PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Arcanto Quartett en Silke Avenhaus

woensdag 25 november 2009deSingel Antwerpen

Arcanto

Het Arcanto Quartett bracht in de Singel Six moments musiciaux van Györgo Kurtág en Strijkkwartet nr. 6 in f, opus 80 van Felix Mendelssohn. Na de pauze sneden ze samen met pianiste Silke Avenhaus, het pianokwintet in A, opus 81 van Dvorák aan. Het kwartet, dat zijn Antje Weithaas , Daniel Sepec (beiden viool), Tabea Zimmermann (altviool) en Jean-Guihen Queras (cello).

Kurtág stond als enige 20ste eeuwse componist misschien wel als buitenbeentje geprogrammeerd. Zijn zes muzikale momenten, zijn weinig melodieus, eerder korte stukken die vooral op spanning en sfeer scheppen stoelen. Spanning in als zijn betekenissen, van mysterieuze klanken tot adembenemende rustpauzes die voor een sublieme spanningsboog zorgen. Kleinschalige is zijn vorm dan wel, maar net in die essentie, door zich toe te leggen op wat elementair is in de muziek, weet zijn zesdelig werk te boeien. Veel expressie dus in dit zesdelig werk, dat op zijn miniatuurtjes die hij vanaf 1973 schreef, gebaseerd is. Sebök en Janácek eert hij. Vooral in dat laatste “les adieux” dat hij aan die laatste componist opdroeg, zit meer melodie. Opvallend is ook dat bij een eerste beluistering je als luisteraar herhaling van enkele muzikale vondsten, verwacht. Maar die herhalingen komen niet. Kurtágs “Six moments musiciaux” is dan ook bij een eerste beluistering geheel niet te voorspellen. De dynamiek die het kwartet aan het werk meegaf, was subliem.

Een heel stuk melodieuzer van aard, is Mendelssohn’s Strijkkwartet nr. 6 in f, opus 80. Duidelijk aan dit werk is dat de componist met een innerlijke drang zit, met een gevoel dat zich muzikaal moest vertalen. In 1847 stierf de zus van de componist. Het muziekwerk werd in die periode kort na de dood geschreven. Boosheid, verdriet, en zelfs een klaagzang hoor je in het werk. Om de dramatiek extra elan te geven, laat hij de cello enkele dreigende noten spelen, die vervolgens door altviool en cello worden overgenomen. Alsof het een beving van water was die uitdeinde. Antje Weithaas en Jean-Guihen Queras hebben de meest vurige passages te spelen. Tijdens de derde beweging lijkt de berusting zich aan te kondigen. Maar dat is dan zonder de Finale gerekend die opnieuw behoorlijk stormachtig klinkt. Sterke compositie. Een ontdekking. Prachtig gebracht.

Veel lyrischer en melodieuzer van aard is Dvoráks pianokwintet. Bij momenten doet het werk improvisatorisch en spontaan aan. Maar dat is maar schijn. De dumka, of klaagzang, in de tweede beweging klinkt weemoedig. Opvallend maakt de componist gebruikt van tempowisselingen, die soms naar dansmuziek neigen. De daaropvolgende beweging is bruisend, en zelfs onstuimig te noemen. Slavische dansritmes en melodieën ontwaren we hier, overgoten met een romantische saus. De dumka klonk ontzettend pittig, alt en cello gingen meermaals over tot pizzicato, wat het geheel extra fris maakte. Het publiek lustte deze Dvorák en het ganse optreden wel. Tot drie maal toe werd het vijftal teruggeroepen om het applaus in ontvangst te nemen. Een ingekorte versie van de derde beweging, het scherzo, volgde als toegift.

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter