PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Hergé Museum ★★★★1/2

dinsdag 12 januari 2021Herge Museum

Hergé

In 2009 opende het Hergé museum in Louvain-la-Neuve. Een gloednieuw gebouw werd daarvoor neergepoot door de Franse architect Christian de Portzamparc. Het gebouw refereert naar de vakjes die in de strips te vinden zijn. Het strakke ontwerp oogt nog steeds erg modern. Door de grote ramen en de kleurrijke inkomhal komt er niet alleen veel zonlicht in het gebouw, het ademt ook door de grootte van de ruimte die in verschillende volumes is onderverdeeld. Volumes die telkens voor een grote exporuimte staan. In maar liefst acht zalen wordt het ganse verhaal van Kuifjes bezieler uit de doeken gedaan. Voor alle duidelijkheid: het Hergé museum is dus niet louter een museum dat rond de wereldberoemde reporter Kuifje draait en zijn trouwe viervoeter Bobbie. 37 jaar na het overlijden van Hergé zou het grote publiek immers bijna vergeten dat hij meer is dan de geestelijke vader van Kuifje. Kwik en Flupke, de Brusselse ketjes die allerlei kwajongensstreken uithalen en Jo, Suus en Jokko, een opdracht voor het Franse jongerenweekblad Cœurs Vaillants, zijn bijvoorbeeld ook van zijn hand. De tekenaar was echter zelf nooit tevreden over die laatste reeks omdat de karakters (en dus ook zijn geestelijke vader) niet dezelfde vrijheid genoten waar Kuifje wel van kon profiteren.

Hergé, dat is Georges Prosper Remi, omgekeerd luiden zijn initialen RG. In het Frans wordt dat uitgesproken als Hergé. Zo heeft ie zijn kunstenaarsnaam gecreëerd. Op zijn achttiende gaat hij werken op de abonnementsdienst van de krant Le Vingtième Siècle. Op dat moment ontwerpt hij ook affiches, lettertypes enz. Hergé is een scoutsjongen geweest in zijn jeugd. In 1926 publiceert hij ‘De avonturen van Totor’ in Le Boy-Scout Belge. Die prentjes hebben onderaan een bijschrift. Het is dus eerder een geïllustreerd en geschreven verhaal met hier en daar een bescheiden vraag-of uitroepteken dan een strip. Pas na verloop van tijd experimenteert hij met tekstballonnen en tekens zoals sterretjes en golvende lijnen om beweging na te bootsen.

Op zijn 21ste mag hij de jongerenbijlage van de krant voor zijn rekening nemen. Die heet Le Petit Vingtième en zal op 1 november 1928 verschijnen. Op 10 januari 1929 zien Kuifje en Bobbie het levenslicht in die bijlage. Hergé die dus voor een krant werkt, bewonderde echte journalisten, de ware reporters onder hen. Het ideaal, zijn held, was dus reporter zijn, onderweg zijn. Een jaar later wordt voor hetzelfde medium Kwik en Flupke gecreëerd. De twee zijn Brusselse bengels uit de Marollen. Hergé zelf werd geboren in Etterbeek en is dus een echte Brusseleir. Zijn grootmoeder aan moederskant woonde in de Marollen waardoor hij ook een mondje Maroliens kon praten dankzij haar.  

Kenmerkend voor Hergés stijl is zijn gebruik van strakke lijnen die ook (semi)realisme uitademen (wat ook in het museumontwerp van de Portzamparc terugkomt). Hij schetst met potlood en gebruikt in zijn beginjaren zwarte Oost-Indische inkt voor alle platen die dan nog in zwart wit gepubliceerd worden.

Pas later, in 1942 vraagt uitgeverij Casterman om zijn oude strips in te kleuren. Wanneer hij 27 is ontmoet hij de Chinese kunststudent Zhang Chongren die met hem werkt aan de Blauwe Lotus.  Chongren heeft inhoudelijk en vormelijk grote impact op de striptekenaar. Hij zal betere research gaan doen voor zijn verhalen, die beter opbouwen en stereotiepe personages vermijden. Daarbij slaat ie dan al eigenlijk een verfijndere, kunstzinnigere richting uit en trekt hij resoluut de realistische kaart.

Zestien jaar voor de eerste maanlanding in realiteit plaatsvindt, laat Hergé Kuifje in een strip die uit twee delen bestaat (Raket naar de Maan uit 1953 en Mannen op de Maan uit 1954) met een raket naar de maan reizen. Toen de strip uitkwam was deze op zijn zachtst gezegd futuristisch, en deed het de lezers dromen van zo’n ongelooflijk avontuur. Maar bovenal tekende Hergé alles ook zeer realistisch.  De tekenaar deed dan ook grondige research. Alles moest wetenschappelijk correct en onderbouwd zijn, ook al was datgene wat Kuifje meemaakte op dat moment nog niet eerder in de realiteit gebeurd. Zo zien we bijvoorbeeld op enkele platen een zeer geloofwaardige raketlancering, hoe de toestand van gewichtloosheid in de ruimte er uit ziet, en hoe het wandelen op de maan eerder een soort springen is. In 1968 gaat hij met Vlucht 714, zijn 22ste album nog een stap verder en komt Kuifje terecht in een avontuur met buitenaardse wezens.

In 1960, Hergé is dan 53, geraakt hij geïnteresseerd in moderne kunst en volgt hij de drang van de reporter in hem die hij tekent in Kuifje door zelf te reizen waardoor hij zijn werktempo van de beginjaren wat vertraagt. In het Hergé museum hangt bijvoorbeeld een werk van Roy Lichtenstein. Uit foto’s blijkt dat Hergé pop art kunstenaar Andy Warhol ontmoet heeft. In 1972 was dat voor het eerst in New York. Hergé was daar op een internationale conferentie voor het stripverhaal. Op het einde van de allerlaatste zaal, voor je de exporuimtes verlaat, kom je een werk van Andy Warhol uit 1977 tegen die drie keer Hergé geportretteerd heeft in dezelfde stijl als zijn bekendste werk waarin Marilyn Monroes portret in verschillende kleuren vereeuwigd werd. In dat jaar bezocht Warhol Europa. Het werk is op Europese bodem gemaakt.

Kuifje en de alfa-kunst is Hergés 24ste Kuifje stripverhaal uit 1986 dat nooit afgewerkt is geraakt. De tekenaar begon eraan in de zomer van 1976 maar stierf in 1983 tijdens het productieproces. In de strip merk je de interesse die de striptekenaar had in moderne kunst al kon ie wel lachen met kunstkenners en -critici. In zijn schetsen/storyboards die doorgaans in potlood gemaakt worden, zien we hem deze keer ook grijpen naar rode en zwarte balpen. De slechterik van dienst in deze uitgave is gebaseerd op Fernand Legros, een kunsthandelaar en oplichter die in 1979 terechtstond.

Hergé werd door allerlei zaken beïnvloed. In De zwarte rotsen uit 1937 waart de geest van King Kong, het burleske, de slapstickhumor van de stomme film zien we dan weer in het duo Jansen en Janssen die qua looks geïnspireerd zijn op Hergés vader en diens tweelingbroer …

Het zijn maar enkele zaken die we onthouden uit de acht exporuimten die het Hergé Museum telt. In het eerste wordt stilgestaan bij de levensloop van Hergé. Zo zien we zijn eerste tekeningen van dieren waarmee hij onder andere zijn schoolschriftjes vol tekende. Vooral in het begin, wanneer hij jong is, houdt hij er een hoog productieritme op na door zijn drang om te scheppen. In het begin van zijn carrière combineert hij Kuifje met het maken van lettertypes en reclame. Dat zien we onder andere in de tweede zaal. De derde zaal zoomt in op de personages die uit zijn brein ontstonden. In de vierde zien we hoe Hergé’s Negende Kunst beïnvloed werd door de Zevende (de film) zowel o.a. qua sfeerschepping, thema’s als personages. Hoe alle wetenschappen aan bod komen in het werk van Hergé en Kuifje eigenlijk de eerste man op de maan genoemd mag worden, ontdekken de bezoekers in de vijfde zaal. Daarna wordt er stilgestaan bij de culturele diversiteit die in Hergés werk zit door de vele reizen die Kuifje onderneemt. Tot zijn veertigste deed Hergé alles alleen, daarna richtte hij Studio’s Hergé op om met andere tekenaars te werken aan onder andere het weekblad Kuifje waar hij artistiek directeur van was. Daarover worden bezoekers in de voorlaatste ruimte geïnformeerd waarna de achtste en laatste zaal stilstaat bij Hergés nalatenschap, zijn oeuvre en populariteit tot op de dag van vandaag.

Hoewel het uitermate interessante Hergé museum zich richt op families durven wij toch - gezien de eerder educatieve aard van de permanente expo - stellen dat kinderen vanaf 7 jaar zich hier het best thuis zullen voelen vermits het eerder een leer- dan een doe-museum is.

< Bert Hertogs >

Het Hergé Museum is alle dagen open behalve op maandag, 25 december en 1 januari.
Kinderen tot 7 jaar kunnen gratis binnen, kinderen tussen 7 en 14 jaar betalen €5, wie ouder is dan 14 betaalt het standaardtarief van €12. Er is ook een kortingstarief van €7. Alle prijzen zijn inclusief audiogids. Op de eerste zondag van de maand kan je gratis het museum bezoeken. Wie gebruik wenst te maken van een audiogids betaalt dan €5. Online een tijdslot reserveren, is verplicht. Dat kan op museeherge.com


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter