PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Béjart - Aria, Ce que l’amour me dit en Boléro

donderdag 11 februari 2010Stadsschouwburg Antwerpen

Béjart

Een ongezien succes is het Béjart Festival dat Music Hall voor de derde keer organiseert na eerdere edities in 2006 en 2008. Maar liefst twee extra optredens op woensdag en donderdag moesten toegevoegd worden. De vraag naar tickets was zo groot. Alle andere voorstellingen van Aria, Ce que l’amour me dit en Boléro die vrijdag en nog in het Valentijnsweekend 2010 lopen zijn uitverkocht.

In het eerste deel snijdt het Béjart Ballet Lausanne nochtans een choreografie aan die niet van de hand van Béjart is. Gil Roman tekende immers voor Aria, dat gedanst wordt op een collage van onder andere Bach, Nine Inch Nails, Melponem. Hier en daar horen we ook geluiden die wat aan elektronische apparaten doen denken. Op die geluiden verschijnen de dansers plots.

Julio Arozarena speelt de man, Simona Tartaglione het jonge meisje die schijnbaar in het begin van de voorstelling niet al te veel van elkaar moeten hebben. Arozarena duwt haar uiteindelijk weg. De ganse voorstelling staan aantrekken en afstoten en de moeilijke keuze tussen kiezen voor haar of de andere (Julien Favreau) centraal. Elk op een schommel wiegen de drie Arianes Elisanet Ros, Daria Ivanova en Kateryna Shalkina op en neer. Ietwat mysteries komt de eerste het toneel op en doet een choreografie waarbij ze de vuisten naar haar ogen brengt en rondwandelt. Roman stak ook wat humoristische beelden in zijn werk. Zo mag een danseres op haar pointes rondwandelen terwijl ze een man als een hond aan zijn wit marcelleke vasthoudt en wegvoert.

Met het corps de ballet zien we Roman zowel diagonale lijnen trekken, ook de cirkelvorm komt meermaals voor. Nog een sterk beeld krijgen we te zien wanneer twee ballerina’s op hun pointes met een Oosterse parasol rondwandelen. De focus ligt volledig op hun houding, de lijnen die ze trekken met hun gespierde benen. Mannen slepen vrouwen mee die op hun voeten staan en zich aan hen vastklampen. Tartaglione heeft een elastische rode jurk aan, een rode draad doorheen de voorstelling. De stier (Charles Ferreux) zal er ook mee opgehitst worden. Een confrontatie tussen de man, de andere en het jonge meisje volgt die tot een climax en een nieuwe harmonie leidt waarbij de Arianes zich opnieuw op hun schommel kunnen begeven.

Veel intenser op psychologisch vlak dan, is Ce que l’amour me dit van Béjart dat na de pauze wordt gedanst. Béjart deed hiervoor beroep op Mahlers derde symfonie. Dat zorgt al meteen voor een veel homogenere muzikale begeleiding, wat voor extra dynamiek en diepgang zorgt. Schoonheid en sterke emotie in zijn puurste vorm krijgen we te zien. Julien Flavreau en Elisabet Ros mogen uitmuntende pas de deuxs dansen. Ros kruipt over zijn schouder en hoofd, waarbij je het gevoel hebt dat ze één worden. Béjart lijkt ook te refereren naar Michelangelo’s Schepping van Adam, dat we kunnen bewonderen in de Sixtijnse kapel. U weet wel, die fresco waarbij God zijn vinger uitsteekt naar Adam die hetzelfde doet. Dit tafereel ontwaren we tussen de twee dansers. En ook later valt ons op dat wanneer de dansers liggend, al dan niet gebogen, een statische pose aannemen, een vergelijking met beeldhouwkunst van grote meesters niet veraf is. Het corps de ballet krijgt een behoorlijk stevige evenwichtsoefening voorgeschoteld. Ijzersterk en emotioneel is het moment wanneer Favreau zijn Ros neerhaalt en ze uitgeput vooraan op de scène neervalt. Imposant werk dat net zoals Aria zeer sterk de muzikale lijn volgt van de muziek.

Maar de meeste mensen waren duidelijk ook gekomen om de Vlaamse Bernice Coppieters nog eens op eigen bodem aan het werk te kunnen zien op de Boléro van Ravel. De dans die Béjart creëerde op deze muziek, is misschien wel zijn meest bekende choreografie. Oorspronkelijk  werd de hoofdrol vertolkt door danser Jorge Donn, de muze van Béjart.  Béjarts opvolger Gil Roman koos nu voor Bernice Coppieters die een intense en zelfs doorleefde indruk nalaat tijdens haar interpretatie. Alle ogen zijn uiteraard naar haar gericht. Coppieters danst centraal op een rood rond toneel op poten. Rond haar zit het corps de ballet op stoelen. De ballerina begint stilstaand en laat eerst haar rechterhand omhoog en omlaag gaan, en daarna haar linker. Stilaan komt er meer en meer beweging in haar lichaam, met steeds dezelfde basispas die ze met haar voeten doet. De linkervoet legt de druk op de tenen, terwijl de rechtervoet in een schuine positie hier tegen staat. Naarmate de muziek aanzwelt en steviger wordt, volgt de dans ook volledig de structuur van het werk. Steeds intenser wordt er gedanst, in groepjes verlaat het corps de ballet zijn stoelen om rond de rode tafel te komen dansen, steeds armbewegingen en lijnen makend naar Coppieters.  Als een godin lijkt ze door de anderen te worden aanbeden, wat voor een opwindende spanningsopbouw zorgt. In geen tijd is de dans, die een kwartier duurt, voorbij.

Zelden maken we het mee dat een dansvoorstelling een volledig staande ovatie krijgt. Deze kreeg het, meer dan verdiend. Dat er enkele leken in de zaal zaten, zien we als een grote verdienste voor deze productie. Zo hoorden we een meisje tijdens de pauze aan haar vrienden vertellen dat ze het opvallend vond dat de dansers en danseressen zo gespierd waren, iets wat ze niet zo mooi vond. Gespierde dansers en danseressen. Is het ooit anders geweest?

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter