer voor een spacy, eerder monotone sound bij de start wat eindigt in pulserende beats die zowel qua ritme als op vlak van volume opgedreven worden.

Noetic

Shogo Yoshii opent de voorstelling op Japanse troms en Miriam Andersén verzorgt de live zang terwijl de rest van de score uit een doosje komt.  De integratie van Japanse elementen in Cherkaouis werk is niets nieuws, denken we maar aan Play en Tezuka. Wat wel duidelijk is ondertussen, is dat de Belgisch-Marokkaanse choreograaf zijn signatuur na Babel in zekere zin veranderd heeft.  Vooral in het recenter werk neemt het wiskundige, de wetenschappelijke, ja ook de afstandelijkere benadering van dans de bovenhand. Bij Noetic is het niet anders. De drie wanden op het toneel zijn zakelijk wit, de dansers van hun kant zien er uit om door een ringetje te halen, mannen in kostuum, vrouwen – weliswaar met kniebeschermers aan - in cocktailjurk.

Het is in die wat steriele omgeving die nog Genesis uitademt dat Cherkaoui op zijn beurt zijn ode aan de cirkelvorm brengt, aan het atoom, de molecule waar mensen uit gemaakt zijn. Ook hier schuwt ie ook wetenschappelijke teksten niet.  Hoorden we in Tezuka nog ”How bacteria talk to each other” van Bonnie Bassier en in Play “Happiness talk” door Matthieu Ricart, dan kiest de choreograaf nu voor “Free energy finally discovered” van Rodin Coil en “Shots of Awe” van Jason Silva. De maakbaarheid van de mens, een ongebreideld optimisme over de wetenschap en dat de mens in staat is alles te ontrafelen wat er te ontrafelen valt, ademt deze choreografie uit.

Hoewel de partituur tijdens de solo’s een zekere eenzaamheid en kwetsbaarheid laat horen, zien we dat niet meteen in de choreografie. Vorm (muziek vs. decor en kledij) en inhoud (tekst/dans vs. muziek) contrasteren dus wel vaker. De emotionaliteit van de muziek (een gezongen “Carpe diem” dat ook het woord “incontinenti” dropt,  een solo door een man uitgevoerd in kopstand terwijl een snaarinstrument erg gevoelig begeleidt terwijl een andere danser met een paar vrouwenhakken diagonaal over de scène wandelt, een meeslepend moment met vier die de eenzaamheid niet toont,…) zien we niet weergegeven in de dans en het decor wat zeker bij de start van het werk, Noetic (dat niet voor niets staat voor mentaal of rationeel) moeilijk toegankelijk maakt.

Het is pas wanneer het gezelschap resoluut kiest voor geometrie door metalen buigbare staven te leggen op het podium en het tweede deel van Coils tekst over doubling te horen is, dat de ratio het ook volledig gewonnen heeft op de emo. Pas dan komt de voorstelling over als een consistent geheel waar het aantal contrasterende/conflicterende zaken rechtevenredig daalt terwijl het niveau van het werk stijgt. Het vormen van bogen, in een cirkel ronddraaien (net zoals bij Genesis maar toen met karren) en het ermee zwaaien in een erehaag zien we (wat weer doet denken aan de Bijbel: Palmzondag, de Bijbel nog zo’n onderwerp waar Cherkaoui wel vaker naar refereert, denken we maar aan Babel).

Noetic lijkt een wervelstroom machine te tonen (waar de mens mee vergeleken wordt door Coil) met allemaal atomen (elke danser heeft een cirkel vast) die in sneltempo rondgedraaid worden en zo een driedimensionaal, bewegend gegeven tonen en lijken te verdubbelen. Dan weer komen ze allemaal achter elkaar te staan, splitsen ze waarbij een man zonder ze aan te raken door de cirkels wandelt. Een visueel hoogstandje is dat. En al mag Noetic verwijzen naar het oneindigheidsteken dat uiteindelijk een combinatie is van twee cirkels, toch vallen de cirkels wanneer ze los van de mens komen, stil, knap getimed met de muziek trouwens die minimal kenmerken meekreeg. Finaal voelt de voorstelling ritualistisch aan in zijn ensemblemomenten terwijl met alle staven samen één groot atoom gevormd wordt waar een man zich in plaatst met een pose dat ie de wereld aankan. Dat eindbeeld in combinatie met duetten en solo’s die fragieler oogden en een transgender tussen de vrouwen, maakt Noetic iets ironisch hebben. Alsof Cherkaoui wil zeggen dat antwoorden op de grote vragen niet exclusief te vinden zijn bij één domein maar dat het vaak in de som van de deeltjes zit. Net als Noetic dus, met dat verschil dat 1+1 pas 3 is na een behoorlijk lange aanlooptijd.

Metamorphosis

Metamorphosis begint met dansers die erg laag, sluipen over de grond en metalen verwrongen staven die in beweging blijven door hun golvende vorm (ook te zien in de circusvoorstelling Secret Van Cirque Ici trouwens). De voorstelling ademt een langgerekte mysterieuze gloed uit, en is in tegenstelling tot Noetic een stuk donkerder. Wel moet gezegd dat het lichtplan dan weer veel ingenieuzer in elkaar steekt met onder andere blauwe belichting van de vloer of zijdelingse warm oranje belichting op de danser.

Heeft Noetic iets acrobatisch/sporty door de kopstand en de koprol, dan zit dat ook in Metamorphosis maar dan in het achteroverbuigen omdat een lange staaf gevaarlijk dicht in de buurt van een danser komt. Ook hier is timing erg cruciaal om een maximaal effect te genereren.

Metamorphosis vergt geduld van de toeschouwer wanneer over meer dan acht minuten de dansers plat op het podium liggen of op hun zij, en slechts om de zoveel seconden een houding aannemen en geleidelijk aan terug als een pudding in elkaar zakken naar een nieuwe rustpositie tegen de vloer. Naarmate de tijd verstrijkt, volgen de beweging-rust modi elkaar sneller op en komen de dansers ook recht, net als de mens die via evolutie heeft leren rechtop staan en op twee voeten wandelen. Die trage beweging heeft wat weg van de musical Cats inclusief het punten van de grote teen trouwens.

Metamorphosis leest dan ook als een sequens van geluid dat aanvankelijk erg vlak is, gaandeweg reliëf vorm, piekt en daalt als een sinusgolf, als een geluidscurve waarbij de golven elkaar sneller opvolgen en hogere pieken en diepere dalen kennen ook te zien in een metalen buis die op die manier gevormd is en die naar voor tegen de rand van het podium bolt. Het maakt dat deze choreografie néb als Noetic pas voorbij de helft zijn ritme en definitieve plooi krijgt. Ook hier lijkt de aanloop naar de finale, die net als die van Noetic zeer boeiend is, net dat tikkeltje te lang.

Beide producties werken dus Spirit in de hand, lijken elkaar aan te vullen en te versterken. Al blijkt het publiek in deSingel het geheel matig te appreciëren. Noetic vond men tijdens de pauze nog “mooi” terwijl onze tijdelijke buren wat lacherig deden over het wel erg uitgeholde en goedkope statement: “het behoort tot het beste wat de choreograaf ooit creëerde.”  dat Pieter T’Jonck over Noetic in de programmabrochure liet optekenen. Net als Metamorphosis kreeg het een eerder zuinig applaus. Met dat verschil dat Noetic nog kon rekenen op een tiental mensen die er toch een staande ovatie voor over hadden.

Wanneer een kunstvorm voor de ratio kiest en in mindere of bijna geen mate voor de emo, tja, dan is zo’n publieksreactie doodnormaal. Dergelijke werken zijn mooi en esthetisch, maar ze gaan niet onder de huid plakken. Of het nu gaat over geluidcycli of over atomen en molecules...

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter