PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie So It Goes

woensdag 3 februari 2016Bourla Antwerpen

So

In So it Goes speelt de Tijd met de tijd. Freek Vielen gebruikt het boek Slaughterhouse Five van Kurt Vonnegut als bron voor deze voorstelling. Een voorstelling die het midden houdt tussen een monoloog, een biografie en een boekvoorstelling die hij zo naar zijn hand zet dat het lijkt alsof hij vanuit de ik-figuur staat te spreken, maar dat eigenlijk niet aan het doen is. De Amerikaan Vonnegut heeft de bombardementen op Dresden in 1945 overleefd. Het boek is een combinatie van fictie, pure oorlogsgruwel die hij zelf meemaakte, en faits divers over het leven en de liefde.  Of zoals hij het ook stelt: “dit is min of meer echt gebeurd”.

De Tijd schakelt constant tussen het nu “2014”, maakt flash backs en flash forwards, en volgt dus geen lineaire structuur. Op die manier speelt het gezelschap met de tijd die in zekere zin ook herkenbaar is voor de psychologie van het hoofdpersonage dat realiteitszin verliest tijdens en na Wereldoorlog II. Tussen het verhaal door, integreert hij ook conversaties met zijn uitgever over het verhaal. Freek Vielen vertaalt dat naar het theater. Hij heeft het over gesprekken met zijn dramaturge “zij is mijn toekomstig voormalige verloofde. Zo gaat dat.” die hem aanraadt een passage te schrappen, die hij net al op het toneel voor ons heeft gebracht.

Het is dat spel met de tijd, met het verleggen van een invalshoek, metafictie, dat ervoor zorgt dat “So it goes” met zijn zwarte humor een zeer interessante, intelligente voorstelling is. “So it goes”, zo gaat dat, verwijst naar de droge reactie die Billy Pilgrim geeft op de gruwel van de oorlog. Het boek is een anti-oorlogsboek in zekere zin, maar toont vooral ook realiteitszin verliezen wanneer hij het heeft over de buitenaardse wezens, de Tralfamadorianen die hem ontvoerden naar de planeet Tralfamadore en hem onder een glazen stolp tentoonstelden. Harald Austbø, Oscar Jan Hoogland, Natalio Sued en Marcos Baggiani van The Ambush Party zorgen voor de muzikale omlijsting die ook volledig die psychedelische (zelf noemen ze het telegrafisch-schizofrene) kaart trekt. Onorthodoxe geluiden op klarinet, sax, drums, cello en buffetpiano horen we. Er wordt letterlijk met een hamer op de snaren van de piano geklopt tijdens het spelen, dan weer een glazen bol er over gewreven of een vibrerend element. De cellist speelt dan weer pizzicato of strijkt zijn strijkinstrument zo heftig aan dat er rook ontstaat uit het instrument en de haren van de strijkstok op het einde bijna allemaal weg zijn. Ook de pianosnaren smeulen overigens even, wat veel zegt over de intensiteit van het musiceren.

Moeilijk verstaanbaar is Vielen echter op het einde wanneer het kwartet doorspeelt op zijn tekst, en hij wat veel afstand neemt van zijn micro. Op die manier komt de muziek op de voorgrond en schuift het verhaal naar achter op. Maar de info die hij meegeeft over Wereldoorlog II gaat diep: dat de twintigers tot veertigers op het einde van de oorlog zowat op waren, en men het dan moest doen met tieners en heel oude mannen. Ook de beschrijving van de deportatie met de trein, in een wagon die dagenlang stilstond, het gebrek aan eten, waar ze dan met hun pis en kak bleven, enz., hoe een zwerver uiteindelijk stierf hoewel hij er de (valse) moed in hield door te stellen dat dit niets was in vergelijking met, hoe het Rode Kruis 500 in plaats van 50 voedselpakketten dropten op een Engelse nederzetting, en die het naar oorlogsnormen best goed hadden, hoe pubers opnieuw in hun bed plasten van angst tijdens de oorlog, ouders geen seks meer durfden te hebben uit schrik dat ze elk moment hun kinderen moesten kunnen evacueren, kinderen de veilige haven die een gezin hoort te zijn, niet konden voelen, dat het niet zeker is of Philips in de oorlogsjaren Joodse meisjes bij hen liet werken omdat ze gratis arbeid verrichtten dan wel om hen te redden van de concentratiekampen er cynisch de baseline “let’s make things better” aan toevoegend, hoe een medegevangene een theepot stal na de bombardementen op Dresden en daarvoor terechtstond voor een vuurpeloton: “zo gaat dat” … Maar er zijn ook gloriemomenten wanneer hij applaus ontvangt als erevoorzitter van de Lions Club, succesvol zaken doet als opticien ook, de onzin van een debat over het privatiseren van water (“het heeft geen zin, als ze dat willen, beslissen ze dat gewoon”) aankaart, net als ie naar zijn op dat moment toekomstige dood verwijst: van de trap gevallen. Zo gaat dat.

“So it goes” is dus verteerbaar door zijn verteltechniek, door de kritische bemerkingen in de kantlijn van de acteur ook. Maar daaronder zit een scherpe aanklacht. Het is net dat, die (gespeelde) onverschilligheid die doet nazinderen.

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter