PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Jevgeni Onegin

woensdag 14 april 2010Vlaamse Opera Antwerpen

Jevgeni

Voor zijn opera Jevgeni Onegin baseerde de Russische componist Tsjaikovski zich op de roman van Aleksandr Poesjkin om zo tot enkele lyrische scènes in drie bedrijven te komen. Verwacht u niet aan een opera met aria’s die met kop en schouders boven de rest uitkomen want die zijn er niet. Tsjaikovski koos opvallend om zijn opera te laten dragen door de rol van Tatjana. Zij is verliefd op Jevgeni Onegin, maar voor hem als plattelandsdochter wat te minnetjes. Wanneer zij zich opwerkt tot de hogere Russische kringen, is de verhouding omgekeerd. Onegin, de dandy, zal als een gebroken man achterblijven omdat zijn liefde niet beantwoord wordt.

Een zekere weemoedigheid, en ook een wat donker sfeertje dat boven de liefde zweeft, hangt boven de ogenschijnlijke zorgeloze jeugdjaren van de zussen Olga en Tatjana. We bevinden ons niet in het Rusland van de 19de eeuw, maar eerder in dat van de 20ste, in een communistisch tijdperk.

De oudste zus Tatjana is nog single. De jongste, Olga, is verloofd met Vladimir Lenski. Die laatste heeft een gast meegebracht: Jevgeni Onegin die meteen gevoelens koestert voor de jongste van de twee zussen. Wat treiterig gaan ze met elkaar om. Onegin plaagt de kindermeid Filipjevna wat. Er wordt met kersenpitten naar elkaar gegooid die ze in de emmers vinden van enkele ouderlingen. Zij hadden deze uit de kersen gehaald om confituur van de vruchten te maken. 

Tsjaikovski’s partituur is in zijn instrumentale momenten sterk doordrongen van emotie. Jammer is dan ook dat regisseur Tatjana Gürbaca koos om vaak spel op te voeren op het podium dat een volle appreciatie van de muziek wat in de weg staat. Knap is dan weer wel de scène en arioso van Lenski die zijn liefde vol passie aan Olga uit en als een romanticus, een poëet pur sang “Ik hou van je en niets, noch de afstand die verkilt, noch het uur van afscheid, noch het rumoerige plezier, zal ooit mijn ziel, brandend van maagdelijk liefdesvuur, kunnen ontnuchteren!” zingt.

Net daarvoor was Onegin al voor het eerst op de tenen van Lenski gaan staan. “Was ik een dichter als jij, dan zou ik voor de andere gekozen hebben” zegt hij om hem een eerste keer te provoceren. Uiteindelijk komt het tot een strijd rond Olga die Onegin stapje voor stapje voorbereidt door de jaloezie bij Lenski aan te wakkeren.

Tatjana van haar kant is verliefd op Onegin. Ze kan de slaap niet vatten. De Nieuw-Zeelandse sopraan Anna Leese woelt op haar sofa dat in een lange solo uitmondt waarin ze haar liefde in een brief uit aan Onegin. Die solo wordt mooi voorafgegaan en afgesloten door de strijkers die als het ware haar psychologische toestand - slaperig, dromerig,… - mooi inbedden. Heerlijk is het om Livia Budai (Filipjeva) als kindermeisje te zien acteren na deze briefscène. Tatjana vraagt haar immers om een gunst om de brief via haar kleinzoon bij Onegin te brengen. Budai houdt zich van den domme. Wanneer ze uiteindelijk het pakketje aanneemt, gaat ze met een “wat moet ik hiermee aanvangen”-blik van het toneel.

Tsjaikovski kiest in zijn partituur voornamelijk voor strijkers en houtblazers en springt eerder zuinig om met de kopers (voornamelijk de hoorns). Die horen we meer, samen met de pauken, wanneer het conflict tussen Onegin en Lenski naar een climax leidt waarbij Lenski wordt gedood. De Duitse tenor Thorsten Büttner mag net voor dat gebeurt in een schitterende aria mijmeren naar het verleden. “Waar zijn de gouden dagen van mijn jeugd” zingt hij terwijl we in een gestript decor mensen in zwart als schaduwen, herinneringen, aan hem zien voorbijgaan. Veruit is dit een van de sterkere scènes waarbij het visuele volledig de partituur ondersteunt.

Helaas is dat niet altijd het geval. Zo zien we vaak té veel op het podium wanneer het koor ook ingezet wordt als acteurs. In een sauna start het tweede bedrijf waarbij een wals wordt ingezet, die voorzien wordt van een Macarena-achtige choreografie. Iedereen heeft partyhoedjes op, behalve de nonnen.  Vervolgens wordt de polonaise in slow motion gedanst. Guy de Mey mag als Monsieur Triquet de microfoon ter hand nemen en als een Frans chansonnier over the top enkele coupletten zingen. Heel wat traditionele Russische muziektaferelen plaatste Tsjaikovski in zijn werk. Zo integreerde hij onder andere de mazurka, wals, polonaise en boerendans in de opera.

In het verhaal moet de dandy qua emotie tamelijk snel veranderen van de zelfzekere man naar de gebroken man, nadat Tatjana die hoger op de sociale ladder geklommen is, hem afwijst. Gürbaca doet dat door hem eerst een clownsneus te laten opzetten. Daarmee toont ze – ze doet dat tijdens de opera wel meer -  dat de burgerbevolking een domgehouden massa is die bewust wordt kleingehouden. Onegin geeft ze vervolgens een fles drank mee, zijn kleren hangen dan wat losjes, waarbij ze suggereert dat hij aan lager wal geraakt is. Dat gebeurt allemaal zo snel op het toneel, dat het moeilijk wordt om dit als toeschouwer te slikken.

Ook bij andere scènes wil ze vooral meer tonen dan er eigenlijk te horen valt of getoond moet worden. In se gebeurt er immers niet al te veel in Tsjaikovski’s opera die een eenvoudige plot heeft. Een wat minder visuele benadering, die ons nu bij momenten te druk overkwam, zou niet misstaan hebben. Ook de casting van Lenski deed ons wenkbrauwen fronsen. Wanneer hij Olga (Katarina Bradić) van zich wegduwt net voor de pauze, geloven we er geen snars van. Bradić is immers ongeveer een kop groter dan Büttner. Maar zijn tenorstem past wel perfect bij de rol van de dromerige poëet. Net als die van Anna Leese die zich volledig leent tot de rol van Tatjana, die deze opera draagt en het er goed vanaf brengt. Op het einde van de opera laat ze de ratio spreken en winnen van de emotie. “Het verleden keert niet meer terug” zingt ze. Al de symboliek die naar het verleden wees en soms terugkeerde in het stuk (witte ballonnen die ontploffen, kersen, confituur, Lenski die ooit met zijn das geblinddoekt werd door Olga,…) plaatst zij in haar context: die van de voltooid verleden tijd.

< Bert Hertogs >


Jevgeni Onegin voor dummies (tekst: Piet De Volder uit persmap Jevgeni Onegin – Vlaamse Opera)

1. Jevgeni Onegin is een meesterwerk uit de Russische literatuur én een meesterwerk uit de Russische (romantische) opera.

2. Aleksandr Poesjkin (1799-1837) schreef Jevgeni Onegin als een roman in verzen. Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840-1893) noemde zijn opera naar deze roman ‘lyrische scènes in drie bedrijven’.

3. Met deze omschrijving gaf Tsjaikovski te kennen dat het, in navolging van Poesjkin, om een intimistisch werk ging zonder spectaculaire gebeurtenissen en ver weg van het spektakel en de massascènes van de grand opéra.

4. Nochtans bevat de opera twee grote balscènes die het model van de grand opéra verraden.

5. Poesjkins roman heeft een dunne plot maar de grote charme van het werk zit in de meeslepende vertelkunst, de beeldrijke details en de vele uitweidingen over de Russische zeden in de vroege 19de eeuw. Ook over kunst en literatuur weidt Poesjkin geregeld uit.

6. De literaire recensent Vissarion Belinski noemde Poesjkins Jevgeni Onegin ‘een encyclopedie van het Russische leven’. Rusland-kenner Orlando Figes omschrijft de roman onder meer als ‘een subtiele verkenning van de complexe Europees-Russische geest die zo typerend was voor de aristocratie van na 1812.’

7. Poesjkins roman bestaat ook in Nederlandse vertaling. De zwierige vertaling van Michel Lambrecht (Uitgeverij Benerus, Antwerpen, 2004) is zeker aan te bevelen.

8. Veel van Poesjkins beschrijvingen en uitweidingen zijn noodgedwongen geschrapt in het libretto van Tsjaikovski’s opera dat de componist samen met Konstantin Sjilovski, een jonge amateur-dichter en musicus, samenstelde.

9. Daar waar Poesjkin verschillende literaire codes gebruikt om uiteenlopende milieus te schetsen toont Tsjaikovski zich meester in het gebruik van verschillende muzikale conventies. Zo vormt de vroeg-romantische Russische salonromance de basis voor de befaamde briefscène van Tatjana. In de balscènes typeert Tsjaikovski treffend de contrasterende milieus: een rustieke wals voor het plattelandsbal in het 2de bedrijf en de polonaise voor het stedelijke artistocratische milieu in het 3de bedrijf.

10. Het contrast tussen stad en platteland is één van de sleutels voor een goed begrip van de roman en de opera. Jevgeni Onegin is een dandy die helemaal doordrongen is van het Europees georiënteerde mondaine leven van Sint-Petersburg. Tatjana is afkomstig uit de klasse van de rurale grondbezitters en is aanvankelijk verknocht aan de eenvoud van het platteland.

11. Onegin, aan de buitenkant blasé maar diep binnenin gevoelig, heeft geen project in het leven. Alles verveelt hem. De verlegen Tatjana is nog één en al ontvankelijkheid. Ze identificeert Onegin als één van de romantische helden uit de romans die ze verslindt en ze valt als een blok voor hem.

12. Tegen de heersende, 19de-eeuwse conventies in schrijft Tatjana aan Onegin een liefdesbrief. Bij Tsjaikovski is deze briefscène één van de lyrische hoogtepunten van de hele opera.

13. Poesjkin toont zich afwisselend ironisch en empathisch tegenover zijn personages. Poesjkins ironie is in Tsjaikovski’s opera verdwenen. De grote verdienste van de componist is dat hij van de muziek zelf de eigenlijke verteller heeft gemaakt.

14. Tsjaikovski die een zwak had voor gevoelige en lijdende vrouwen heeft niet Onegin maar Tatjana tot hoofdpersonage van zijn Jevgeni Onegin gemaakt.

15. Poesjkins Jevgeni Onegin is al verschillende keren verfilmd. De beroemdste en recentste verfilming dateert uit 1999 met Ralph Fiennes als Onegin en Liv Tyler als Tatjana.


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter