PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Myth

dinsdag 1 december 2009Bourlaschouwburg Antwerpen

Myth

20 juni 2007 ging Myth in première in deSingel. Twee en een half jaar later zagen wij de 12 dansers in de Bourla. Wat meteen al opvalt is het veel kleiner speelvlak. Vooral tijdens groepsdansen, wanneer 6 of meer dansers op de scène staan, heb je het gevoel het overzicht kwijt te zijn. Veel bewegingsruimte is er niet. Af en toe wordt er gedanst een de rechterzijkant waarbij de danseres een muur voor zich heeft. Niet alle bezoekers kunnen haar in het publiek zien. Cherkaoui wordt hier dus ruimtelijk beperkt terwijl zijn voorstelling duidelijk voor bredere en misschien ook wel diepere podia gemaakt is. Dat is meteen het grote minpunt.

De voorstelling start nochtans veelbelovend. Marc Wagemans mag de eerste beweging voor zich nemen. Hij legt zijn hand op de knie van Ann Dockx, een vrouw die het syndroom van Down heeft en die Wagemans’ gebaar niet accepteert. Ze neemt zijn hand om die terug te leggen op zijn schoot. Dat tafereel herhaalt zich enkele keren. “Fuck you” zijn de eerste woorden die we uitgesproken horen. Aan Ann de eer. Schaduwen komen te voorschijn uit lades van de boekenkast, uit een rooster ook. De eerste dansbeweging is voor Christine Leboutte en haar schaduwen. Leboutte speelt een Franstalige oudere vrouw die uit het leven stapte door haar polsen over te snijden. Nu zit ze samen met enkele andere personages in een bibliotheek, de wachtruimte, tussen hemel of hel. Vanuit een plotse hik ontstaat de beweging met haar schaduwen.

Ulrika Kinn Sevensson gaat een gevecht aan met haar schaduwen als bijbelwurm. Een gevecht dat ze niet kan winnen. Wat we doen is maar een schaduw van onszelf. Iedereen is beul of slachtoffer van zichzelf, krijgen we verderop in de voorstelling mee. Steeds komt de tweedeling, het hunkeren naar het hemelse, maar toch ook het gebonden zijn aan het aardse, aan bod. De ene keer gaat men in dialoog en omarmt men zijn schaduwen of instincten, de andere keer huivert men ervan, gaat men ermee in conflict of loopt men weg. Maar ervan afgeraken helpt niet, knoflook, kruisen, …  bovenhalen heeft geen zin.

Alle personages liggen overhoop met zichzelf, ook Darryl Woods, die als travestie op de bühne staat. Michael Jackson krijgt een eerbetuiging, wanneer hij een korte choreografie van de overleden zanger in zijn dans integreert.

De klanken die we te horen krijgen zijn van het ensemble Micrologus, die elk personage en de fase waarin zij zich bevinden (in conflict of in harmonie met schaduw) voorzien wordt van het juiste instrument. Dubbelfluit, vedel, rebec, tromba, schalmei, doedelzak, en luit zijn maar enkele  instrumenten die we te horen krijgen. De klankkleur kan daardoor variëren van Oosters naar Westers, steeds met veel respect voor traditie.

Cherkaoui laat zijn dansers ook een breed palet tonen aan dans. Tapdans, showdans, moderne dans, acrobatie, Japanse manga, … zit allemaal verweven in de voorstelling. Alleen is die verweving en de overgang naar een andere stijl niet altijd even geslaagd. Stijlen door elkaar weven, is ook an sich niets wereldschokkends. Onder andere het Koninklijk Ballet van Vlaanderen, zagen we dat doen in Impressing the Czar van Forsythe. Maar daar klopt het – geschifte – plaatje wel volledig.

Bij Myth zaten we als toeschouwer met een dubbel gevoel, Cherkaoui wil een serieus thema aansnijden (aantrekken en afstoten van je schaduw). Maar dat is weliswaar snel opgebruikt.  Af en toe herhaalt hij patronen, zodat je binnen de voorstelling het gevoel hebt iets te zien, dat er eerder al was. Ook binnen verschillende werken zijn er gelijkenissen. De onhandige “bibliothecaris” die een choreografie doet met een stapel boeken in zijn handen bijvoorbeeld. In zijn recenter Apocrifu, gebruikt de choreograaf ook boeken. Of hoe “oude” ideeën soms herwerkt en herbruikt worden, ook in dansvoorstellingen.

In Myth bewandelt Cherkaoui een weg tussen een serieuze voorstelling en een waar er gelachen kan worden, vooral met de travestie dan. Een interessante balans, maar die helt soms naar overdadige cliché’s en voorspelbaar grof schofferen. Woods mag Leboutte bijvoorbeeld in het Engels “zo dik als een walvis” vinden. Eraan toevoegend dat “mocht ze ooit in een zwembad springen, kinderen wellicht spontaan ‘tsunami’ zouden roepen.”

Wel leuk zijn opmerkingen als “Heeft je man je zo gekleed of heb je echt geen gay vrienden?”, “Als God je naar zijn beeld heeft geschapen, dan is hij nog lelijk ook” en “excuseer me, dit is een A-B conversatie. C hoort hier niet thuis.” Maar die arrogantie lijkt ook maar vertaalde angst. Want als vijftigjarige weet het narcistische personage nog steeds niet of hij als hij of zij door het leven moet gaan.

Alexandra Gilbert levert een van de knapste visuele momenten tijdens de voorstelling. Als schaduw zet ze een ontzettend sterke solo neer, haar voeten die in de knoop liggen met haar haar. Op die manier bewegend, proberend zich ervan los te rukken, dan weer teder, en aanvaardend, plooit ze haar lichaam en beweegt ze op het midden van het podium. Mooi.

Damien Fournier doet als God de poort open. Ook zijn choreografie is sterk waarbij verwijzingen zijn naar de lijdensweg van Christus naar de Calvarieberg en zijn kruisiging aldaar.  Zijn twee stokken draagt hij in kruisvorm mee, later zal hij er ook een via suggestie als een speer door hem laten klieven. Uiteindelijk mogen alle wachtenden hem volgen. Alleen de travestie mag nog wat in de wachtkamer achterblijven…

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter