PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Begijn Le Bleu verandert de wereld begint bij zichzelf

donderdag 28 januari 2016


Begijn

Begijn Le Bleu (Begijn Timothy) begon zijn carrière pas op zijn dertigste. Hij gaf zijn job als leerkracht op en kwam op de proppen met een eigen zaalshow. Hij bleef onbekend bij het grote publiek tot 2013 wanneer hij samen met drie vrienden het 2BE programma Foute Vrienden maakte. Vorig jaar volgde nog de apotheose met een langspeelfilm. Nu is Begijn terug in de zalen te zien met “Met Mij Gaat Alles Goed”. Op 28 januari 2016 is de première te zien in de Arenbergschouwburg in Antwerpen. Een gesprek over zijn show en over moraliteit.

Dag Begijn, gaat alles goed met jou? 

Met mij gaat het zowel persoonlijk als professioneel zeer goed ja.

De nieuwe show van u krijgt dan ook die naam, van waar die keuze?

Wanneer je de foto die bij het beeld staat ziet dan zou je gaan denken dat het helemaal niet zo goed gaat met mij. Dat is eigenlijk een verwijzing naar het feit dat iedereen het vandaag goed moet hebben en leuk moet vinden, terwijl we in sommige gevallen niet zeker zijn dat het ook effectief zo is. Ik probeer daar een antwoord op te geven in de voorstelling. Ik ben nu wat bekender geworden dus in principe zou het nu zo moeten zijn dat ik mij beter voel in mijn vel. Maar uiteindelijk blijf ik vechten met dezelfde ergernissen als vroeger. Mijn bewustzijn is er niet altijd en daar gaat de show dan ook over. 

In “Met Mij Gaat Alles Goed” profileert u zichzelf als een loser, bent u in het echte leven dan ook zo?

Het loser-gehalte is een dankbaar gegeven om humor mee te maken. Ik heb daar zelfs mijn handelsmerk van gemaakt. Sommige comedians wijzen in hun show met de vinger naar iemand anders. Hierdoor zeggen ze eigenlijk voortdurend dat ze beter zijn dan de rest. Ik wil dat net andersom doen. Bond zonder naam had ooit zo’n oubollige, klassieke spreuk dat boven de schouw hangt bij de grootouders: “Verander de wereld, begin bij jezelf”. Dat is dan ook iets wat ik probeer uit te dragen in mijn shows. Ik ben vaak de klos van mijn eigen domme uitspraken en dingen die ik doe. In mijn shows verklaar ik die.

Waarom vindt u dit belangrijk om naar voor te brengen in uw shows?

Dat werkt heel relativerend voor een publiek en voor mij is dat de enige manier waarop we naar een betere wereld kunnen werken. Als je bij jezelf begint ga je automatisch ook sneller deuren openzetten voor anderen. Het is door constant jezelf in vraag te stellen en naar jezelf te kijken dat de eigen grens verlegd kan worden. Het is normaal dat er fouten worden gemaakt, maar dan moet je dat gewoon anders doen. Ik hoop dat ik door dat voorbeeld te stellen op het podium, de mensen aanzet om dat ook te doen. De rest is dan natuurlijk puur entertainment, puur lachen, puur lol, puur humor, gewoon de mensen een goeie tijd bezorgen en niets meer dan dat. 

U probeert dus via uw show een soort van levenswijsheid over te brengen op het publiek?

Ja, ik wil niet graag moralistisch doen maar dat zal hoogstwaarschijnlijk wel zo zijn. Door die kleine dingen die heel relativerend werken en herkenbaar zijn, zullen er wel mensen dingen tot zich nemen. Mocht dat niet zo zijn, dan heb ik ze toch een mooie tijd bezorgd.

Het is reeds uw vijfde show, waar blijft u de inspiratie halen?

Als je alle vijf die shows op een rijtje zet dan zal je merken dat het vijf totaal verschillende shows zijn. Ik ben begonnen als typeke, zoals Freddy De Vadder was ik Tino Schietekat. Ik droeg toen een grote bril, een tas en een maatpak. Zo ben ik stilletjes aan geëvolueerd naar hetgeen dat ik nu doe. Elke show is voor mij een heel aparte wereld. Nu sta ik echt als mezelf op een podium.

Wat vindt u dan het leukst om te doen?

Ik probeer beide te combineren, ik speel af en toe wel nog eens typekes maar als mezelf. Ik verkleed me niet meer. In de toekomst bestaat er een kans dat ik zoiets nog eens ga doen, een zotte voorstelling. Ik wil zo’n zotte voorstelling maken met speeltuinen en dat soort dingen, zoals Bert Visscher dat doet in Nederland. Daar zit niets van inhoud in maar het is gewoon puur “leute” en een visueel spektakel. Alle remmen los, het beest uithangen. Dat zou ik dus heel graag nog eens doen en de kans zit er dik in dat ik het effectief ga doen.

Kunt u dit nu dan niet doen op een podium?

Ik wil dat wel, maar ik zou dat niet alleen kunnen.  Zoals we dat doen met Foute Vrienden, maar dan een show met drie personen. Dat is dan ook opeens een groot leven dat je krijgt op het podium. Ik zou dat naar voorbeeld van Waardenberg en de Jong doen, dat is geweldig. Ik ken wel enkele mensen die ook de zot willen uithangen, dus dat komt dik in orde.

U werd zelf beroemd dankzij Foute Vrienden, merkt u dat aan de ticketverkoop van uw shows?

Absoluut. Dat is vooral dankzij de invloed die televisie heeft op mensen. Ik merk nu nog meer hoe groot die macht wel niet is. Dat is een zege geweest. Hetgeen ik nu doe op een podium dat is mijn ding. TV blijft voor mij altijd een zijstapje. Maar er is echt een onwaarschijnlijk verschil nu tegenover vroeger. Zo’n groot verschil waardoor ik denk: “Waarom heb ik ooit humor gebracht voor 30 man?”. Het is echt moeilijk om voor zo’n klein publiek te spelen die u niet kennen. Dat is hard omdat je sfeer moet hebben. Nu, met shows vanaf 120 man, is die sfeer al gezet want mensen kennen mij en denken te weten wat ze kunnen verwachten. Maar het is nog altijd een kwestie van de bal binnen te koppen. Je kan natuurlijk geen volledige show teren op het bv-schap, want dan haakt het publiek ook af. Maar er is wel een bepaald verwachtingspatroon die er vroeger niet was. De sfeer is beter waardoor de kans op slagen veel hoger is.

U bent er ondertussen 44. Had u dit plotse succes zien aankomen?

Nee, we zijn Foute Vrienden ook begonnen omdat we wat meer werk zochten. De pers schreef wel over mijn shows dat ze sterk waren, maar daar was ik niets mee. Ik had enkele goeie recensies op zak, maar het grote publiek leest die recensies niet. Het is televisie, dat is een heilig medium dat meteen veel mensen aanspreekt. Het is ook door het op tv te zien dat mensen zien hoe grappig ik al dan niet ben. Een recensie blijft een mening van één persoon, op tv kunnen ze zelf hun mening vormen.

Foute Vrienden is er ook gewoon uit het niets gekomen, we waren effectief vier vrienden dus we zagen het wel zitten. Daarnaast zijn we als tv-programma ook niet altijd ten volle door alle pers opgenomen geweest, maar wel door het publiek. Hierdoor zijn we dan ook een stuk cult gebleven. Ze spraken over ons als  “The pain in the ass”. Daardoor konden we ons ook heel veel permitteren. We hadden een bepaalde vibe, een bepaald enthousiasme en een sterke mentaliteit. Maar dat succes, dat zie je echt niet aankomen. Je kan het enkel proberen door het te doen.

Plots was dat succes er. Wat dacht u toen?

Ik ben daar nog steeds enorm dankbaar voor en vind dat ook echt onvoorstelbaar. Twee seizoenen geleden stond ik in de kleine zaal van de Arenberg, daar kan ongeveer 93 man binnen en dat was net niet uitverkocht. Nu sta ik in de grote zaal van de Arenberg waar 800 man binnen kan en die is bijna uitverkocht. Dat is echt een ongelooflijk avontuur.

Het leuke is dat ik het succes ook kon verzilveren. Ik ben dan ook al 15 jaar bezig met dit genre. Dus ik kon een mooie voorstelling maken en het publiek iets geven. De mensen komen dan ook kijken naar iets waarvan ze niet weten wat ze moeten verwachten. Die nemen een risico, en als dat toen niet goed was geweest dan zaten de mensen nu ook niet meer in de zaal. Het is dus allemaal zeer mooi samengekomen. Maar ik heb er hard voor moeten werken, veel vrijwillig gedaan maar ik vond dat niet erg omdat ik het graag doe. Toch is er steeds een portie geluk die om de hoek komt kijken en die was er dan ook plots. De dag dat ik dat niet meer de max ga vinden hoop ik dat ze mij daar op wijzen. 

In Foute Vrienden wordt vooral gerekend op improvisatie, is dat ook iets wat u in uw shows steekt?

Dat zit daar gewoon in. Ik probeer dat er niet bewust in te steken. Als ik poog om dat er in te moffelen, merk ik bij mezelf dat zoiets niet lukt. Het is door het los te laten dat de tofste dingen ontstaan. Een simpel gesprek is meestal het best voor improvisatie. Ik ga er niet meer van uit dat een gesprek met het publiek sowieso grappig is. Meestal ontstaat dat gewoon. Bijvoorbeeld in mijn show is er een stuk waarbij ik zeg dat ik niet meer anoniem naar het toilet kan gaan in de Ikea. Ik zeg dan dat ik naar de wc moet als ik bij de verlichting kom. Als er dan een man is in het publiek die zegt dat hij dat bij de gordijnen heeft, dan ligt de zaal plat. Dat is iets heel herkenbaar, maar als dat ontstaat in een zaal dan ben je vertrokken en kan je gas geven. Dat zijn toffe momenten die nodig zijn om de mensen mee te krijgen.

Hoe weet u dat een bepaald persoon uit het publiek zomaar zal meedoen met u?

Dat is vooral inschatten op vooroordelen. Als komiek kijk je al meteen naar het uiterlijk. Als iemand alleen zit in het publiek dan is dat al veel moeilijker om die persoon aan het praten te brengen. Maar als iemand met vrienden in het publiek zit, gaan die de persoon ook voor een deel pushen en wordt het sowieso losser. Maar het kan ook zijn dat het publiek mij belachelijk maakt. Je moet durven verliezen en dat aankunnen.

Ik heb daar een schitterend voorbeeld van. Enkele maanden geleden zag ik een komiek en die probeerde ook interactie te zoeken met het publiek. Die zei: “Zijn er hier koppeltjes in de zaal?” Er zaten twee mannen in de zaal en die staken hun hand in de lucht. Die komiek wist echt niet meer wat zeggen, dat was  een gemiste kans. Het was eigenlijk een goddelijk geschenk om de taboe rond de vooroordelen bij homo’s te doorbreken. Daardoor liet hij zich dan ook kennen. Als je dan iets voelt op dat moment moet je dat gewoon zeggen. Dat breekt dan ook het ijs, je moet eerlijk zijn. Ik ben zelf ook nog altijd niet volledig eerlijk. Louis C.K. uit de VS  of Jeroen Leenders kunnen dat zeer goed, daardoor kan ook niets mislukken. Als je dan niet grappig bent dan zeg je gewoon “Ik ben niet grappig” en is dat hilarisch.

Hoe heeft u geleerd om eerlijk te zijn?

Ik heb dat vooral geleerd door schoolvoorstellingen te geven. Gasten tussen 17 en 20 die moet je niet veel wijsmaken. Die vinden u grappig of die vinden u niet grappig, en als ze het niet grappig vinden dan zeggen ze dat gewoon. Bij zo’n publiek kan je de schijn niet hoog houden, daar kun  je gewoon niet de leerkracht uithangen. Als je een eerste rij hebt met enkel meisjes van 17 jaar, die zijn zo sterk, je kan daar niets tegen beginnen. Ik heb dat ooit eens meegemaakt en ze begonnen allemaal tegen mij. Dus dan heb ik ze maar gewoon de microfoon gegeven en dan krijg je feest in de zaal. Maar als je jezelf daartegen verzet dan lukt dat niet, je moet altijd meegaan met de stroom. Dat is soms heel moeilijk want je wilt je eigen ding doen. Maar je moet luisteren naar het publiek anders haken die af.

Wat doet u zelf het liefst, op een podium of voor de camera?

Op een podium want daar ben ik mijn eigen baas. Dat is gewoon zalig. Bij televisie komt zoveel kijken en je moet voortdurend wachten. Foute Vrienden was echt de max, maar ik had echt heel veel stress. De druk is erg groot en televisie is zeer moeilijk, ik heb daar geen controle over. Op een podium heb ik dat wel, ik weet wat ik doe. Als ik aan een nieuwe show start, is dat weer op mijn bek gaan. Bij iedere nieuwe show moet je van onderaan beginnen. Op een podium moet je op zoek gaan naar een grote gemene deler, want je kan niet voor iedereen even grappig zijn. Ik ben mijn eigen baas en ik hou er ook van om alleen te zijn en alleen te werken en dat heb je ook nodig als komiek. In België is het publiek ook zeer lief. Die première is achter de rug en het is terug feest. Ik heb er weer zin in. De show begint in elkaar te klikken en ik krijg steeds meer vertrouwen. Bij mij moeten mensen plezier hebben en hun zorgen kunnen vergeten. 

U bent zelf een fervent sportliefhebber komt dit ook in uw show aan bod?

Ik deed dat vroeger, nu ben ik daar mee gestopt. Maar dat is een totaal andere passie voor mij. Bij sport kan ik tot rust komen omdat ik de dingen die ik daar zie nooit zal gebruiken in mijn shows. Daar laat ik me meestal niet door inspireren. Als ik naar een concert ga of een krant lees dan probeer ik daar altijd inspiratie uit te putten, bij sport is dat niet zo. Ik organiseer ook ieder jaar een wielercafé en dat heeft helemaal niets met humor te maken. Ik kan daar natuurlijk een voorstelling over maken, maar voor mij is dat puur ontspanning. Daarnaast ben ik nog fan van Waasland-Beveren en dan zou ik wel eens een voorstelling durven maken over het Waasland. Een titel heb ik al: “Daar komen de boeren”.

Kunt u uw nieuwe show nog eens in één zin samenvatten?

“Wanneer ga je nog eens eindelijk content zijn?” In de show komt uit dat ik nu niet echt tevreden ben en vroeger was ik dat ook niet. Dan is dat de vraag van: “Moet ik niet gewoon een andere bril opzetten?”, “Moet ik mijn wereldbeeld niet veranderen?” Dat is kort wat je kan verwachten.

< Niels Bruwier >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter