PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Les contes d Hoffmann ★★★★

zondag 22 december 2019De Munt Brussel

Les

Geen wereldschokkende maar wel een oerdegelijke fantastische opera brengt de Poolse regisseur Krzysztof Warlikowski in de Munt met Les contes d’Hoffmann. Daarvoor is het weliswaar uitstekende decor- en kostuumontwerp van de Poolse Magorzata Szczesnia die theater in het theater toont, en verder refereert naar de kledij uit de jaren ’60, de film, bandopnemers en opnamestudio’s van weleer te weinig vernieuwend of verrassend. Ook L’Opéra de Paris zet deze opera maar dan in een regie van Robert Carsen in januari op het programma. Of dat toeval is? Uiteraard niet, het is sinds 20 juni namelijk exact 200 jaar geleden dat de Franse componist Jacques Offenbach geboren werd. Wat deze Muntproductie zo sterk maakt, is zonder twijfel de feilloze lezing van het symfonieorkest en koor van de Munt in combinatie met een ijzersterke stemmencast. De Franse dirigent Alain Altinoglu, de muziekdirecteur van de Munt die tevens de muzikale leiding voor zijn rekening neemt tijdens deze voorstelling koos voor de versie van 2005. Immers, er zijn in de loop der jaren verschillende versies van de opera ontstaan omdat her en der fragmenten van de partituur gevonden werden. Offenbach zelf heeft zijn werk namelijk nooit in première zien gaan. Vier maanden daarvoor stierf ie waardoor Les contes d’Hoffmann een eigen leven is gaan leiden.

De Franse componist en muziekleraar Ernest Guiraud sneed in Les contes d’Hoffmann en voegde orkestraties toe en componeerde daarbij ook recitatieven (wat ie ook deed met Carmen van Bizet, hij was een leerling en vriend van Bizet n.v.d.r.). Musicoloog Michael Kaye baseerde zich op de handschriften die in de jaren ’80 boven water kwamen bij een veiling. Verder dook er een libretto op dat bij de Parijse censuur terecht was gekomen. Op het eind van de vorige eeuw kon vervolgens de Venetiaanse akte, die Ernest Guiraud aanvankelijk geschrapt had op vraag van zijn regisseur Léon Carvalho, afgerond worden. Omdat er ondertussen zo veel versies zijn, kan elk artistiek team eigen keuzes maken. Dat maakt de kans erg klein dat u ooit twee verschillende producties op muzikaal vlak identiek dezelfde keuzes zal zien en horen maken.

Dat de stemmenregie van deze Les contes d’Hoffmann meesterlijk is, is onder andere te horen bij de mannen in het trio ‘Pour conjurer le danger’ in het derde bedrijf ‘Antonia’ tussen de bad guy Miracle (neergezet door de Hongaarse bas Gabor Bretz die we in het vierde bedrijf als de kapitein Dapertutto als Joker verkleed zien), Hoffmann (de Italiaanse tenor Enea Scala) en Crespel (de Britse bas-bariton Sir Willard White die Jamaicaanse roots heeft en hier een fenomenaal, terecht met bravo’s onthaald roldebuut neerzet). Ook het wereldberoemde Barcarolle, waarmee de vierde akte ‘Giulietta’ opent, is een pareltje. In ‘Belle Nuit, ô nuit d‘amour’  blenden de stemmen van de geweldige Amerikaanse sopraan Nicole Chevalier als Giulietta en de Canadese mezzosopraan Michèle Losier die de rol van Nicklausse zingt als gegoten.

Spotten met de coloratuursopraan doet de voorstelling overigens door Nicole Chevalier ‘Les oiseaux dans la charmille’ op het einde van het tweede bedrijf te laten zingen. Het is lang niet de enige keer dat het medium opera in zijn hemd gezet wordt. Wanneer een man beweert te kunnen zingen, zien we hem in de hoogte tekort komen op vlak van techniek wanneer hij ‘on air’ is. En zijn dans skills – hier te zien in tapdans – zijn nu ook niet om over naar huis te schrijven. Krzysztof Warlikowski kiest in zijn regie dan ook om de jaren ’60 op te roepen, zowel in het studiowerk (vintage close harmony micro’s) als in de kledij (drie meisjes in roze jurken die met blonde pruiken verwijzen naar de tijd van Hollywooddiva’s als Monroe, Dietrich, Garbo, …) en de kunstvormen die toen erg populair waren (film, cabaret, ballet alsook naar de zedige typische pose van vrouwen die weten dat ze knap zijn, die de beentjes over elkaar kruisen op een barkruk).

Wat een Muntdebuut zet Nicole Chevalier neer! Loepzuiver en met veel gevoel voor humor en precisie qua timing (wat essentieel hiervoor is) horen we haar een fenomenaal en hilarisch ‘Les oiseaux dans la charmille’ brengen. Als Olympia, een automaat – hier een seksrobot ook - zal ze onder andere overdreven en lang vibrato zingen in die aria, uitgeput zijn (een glissando naar beneden laat uitschijnen dat haar batterijen aan vervanging toe zijn), een programmatiefoutje tonen (een plotse uithaal die uit het niets komt), en zal ze op repeat gaan (alsof haar plaat blijft hangen). Chevalier blijkt ook geweldig sterk in haar mimiek. De open mond is expliciet erotisch getint, haar blonde pruik doet net als de stand van haar ogen – naar rechtsboven - en andere gebaren vermoeden dat haar personage geen flauw benul heeft van wat er gebeurt, wat er van haar verwacht wordt: m.a.w. haar blik heeft iets onwerkelijks, overweldigd, niet bevattend wat er gebeurt. Dat Stella uiteindelijk op het einde een combinatie van zowel Olympia (automaat), Antonia (zieke zangeres die op doktersadvies niet mag zingen anders sterft ze maar dit advies via dokter Miracle die de stem van haar overleden moeder oproept in de wind slaat en dan ook sterft) en Giulietta (hier een prostituee/pornoactrice die mannen veracht) is, geeft ze al subtiel aan de toeschouwers mee door dezelfde mimiek van Olympia boven te halen tijdens de eerste minuten dat ze Antonia speelt.

Chevalier zien we haar visitekaartje afgeven in deze viervoudige rol die erg veel vergt van een sopraan. Als Olympia moet ze zoals gezegd de allerhoogste noten uit haar register opzoeken als coloratuursopraan en met de clichés (vibrato, glissando, erg hoog zingen om vooral blijvend indruk te maken) spotten, Antonia vraagt dan weer een veel lyrischere benadering (denken we maar aan het prachtige duet ‘C‘est une chanson d‘amour’ met de Italiaanse tenor Enea Scala begeleid door onder andere harp en een melancholische hobo) terwijl Giulietta door de dramatische rol bijna naar de stem van een mezzosopraan neigt te verlangen.

Zo’n veertig minuten duurt het eerste bedrijf Stella in Les contes d’Hoffmann en dat vinden we een behoorlijk lange aanloop naar de drie aktes die er het meest toe doen. Warlikowski kiest er voor om tijdens een scènewissel het doek te sluiten en enkele personages ervoor plaats te laten nemen. Het zijn scènes die nogal als vullertjes aanvoelen om de stage hands de mogelijkheid te geven een podiumwissel te doen, ook zo na het valse einde wanneer we een wat overbodige Oscaruitreiking zien waar de draak mee gestoken wordt. ‘Deze avond is langer dan mijn carrière’, geïnspireerd op de speech die Shirley MacLaine in 1984 gaf toen ze de Oscar voor beste actrice won met ‘Terms of Endearment‘, horen we de ondertussen succesvolle actrice Stella zeggen terwijl Hoffmann behoorlijk aangeschoten op het podium waggelt omdat ie een blauwtje opliep en zich sindsdien op de alcohol stortte wat een erg zielig tafereel oplevert. Daarna gaat het doek opnieuw open en volgt een laatste korte scène. Laat ons toe dat een wat warrig einde te vinden van een verder puike productie.

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter