PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Het Muziekinstrumentenmuseum ★★★★

dinsdag 29 december 2020mim Brussel

Het

Het Muziekinstrumentenmuseum in Brussel bestaat al sinds 2000. Toch heb ik er als muziekjournalist nooit eerder een stap binnengezet hoewel ik er bij mijn klim vanuit Brussel-Centraal over de Kunstberg naar het Koningsplein maandelijks verschillende keren langs kom. Prachtig art-nouveaugebouw die Old England, een voormalig warenhuis dat in 1899 werd gebouwd. Ideaal om een kiekje van te maken als toerist. En ja, ik herinner me toen ik voor het eerst die klim maakte dat ik net zoals enkele Japanners op een mooie lentedag gewoon hetzelfde deed: de voorgevel vastleggen op mijn smartphone. Wist ik veel welke muzikale meesterstukken daarbinnen te ontdekken zijn! Soms heb je dus een corona (semi-)lockdown nodig om het eigen kunstpatrimonium beter naar waarde te weten schatten en zaken te (her)ontdekken. Dat is in eerste instantie dé les die ik dit jaar geleerd heb. Naast het feit dat je handen uitgebreid wassen met zeep redelijk absurd is als je de kraan niet kan dichtdraaien met wat papier.

Ik zal dus maar meteen met de deur in huis vallen, het Muziekinstrumentenmuseum: ik verwachtte vooral uitleg over de klassieke muziekinstrumenten die deel uitmaken van een klassiek orkest, en links en rechts wat historische exemplaren en wat etnische zoals een bongo, djembé, of een conga.  Als je met zo’n lage verwachtingen naar het Muziekinstrumentenmuseum (mim) trekt, zal je al snel grote ogen trekken. Alleen al aan de balie reageerde ik tamelijk verbaasd toen ik als een van de allereerste bezoekers de gloednieuwe gids met audiofragmenten en tekstmateriaal mocht testen,  een gids die helaas het niet mogelijk maakt om te multitasken; tegelijkertijd een fragment beluisteren en iets lezen over het instrument zelf, is onmogelijk.

Dat er een tour is met alle fragmenten die samen twee uur duren, een tour die focust op Beethoven, en een topstukkentour, werd me al snel duidelijk. Even binnenspringen om het Muziekinstrumentenmuseum (mim) op een drafje te bezoeken, zou dus al snel uitdraaien op een bezoek van zo’n twee uur (ik ben dan ook het type museumbezoeker dat in tegenstelling tot de meerderheid die ik zie niet door een expo raast maar er van geniet om de tijd te laten stilstaan: lees ik neem mijn tijd om info op te nemen voor zover mijn veertig jaar oude hersencellen, waarvan er wellicht al enkele afgestorven zijn, het allemaal nog aankunnen).

Uiteindelijk volgde ik de route om alle topstukken te zien, maar als ik aan een instrument kwam dat niet in die lijst opgenomen was maar me wel danig interesseerde, dan tikte ik gewoon het nummer in van het instrument zoals het gecatalogeerd is bij het Muziekinstrumentenmuseum op het touchscreen van die gloednieuwe gids.

Bij elkaar staan er zowat 1.200 muziekinstrumenten uit de collectie van het mim tentoongesteld over vier verdiepingen. Het grootste deel van de collectie – maar liefst 7.900 stukken – zit in het depot. Om maar te zeggen dat we hier niet spreken over een blokfluit hier, een hobo daar, een klarinet ginder, een trompet links en een dwarsfluit rechts die je er enkel zou kunnen zien. Jazeker, die vind je er ook. Maar er is vooral méér. Veel meer. Unieke stukken en rariteiten. Gaat dat zien!

Bezoekers beginnen hun ontdekkingstocht op de eerste verdieping. Daar vinden ze de traditionele muziekinstrumenten met mechanische, elektrische en elektronische instrumenten. Onder andere een van de mondmuziekjes van Toots Thielemans, inclusief een foto van Belgiës bekendste jazzmuzikant die zijn eigen bijdrage leverde aan het genre door te fluiten of de mondharmonica te bespelen, vind je in een van de tentoonstellingskasten.

Een verdieping hoger merken bezoekers hoe de Europese aristocratie invloed had op de instrumentenbouw. Instrumenten werden deel van het meubilair, en gaandeweg zie je dat het compacter moest waar dat kon of zelfs geautomatiseerd zodat je geen bespeler van het instrument meer nodig had. Een van de topstukken omwille van zijn akoestische waarde (niet zelden zoals hier het resultaat van een experiment), en ook omdat het een bijzondere mechaniek heeft, is op deze verdieping de trombone met zeven bekers van Adolphe Sax die rond 1890 gedateerd kan worden en uit Parijs afkomstig is. (zie foto bovenaan dit artikel) Elke klankbeker die beschikt over een eigen luchtbuis kan een van de zeven grondtonen laten horen.

“The typewriting machine when played with expression is no more annoying than the piano when played by a sister or near relation.” – Oscar Wilde

Op de vierde verdieping, daar keek ik mijn ogen uit. In mijn jeugd heb ik een attest van de hogere graad deeltijds kunstonderwijs behaald samen met mijn ASO-diploma (achteraf bekeken vind ik het te gek voor woorden dat ik full time ASO onderwijs genoot in mijn jonge jaren en daar nog eens deeltijds kunstonderwijs bovenop deed). Zowel in de lagere, middelbare als hogere graad bleef ik trouw aan het instrument dat ik al op jonge leeftijd (ik was zeven) koos: de piano. De vierde verdieping van het Muziekinstrumentenmuseum staat vol klavieren waaronder een zeldzaam en dus kostbaar stuk, een Bijbelregaal dat komt van Duitsland en uit de zeventiende eeuw dateert. In 1999 maakte Patrick Collon met ‘Manufacture d’Orgues de Bruxelles’ in Brussel een exacte kopie van het instrument zodat het bespeeld kan worden.  Dichtgevouwen ziet het instrument eruit als een dikke bijbel.

Dat het Muziekinstrumentenmuseum een volledige verdieping wijdt aan klavieren – dat zijn naam dankt aan het Latijnse ‘clavis’ wat zo veel betekent als ‘sleutel’ -  is terecht. Niet alleen omdat deze instrumenten in de middeleeuwen in de kerk en aan het hof te horen waren en nadien ook wijdverspreid geraakten. Veel jong gepensioneerden leerden immers in hun kindertijd geen blokfluit spelen zoals wij op school, wel deden ze dat op de melodica, een blaasinstrument met toetsen. Het is een van de kleinst denkbare klavieren, het grootste is met stip het kerkorgel.

In de achttiende eeuw vonden de eerste concerten plaats. In de negentiende eeuw gebeurde dat voor een steeds groter publiek. De pianobouwers, de piano is een door en door Europees instrument,  speelden daarop in door instrumenten te ontwerpen die krachtiger konden klinken en dus verder konden reiken. Zo ontstonden er na een tijd concerten voor piano, zonder orkest. Het gevolg: in de negentiende eeuw vond er een ware Listz-mania plaats die je kan vergelijken met The Beatlesmania uit de jaren ’60 of de Clouseaumania uit de jaren ‘80. Denk daarbij inderdaad ook aan hysterische en in zwijm vallende (jonge) vrouwen.

In 1878 bouwen de broers Edouard en Alfred Mangeot in Parijs een dubbele piano met gespiegelde klavieren. Juliusz Zarembski (1854-1885), een van Liszts favoriete leerlingen, was daar een grote fan van. Het zijn eigenlijk twee los van elkaar staande vleugelpiano’s die op elkaar gemonteerd zijn, met dat verschil dat het bovenste klavier rechts de bassen heeft en links de hoge noten en dus volledig gespiegeld is aan het onderste, normale klavier. Zarembski was er een grote fan van omdat elke hand zo qua tonen even veel mogelijkheden kreeg als de andere om te spelen. Een voordeel? Sommige partituren die voor twee piano’s geschreven waren, konden nu door één man of vrouw uitgevoerd worden. Of twee notenbalken tegelijkertijd lezen nog niet moeilijk genoeg was, ziet een partituur voor dit instrument eruit als een met twee keer twee notenbalken. De bovenste en de onderste notenbalk waren bestemd voor de linkerhand. De twee middelste voor de rechterhand. De broers Mangeot schonken dit instrument dat voorgesteld werd op de wereldtentoonstelling van Parijs in 1878 aan het Muziekinstrumentenmuseum. Het zou het enige exemplaar zijn dat nog bestaat.

Nog zo’n zeldzaam exemplaar is de klavecimbel met virginaal op de tweede verdieping. Tussen het einde van ze zestiende eeuw en dat van de zeventiende, behoorde de Antwerpse familie Ruckers tot de wereldtop van de bouwers van klavierinstrumenten. 13 Ruckers, klavecimbels en virginalen bezit het Muziekinstrumentenmuseum maar dit exemplaar springt er uit omdat het twee instrumenten in één is en daardoor uniek is.  

Met natte vingers rond de rand van met water gevulde glazen draaien zodat je verschillende tonen kan horen afhankelijk van hoe gevuld het glas is, wie heeft dat iemand niet eerder op een feestje of op straat zien doen? Dat kon makkelijker, ook al omdat water verdampt, werd geopperd en zo werd eind achttiende eeuw de glasharmonica geboren. Het concept? Glazen schalen die in elkaar passen werden aan het draaien gebracht met de voet. De muzikante, vaak bespeelden vrouwen het instrument, moest dan enkel nog de vingers nat maken en aan de rand van die schalen komen om zo muziek te maken. Het instrument werd een rage. In Wenen gebruikte de psychiater Franz Mesmer het om zijn patiënten onder hypnose te brengen. Mozart schreef er een Adagio in C (KV356) voor. Zelfs een kwintet voor glasharmonica, fluit, hobo, altviool en cello (KV617) is van zijn hand.

Na 1830 geraakte het instrument uit de mode, werd het als onpraktisch beschouwd en had het ook zijn reputatie tegen zich gekregen. Sommige speelsters kregen namelijk te kampen met psychische aandoeningen, bepaalde toeschouwers durfden soms hysterisch reageren of bewusteloos geraken bij het horen van de klanken die het instrument voorbracht, en ook bij vroeggeboorten en epileptische aanvallen werd met de vinger gewezen naar het instrument.

Het zijn maar enkele van de boeiende verhalen achter enkele niet voor de hand liggende instrumenten die een bezoekje aan het Muziekinstrumentenmuseum de moeite waard maken.

< Bert Hertogs >

Het Muziekinstrumentenmuseum is net als alle andere musea en expo’s enkel toegankelijk nadat u op voorhand uw tijdslot hebt gereserveerd. Voor het mim kan dat op: https://webshopkmkg.recreatex.be/Exhibitions/Register

Tickets kosten € 10 voor al wie tussen 19 en 65 is, € 8 voor zij die 65 of ouder zijn, en voor groepen van minstens 15 personen die op voorhand reserveren. Kinderen tot en met 18 jaar kunnen gratis binnen net als andersvaliden en hun begeleider. Er is ook een reductietarief van € 4 voor sommige studenten, voor werkzoekenden, leefloners, leden van bepaalde vzw’s of bezitters van een pers- of leerkrachtenkaart.


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter