PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Spiegel String Quartet

donderdag 9 oktober 2008deSingel Antwerpen

Spiegel

Twee wereldpremières speelde het Spiegel String Quartet gisteren en een kwartet van Prokofjev. Tot zover mijn voorbereiding voor dit instrumentale concert. Nu ja, puur instrumentaal zou het concert niet worden. Bij Bankövi komen er immers enkele zinnen aan te pas.

Gyula Bankövi – Les rivières de l’obscurité***
Gort – Hans Roels**
Strijkkwartet nr. 1 in B, opus 50 – Sergei Prokofjev**

Tijdgebrek zorgde ervoor dat ik niet naar de inleiding kon, en ook het programmaboekje was ik compleet uit het oog verloren. Soms werkt dat bevrijdend als redacteur om zo naar een optreden te gaan. Je laat alles op je afkomen, spitst je oren, en probeert zelf te vertalen wat de componist in kwestie en het kwartet probeert te vertellen.

Les rivières de l’obscurité - wist ik veel dat dit werk deze titel gekregen had – was het eerste werk dat op het programma stond. Achteraf bekeken, draagt die titel de volledige lading van wat we bijna een halfuur lang te horen kregen. De compositie en vertolking door het Spiegel String Quartet greep me al bij het begin bij de keel en zou mijn aandacht geen seconde loslaten. Alles begon met een mysterieuze soundscape op tape. We hoorden wind, druppels, en enkele elektronica die al meteen de aandacht trokken en een ongemakkelijke spanning opriepen. De eerste beelden die dan ook in me opkwamen waren: horror, hel en nachtmerrie.

Niet slecht geïnterpreteerd, achteraf bekeken. Bankövi is met dit werk aan zijn tweede vioolkwartet toe. Het is de opvolger van ‘The gate to hell’. De Griekse mythologie met de rivier Syx was de inspiratie voor ‘Les rivières de l’obscurité’. Over die rivier moesten doden oversteken om naar de onderwereld te geraken, aldus de Griekse mythologie. In dit werk zoekt de componist ook naar de klankkleur van de andere rivieren in deze mythologie. En houdt hij rekening met de eigenschappen van de desbetreffende rivier.

Beginnen doet hij met Acheron, daarna volgt de Styx, Cocytos, Phlegeton. Daarna volgt het moeras zonder vogels Aornis, waar we op de klankband enkele vogelgeluiden te horen krijgen. Ook hoorden we daarvoor een uil. Lethe, eindigt als laatste rivier, na Eridan. Lethe is de rivier van het eeuwige vergeten en kreeg dan ook enkele zinnen mee. “Je me souviens” horen we op de klankband. De muzikanten nemen die zin over en gaan op den duur deze meefluisteren. Op dat ogenblik lijkt het wel alsof ze deel worden van de klankband. Beiden versmelten zo in elkaar dan het angstaanjagende proporties krijgt. Wanneer enkelen van hen ook feller en feller hun gezichtsexpressie aanboren, wordt het wel echt creepy.

Ondertussen haalt het kwartet zowat alles uit de (klank)kast van de violen en cello wat je maar kan bedenken. Ze tokkelen met hun vingers op de zijkant ervan, wrijven over de snaren met de steel van een lepel, strijken hun instrument aan terwijl ze alle snaren indrukken, enz. Het zijn allemaal klankeffecten die ze daarmee creëren, die verwonderen en ook angstaanjagend werken. We horen krassende geluiden alsof je met je nagels over een schoolbord zou gaan.

Nooit gedacht dat men dit allemaal uit een instrument kan halen… Bankövi gaf een ijzersterke partituur aan dit kwartet. Een partituur die een perfecte spanningsboog heeft, die naar een climax leidt wanneer het kwartet 4 noten samen speelt en waarop berusting volgt. “shhht” fluistert violiste Elisa Kawagatu naar het einde toe. Een stuk dat zo’n sterke emoties bij me kan opwekken, verdient veel respect. Ook het kwartet trouwens, dat via een monitor naar een klok moest kijken, omdat er geen andere houvast is om te weten wat ze wanneer moesten spelen. Er is immers geen melodie. Chapeau.

Gort van Hans Roels, ging ook in wereldpremière. Roels inspireerde zich ook op de rivier, Gort uit West-Ierland. De onderwaterrivieren die in het weilandschap soms zeer plots aan de oppervlakte komen, waren voor hem de ideale startbasis voor een partituur vol wisselende tempi. Violist Stefan Willems en altviolist Leo de Neve mochten al meteen een schoen uitdoen en met een voet op een soort piepschuimplaat wrijven. Dat gaf een ruisend effect. Hier zagen we de muzikanten wel tekens doen aan elkaar om door te geven wanneer de ander kon inzetten. Ook mochten ze allevier met de voeten stampen in het stuk wat ook voor extra ritmewissels zorgde. Wat er ook van zij, na een overdonderende Bankövi leek het wel dat dit werk er niet meer bijkon voor mij. De vele tempoverschillen, ook de verschillende klankkleuren, zorgden ervoor dat ik het gevoel had dat dit werk coherentie ontbrak. Maar dat was wellicht net de bedoeling. Na de pauze bracht het kwartet nog het neo-classicistische strijkkwartet nr. 1 in B, opus 50 van Sergei Prokofjev. Dat was een serieuze sprong in de tijd, even meer dan 70 jaar teruggaan. We onthouden in deel 2 sublieme overgangen tussen de 4 spelers. In het begin heeft violiste Elisa Kawaguti de hoofdpartij en die geeft ze dan mooi door aan de cellist die het op zijn beurt vloeiend doorgeeft aan de alviolist en daarna de violist. Knap.

In deSingel kregen we donderdag dus een driegangenmenu voorgeschoteld. Vreemd was het echter dat we – wat mij betreft- de hoofdschotel als eerste kregen. Want Bankövi’s “Les rivières de l’obscurité ” is gewoon subliem.

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter