PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie De moed om te doden

woensdag 9 november 2016Bourla Antwerpen

De

‘De moed om te doden’, de recentste theatervoorstelling van Guy Cassiers, ging in het Toneelhuis met enkele dagen vertraging in première. Reden was dat hoofdrolspeler Marc Van Eeghem uitviel wegens ziekte en Dirk Van Dijck (o.a. gekend van ‘Het Eiland’ en ‘Eigen kweek’) zijn rol op twee weken tijd moest instuderen. De productie liet echter niets aan het toeval over en koos ervoor om zoals in de goede oude tijd een souffleurbak te plaatsen in het midden. ‘De moed om te doden’ werd geschreven door de Zweed Lars Norén en handelt over een moeilijke vader-zoon-relatie die dermate ontspoord/verstoord en erg destructief is. De enige uitweg blijkt dat de paden van de twee definitief van elkaar gescheiden worden.

Erik (Wouter Hendrickx) is een ober in het dagelijks leven. Net als zijn vader Etienne (Dirk Van Dijck) altijd geweest is, werkt hij in de horeca. Ook zijn vriendin Radka (gespeeld door Aminata Demba) zit min of meer in die sector. Zij is playbackzangeresje. Etienne komt al van bij de start van de voorstelling over als een dominante bemoeizieke vader die zijn zoon aanmaant om het raam te openen zodat het wat kan verluchten in de kamer. Erik heeft daar geen oren naar nadat ie er gerookt heeft te zien aan de smeulende asbak in het midden, symbool ook voor een smeulend conflict tussen de twee.

De vader klaagt over zijn eenzaamheid op dagen dat hij geen kuishulp heeft. Hij is in ziekenkas en kan dus niet te veel helpen in het huishouden, is zijn excuus. De bemoeizieke ouder – erg herkenbaar overigens – vraagt zijn zoon uit die het daar op zijn heupen van krijgt. Toenadering zoeken, probeert Etienne  door kinderfoto’s boven te halen waar Erik zich niets van herinnert. Blijken ze voor een groot deel van zijn broer te zijn… Ook de verwijzing naar het overlijden van Eriks moeder botst eerder op een koude reactie.  ‘Wij hebben toch nooit een thuis gehad!’ en ‘Ge blijft toch niet voor mij in leven hé? Niet doen hé!’ klinkt het al vroeg uit de mond van de zoon die opnieuw zijn geduld lijkt te verliezen wanneer zijn vader blijft doorvragen over Radka en per se een foto van haar wil zien en die daarna niet meer wil afstaan. Hij lijkt zich ook niets meer te herinneren van zijn kinderjaren.

Etienne probeert daar context aan te geven wanneer ie uitlegt dat hij vroeger drie shiften draaide op drie verschillende plekken, twee restaurants en een club om zo voldoende geld bij elkaar te verdienen. Hij heeft nooit mogen verder studeren. Het is dat verleden dat ie kennelijk ook heeft overgedragen op zijn zoon.  Etienne staat erop om te koken voor zijn zoon en zijn vriendin en ober te spelen. Maar ook dan blijft hij bemoeiziek, niet in het minst door in het deurgat te blijven staan. Het is dan ook dat de tekst zijn humor toont. ‘Wat sta je daar nu te doen? Wil je een fooi?’ zegt Erik scherp aan hem om hem weg te krijgen.

Wat Erik in het begin voorspelt, komt ook uit. Etienne zal coalitie vormen met Radka tegen hem. Maar even goed komt dat gespiegeld voor, net als het raam dat de ene keer van de vader open moet, dan weer toe. Etienne  blijkt goed met alcohol om te kunnen, iets te goed, er wordt dus gesuggereerd dat ie alcoholicus is terwijl Erik gestopt is met alcohol. Na het eten gaat Erik naar bed terwijl Radka en Etienne nog even blijven hangen en verder aan de wijn zitten. Van Dijck zet daar een sterke ‘zat worden’-scène neer die eindigt in handtastelijkheden en uiteindelijk ook de verkrachting van Radka. In het heetst van de strijd, verwondt Demba zich wanneer er tegen de tl lamp op de vloer gestoten wordt en deze lamp springt.

De wat naïeve vraag van de vader aan zijn zoon om alles te vergeven en te vergeten, beantwoordt Erik met een scheerbeurt van zijn vader. Veruit de sterkste scène uit de voorstelling is het tussen Hendrickx en Van Dijck, waarbij al het voorgaande een voorbode blijkt van de catharsis en alle ingehouden angsten, woede, en andere emoties tot uiting komen. Met ‘Rotkind!’, ‘wat ben je van plan?’, ‘doe die deur open’, ‘wat is er mis met je?’ en ‘jij hebt nooit genoeg slaag gehad’ geeft Van Dijck op magistrale wijze mee dat Etienne een dominante vader was. Ondertussen gaat de backdrop, een zwarte plastiek met een deurgat in naar boven waardoor het ganse toneel, de open ruimte met wit podiumlicht belicht wordt terwijl we ‘Ring my bell’ door Leonard Cohen horen. Beeld van bevrijding uit de benarde, beklemmende, zieke  situatie is het, het kleine strookje vooraan op het podium waar de ganse voorstelling plaatsvond.

Met ‘De moed om te doden’ gaat Cassiers in zekere zin voor een minimal aanpak. Geen video of toeters en bellen deze keer. Dat werkt al kent de voorstelling die 110 minuten duurt ook behoorlijk wat dipjes onder andere na een uur, niet zelden omdat de tekst, de gesproken taal wat stroef aanvoelt, een soort verkavelingsvlaams dat haaks staat op het Algemeen Nederlands van Demba. Dat de acteurs zowel naar elkaar toe spelen als zich naar het publiek richten, contrasteert verder niet zelden. En het feit dat ze niet versterkt spelen terwijl het hoestseizoen in de theaters ondertussen op volle toeren draait, zien we als een nadeel. Niet zelden gaat er daardoor op die manier wat verloren. Maar de psychologische schets, het vast zitten in een doodlopend straatje op relationeel vlak, zit wel goed. Vandaar wellicht dat we een aantal keren afhaakten tijdens de voorstelling. Maar we kwamen er telkens wel weer terug in, wat ook niet alledaags is…

< Bert Hertogs >       


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter