PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie En avant marche

zaterdag 16 mei 2015Opera Antwerpen

En

Gardenia van regisseurs Frank Van Laecke en Alain Platel was zo’n succes in 2010 dat een nieuwe samenwerking toen al in de sterren stond geschreven. Gardenia werd in binnen- en buitenland geprezen door critici en kreeg een nominatie voor de Olivier Awards in de UK in 2012. Zelf was Concertnews.be een koele minnaar van Gardenia dat wat te veel de kleine kantjes van de kleine man in de spotlight zette. Ook stelden we de extreem fragiele lijn vast tussen het verhaal van mensen vertellen (amateurs en semi-professionals toen) en ze te kijk zetten. Zo danste Gardenia op de slappe koord tussen oprechte authenticiteit tonen en scoren met een rariteitenkabinet. In “En avant marche” kiest het duo opnieuw voor die moeilijke lijn, die ze laat invullen door hoofdrolspeler Wim Opbrouck. Een trombonist die om gezondheidsredenen het koperblaasinstrument moest ruilen voor de cimbalen.

En avant marche start met hem als een oude man die moeilijkheden heeft om te ademen en te bewegen. Met een radio-casette- en cd-speler komt hij aandraven om zijn partituur in te studeren. De manier waarop hij dat doet, erg traag, toont dat ie een oude, zieke man speelt die in de herfst van zijn carrière en leven is beland.  Ook het zoeken en vinden van een verlengdraad om het toestel aan te sluiten, gebeurt met een ontzettende traagheid. Wanneer hij vervolgens doorheeft dat het nog een tijd duurt eer het zijn beurt is om de bekkens op elkaar te slaan, spoelt hij de cd verder, wat voor het gekende probleem zorgt dat wanneer er niet meer constant gedrukt wordt op de knop, en er een extra druk op de knop volgt, de cd naar de volgende track gaat en niet verder doorspoelt binnen dezelfde track. Herkenbaar is dat voor het publiek in Opera Antwerpen dat links en rechts lacht.

Van Laecke en Platel tonen muziekverenigingen, het leven bij een harmonie of fanfare als een minimaatschappij. Die vergelijking is niet nieuw, zo staat er in de Senaat sinds 1985 een kunstwerk van Willy Peeters dat “Orkest” heet. Het idee: een orkest werkt als een democratie en heeft zijn eigen codes, zijn eigen taal, vaak een mengeling van internationale talen omdat de groep uit muzikanten bestaat met verschillende achtergronden. De compositie en muzikale leiding van de voorstelling is in handen van Steven Prengels.

Met “La morte è passata” (de dood is langsgeweest) uit “L’uomo dal fiore in bocca” van Luigi Pirandello uit 1922 benadrukt Opbrouck dat zijn personage (keel)kanker heeft en niet lang meer te leven heeft (zo’n 8 maanden). De medicijnen hebben invloed op zijn geestestoestand. Het brengt hem tot het zingen van “Je suis malade” (Serge Lama) uit 1973 dat eigenlijk over eenzaamheid gaat en “La ballade des gens heureux” van Gérard Lenorman uit 1975. Beide nummers brengt ie dus ironisch. Gorgelen (inname van medicatie) doet ie dan weer terwijl hij het Belgisch volkslied laat horen om vervolgens repetitief als een blauwe vinvis die uitademt via zijn spuitgat zo hoog mogelijk het water uit zijn mond de hoogte in te spuwen terwijl Chris Thys met uitgestoken tong wat druppels probeert op te vangen.

“There is a crack in everything. That‘s how the light gets in.” uit Anthem van Leonard Cohen citeert Wim Opbrouck waarna hij heel wat mensen van soundscape KMV De Leiezonen vraagt wat hun hoofdjob is: hoofdverpleegkundige, projectleider, leerkracht lager onderwijs, begrafenisartikeldesigner,… Daarna gaat de absurde humor van Opbrouck aan het werk en citeert ie vrij uit “Dien avond en die rooze” van “Guido Gezwelle” en flirt ie met de majorettes in goudkleurige pakjes gehesen.

Artistiek bedenkelijk wordt het wanneer ie “Omdat ik geen vogel ben, vogel ik je” naar Griet Debacker uit die met een Gentse versie van “Du” van Peter Maffay uit 1970 antwoordt. En avant marche refereert dus lang niet alleen naar Verdi, Mahler of Van Beethoven, maar ook naar Vier weverkens, het Franse chanson uit de jaren ‘60 en ’70, en meerstemmige zang. Het is ook die traagheid uit die jaren die het consequent uitademt. Uitzonderingen zijn de Balkanbeats op het einde en de geweldige start van het orkest die de toonladders wel erg swingend laten horen. Dat zorgt voor een welgekomen variatie in tempo. Variatie die meer in deze voorstelling - die honderd minuten duurt en nu een lange zit werd - mocht zitten. Gek veel choreografie is er trouwens niet in En avant marche die het vooral moet hebben van een duet tussen Thys en Debacker (die ieder apart synchroon dezelfde bewegingen uitvoeren op een klapstoel onder andere), een solo voor Opbrouck gevolgd door een duet tussen hem en een man.  

Omdat de focus halfweg in mindere mate op de gezondheid van het personage dat Opbrouck neerzet, ligt en de voorstelling start wanneer die gezondheid al achteruit gegaan is, haalt dit samen met zijn humor de dramatiek iets te veel weg uit zijn rol. Zijn exit (“il faut savoir quitter la table” naar Charles Aznavour uit 1965) op het einde is knap, maar ontroert wellicht daarom in mindere mate.

En avant marche gaf ons minder een onbehaaglijk voyeuristisch gevoel dan Gardenia. Maar “En avant marche” beklijft te weinig omdat het naast het (te fragmentarische) verhaal van een persoonlijk drama, ook een humoristische, muzikale, citerende  én dansvoorstelling is. Wellicht is het creatief team iets te ambitieus geweest en wou het vooral té veel in één voorstelling brengen. Dat maak ze finaal dus gewoon goed zonder meer.

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter