PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Henry ★★★1/2

donderdag 3 september 2020CC Westrand Dilbeek

Henry

23 jaar is de monoloog Henry van Peter De Graef die dit jaar de eer heeft om als Golden Oldie opnieuw gepresenteerd te worden aan het publiek in het kader van het Theaterfestival. De tekst, over een bewaarengel die zich er probeert uit te praten in een wat barokke taal via fantasie dat een mens een erge daad verricht heeft, ademt uiteraard zijn tijd uit en de auteur zag zich dan ook logischerwijze genoodzaakt om hier en daar een update te doen. In deze versie vermeldt hij Google en Facebook in plaats van Philips en Unilever. Maar om nog voldoende te refereren naar het origineel behoudt hij woorden als ‘dactylo’ en ‘tekstverwerkstertje’ die toch ook niet meteen de 2020-toets doorstaan maar wel zijn personage een archaïsch karakter – net als toen - doet behouden.

Andere zaken blijken tijdloos, zoals het spelen met tempo, traag en snel, zijn intonatie als een kind dat met een opgewonden hoog stemmetje praat, grijzend lacht, en eerder karig in de lagere regionen van zijn stem duikt om dan bijvoorbeeld dreigend, ondersteund door rood licht en een streepje muziek de sfeer van de monoloog te doen kantelen. Op dat vlak bewijst Henry nog steeds zijn immense kracht, in dat wat wij tegenwoordig het bipolaire van het vereenzaamde en ook wat zonderling hoofdpersonage zouden noemen.

Peter De Graef beschrijft met veel gevoel voor detail de hoofdpijn van Annemieke bijvoorbeeld: ‘Ze was volop aan het sterven. In een half uur was haar koppijn onbeschrijfelijk veel erger geworden. Soms dacht ze dat ze haar schedelbot hoorde kraken, maar dat kon natuurlijk niet.’ Zijn maatschappijkritiek, hier op economische doelstellingen, blijft nu veel landen in recessie gaan door corona ook erg actueel: ‘The sky is the limit! roepen we, maar d‘r is genen enen boom die tot in de stratosfeer groeit. En dat ziet niemand.’ of over wel erg ver gaan in flexibiliteit verwachten van je werknemers: ‘Zij is toch een dactylo of niet soms. Een bezetter mogen ze toch ook niet vragen om een bekisting te timmeren. Ze mogen dat wel vragen, maar hij mag dat weigeren.’

We zullen maar meteen met de deur in huis vallen dat Henry geen hapklare brok is. De Graef verwacht wel wat op intellectueel vlak van zijn publiek, ook door gedetailleerde beschrijvingen. Enkele voorbeelden: ‘Trimethyldihexeenzuur! Het werkzame bestanddeel in okselzweet, hij was het recent nog tegengekomen in een voetnoot. Toen zij de deur van het appartement open deed sloeg het hem vol en smerig in het gelaat.’ en ‘Onze economie is gebaseerd op Darwin. The survival of the fittest. En wat Darwin zegt is juist maar slechts voor de helft, en dat weet nog niemand. Hij heeft het alleen over de invloed van de omgeving op een organisme. De remmende invloed die een organisme vanuit zijn eigen natuur op zichzelf uitoefent laat hij totaal buiten beschouwing.’ Verder stapt hij soms ook (wat niet in de originele tekst staat) uit zijn rol verwijzend dat Peter in een kunstmatige coma ligt, hij wel geleefd heeft, en dat wij als publiek denken dat wij ons uiterlijk zijn terwijl we eigenlijk ons binnenste zijn.

Daarbovenop passeren er ook behoorlijk wat personages de revue die ietwat chaotisch in een hak op de tak-stijl beschreven worden. Aan de ene kant zorgt dat er opvallend genoeg voor, samen met die lachjes die spontaan lijken te komen, dat Peter ter plaatse de tekst aan het bedenken is terwijl hij al twee decennia oud is. De acteur geeft dus de indruk dat het allemaal fris en nieuw is wat absoluut een compliment is. Maar aan de andere kant durf je soms mee met de verteller verloren lopen in het verhaal terwijl hij er toch wel mooi in slaagt om je niet veel later terug in dat verhaal te zuigen.

De bewaarengel maakt waar wat ie over de helft belooft, dat alle personages op het einde samenkomen: ‘En van toen af begon alles sneller te gaan. Allemaal zitten ze in deze histoire vastgeklonken als voorwerpen in een draaikolk. Naarmate zij het middelpunt naderen worden ze, alsmaar sneller naar elkaar toe gedreven, maar net als bij het draaien van de aarde om haar as, niemand die het merkt.’

Groot is het contrast tussen de vreugde die hij uit bij de start van de voorstelling: ‘Ik werd gezien! Ik ben gezien! Ik ben na eeuwen, eindelijk opgemerkt!’ en de stilte met een uitdovende spot op het einde van Henry. Tussendoor meandert De Graef als een trage rivier, dan weer als een wildwater exemplaar door de vertelling. Excellerend in literaire beschrijvingen noteren we erg sterke fragmenten als: ‘En hij; de opdrachtloze, de dwaas die door vertwijfeling en een vermeende plicht tegenover een verder door niemand onderkend talent het echtelijke bed werd uitgeranseld, zat nog slechts te wachten, te hopen, dat zo dadelijk voor het raam aan de eerste verdieping aan de overkant, waar zich ook een jong koppeltje had gevestigd en waar zonet het licht was aangegaan, het meisje verschijnen zou, om es te zien wat voor weer het was en wat voor kleren ze aan moest trekken waarna ze, onschuldig als een behanger die van broek wisselt zich het nachthemd over het hoofd trok, zodat hij, even maar, een glimp, een schaduw, een vermoeden kon opvangen van haar jonge en zondermeer stevige borsten. Helaas! Het licht ging gewoon weer uit. En hij werd alleen gelaten met z‘n rooie veeg.’ of in ‘En toen ben ik de stad ‘s ingetrokken, en daar, in een groot leeg café, aan een klein tafeltje, zat zij. Annemieke. Een trut. Dat zag je zo. Zij zat in haar laatste jaar kinderverzorging en was net op bezoek geweest bij een vriendin, een ander trut, die daar ergens met een blaasontsteking lag te stinken op een appartementje. Zij zat op haar laatste bus te wachten. Het gesprek vlotte van geen kanten maar zij liet zich gewillig dronken voeren en toen hij zeker wist dat die laatste bus al lang weg was, bracht hij haar naar de halte. En ik zei nog: ‘Eigenlijk wil ik alleen maar met U vrijen, weet gij dat?‘ ‘Zeg! Ik wil eigenlijk alleen meer met U vrijen. Maar die zei niet nee of niet ja. Die stond daar alleen maar. Gelijk een koe. En toen heb ik mijn schoen uitgetrokken en de lamp van het buskotje kapotgeslagen. Drie maanden later hing ze zwanger aan de bel.’

Tot slot willen we u een van de mooiste vergelijkingen die we dit jaar op de planken tot nog toe hebben gehoord niet onthouden: ‘Haar ongedurige ziel zou zich aan dit eeuwenoude lichaam vastklampen als een mossel aan de glibberige voet van een uitgedoofde vuurtoren in de branding.’

Henry is kortom een sterke monoloog van hoog literair niveau.

< Bert Hertogs > 


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter