PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Rondom Mondriaan ★★★★1/2

zaterdag 2 april 2022Kunstmuseum Den Haag

Rondom

Nog tot en met 25 september 2022 kan je naar het Kunstmuseum in Den Haag naar Rondom Mondriaan, een overzichtstentoonstelling met werk van een van de grootste kunstenaars die Nederland kende. Het is precies 150 jaar geleden dat ie namelijk geboren werd dit jaar. Dé perfecte gelegenheid vormt dat om te tonen hoe Piet Mondriaans artistieke visie zich ontwikkelde, hoe hij beïnvloed werd door verschillende kunststromingen en kunstenaars en op zijn beurt zowel vroeger als nu nog generaties weet te inspireren.

Met 300 werken (bijna 200 werden er eigendom van Kunstmuseum Den Haag in 1971 dankzij een schenking van mecenas en verzamelaar Salomon B. Slijper met wie Mondriaan bevriend was), bezit Kunstmuseum Deen Haag de grootste collectie ter wereld van Mondriaan. Wat Rondom Mondriaan zo boeiend maakt is dat de expo het werk van Mondriaan in dialoog laat gaan met werk van andere, uiteenlopende kunstenaars zoals Bridget Riley, Fred Sandback, Rob van Koningsbruggen, Bob Bonies en Isa Genzken. Daardoor kan de toeschouwer verbanden zien.

Openen doet Rondom Mondriaan uiteraard met zijn eerste werken, en die waren, voor sommigen die enkel zijn abstract werk kennen, verrassend picturaal. Veel schilders begonnen met (zelf)portretten of landschappen te schilderen aan het begin van hun carrière. Bij Mondriaan was het niet anders, hij koos om landschappen op doek te vereeuwigen toen ie in 1895 net afgestudeerd was aan de Rijksacademie. Zijn eerste experimenten zien we dan met compositie, en later vanaf 1906 ook met lichtinval toen ie zich liet inspireren door het riviertje ‘Het Gein’ en het gebied errond. In Rondom Mondriaan zien we zijn ‘Landschap met bomen aan het Gein’ uit 1907 naast Willem Roelofs’ Plas bij Noorden dat dateert van rond 1882-1885 hangen. Mondriaan schilderde o.a. ook molens zoals in Oostzijdse molen in maanlicht dat van 1907 dateert. Maar hier is het vooral het contrast tussen de wat donkere, vaal bruine kleuren en het gelige licht van de maan dat opvalt.

(lees steeds verder onder de afbeeldingen)

Rondom Mondriaan
Piet Mondriaan, Oostzijdse molen in maanlicht, 1907. Kunstmuseum Den Haag

Vervolgens zou ie beïnvloed door het luminisme zijn donker palet inruilen voor heldere zoals magenta, helderblauw en lichtroze. Kleuren die voorkwamen in de kleurenleer van de Duitse schrijver Goethe waarmee hij voor het eerst in contact kwam in 1908 via theosoof Rudolf Steiner. De Duitser stelde dat kleur niet alleen voorkomt uit licht, maar ook uit duisternis zoals te zien is in Zonder titel uit 2012 van Frank Ammerlaan. Magenta zit daar als kleur tussen, wat ook mee verklaart waarom Mondriaan deze kleur vaak gebruikte in zijn luministische periode. Naast kleur focuste het luminisme ook op het contrast tussen verticaal en horizontaal die mee het spirituele, het onzichtbare of innerlijke tastbaar kon maken dat achter het uiterlijke schuilde. In Boerderij Landzicht dat rond 1905 dateert zien we Mondriaan een kleurenpalet hanteren dat doet denken aan Monets waterlelies. In Groot landschap dat uit 1907-1908 dateert verkent ie voor het eerst het kleurrijker palet. Vuurtoren bij Westkapelle uit 1909 doet qua pastelkleuren denken aan het werk van Seurat.

Op zijn veertigste veranderde Mondriaan zowel privé als professioneel van koers. In 1912 verbrak hij zijn verloving én sloot ie zich aan bij de kubisten zoals Braque en Picasso. Vaarwel realisme, welkom hoekige vlakken en lijnen die voorwerpen vanuit verschillende perspectieven tegelijkertijd weergeven en een opgeknipt nadien terug aan elkaar geplakt effect creëren. Rondom Mondriaan toont bijvoorbeeld Picasso’s werk Arlequin (Harlekijn) uit 1913 naast Mondriaans Compositie bomen 2 uit 1912-1913. Het gevolg is dat je in Mondriaans werk twee gezichten herkent maar géén bomen. Germaine Kruips Counter-Shadow uit 2008 is een hangende sculptuur dat geen voor- of achtergrond kent. De hanger doet denken aan een boot en is duidelijk driedimensionaal, maar de schaduw die het werpt op de muur suggereert een vierkant waaruit stukken zijn genomen.

In 1917 richtte Mondriaan, van Doesburg, van der Leck en anderen de beweging de Stijl op. Ze heffen de achtergrond op, kiezen voor speelse geometrische vlakken, dynamische composities en ritme. In Gerrit Rietvelds Rood-blauwe stoel dat in 1919 ontworpen werd en uitgevoerd voor Truus Schröder rond 1950 is de vorm tot de essentie teruggebracht. De stoel zit licht ongemakkelijk. "Zitten is een werkwoord", zei de architect daarover. Het voorwerp is in feite zowel sculptuur als meubel. De primaire kleuren voegde Rietveld trouwens pas later toe.

Rondom Mondriaan
Piet Mondriaan, Compositie met gele lijnen, 1933. Kunstmuseum Den Haag

Drie jaar later koos Mondriaan voor de leegte wat te zien is in Compositie met gele lijnen uit 1933 bijvoorbeeld waarin je als toeschouwer zelf de gele lijnen doortrekt en een vierkant ziet terwijl dat er in feite niet zo is. De kunstenaar slaagt er dus in om het onzichtbare invoelbaar te maken via primaire kleuren en horizontale en verticale lijnen.  Al wat overbodig was, werd overboord gegooid. Let daarbij ook op Compositie met rood, geel, zwart, blauw en grijs uit 1921. Ook daar meen je te zien dat de zwarte strepen doorlopen tot het einde van het kader. Maar ook daar neemt je gewaarwording een loopje met de realiteit. Je hersenen maken het beeld af, ook al is het dat niet.

Rondom Mondriaan
Piet Mondriaan, Victory Boogie Woogie, 1942-1944 (New York). Bruikleen van ICN, Amsterdam

Victory Boogie Woogie dat uit 1942-1944 dateert (sinds 1998 in permanente bruikleen gegeven aan het museum door de Staat der Nederlanden), is Mondriaans laatste werk dat onafgewerkt bleef. Hij maakte het in 1940 in NY toen ie gevlucht was uit Europa voor de Tweede Wereldoorlog. Deze verzameling vlakken ademt muziek uit, ritme, het bruisende leven van de metropool in de VS waar hij zich als bijna zeventigjarige aan laafde. Voor dit werk maakte ie gebruik van gekleurde stukjes tape. Zo kon ie veel sneller werken. De kunstenaar was er bijna twee jaar mee bezig, vooral dan in de laatste dagen voor hij stierf. Dit werk is dynamischer en vitaler dan al het voorgaande.

Mondriaan danste graag. Zijn interesse in moderne muziek, dat minder focust op melodie maar wel op ritme zoals in de jazz, is evident. Hoe abstracter muziek was, hoe dichter het aanleunde bij zijn eigen overtuigingen als schilder. Ruis, of elektrische tonen die een theremin bijvoorbeeld kon produceren, daar was hij fan van net als de bruiteurs (lawaaimakers) van de futurist Luigi Russolo uit 1921. Deze soms elektrisch aangedreven instrumenten konden sissen, ratelen, knallen, gieren, ruisen en schreeuwen.

Met van Doesburg brak Mondriaan en dat omdat die eerste in kruisende diagonalen een spanning zag, een dynamisch beeld zeg maar terwijl Piet Mondriaan als neo-plasticist zwoer bij de tegenstelling tussen horizontaal (passief) en verticaal (actief). Die tegenstelling zien we goed in het werk Hamer en zaag (Stillevencompositie) van Vilmos Huszár dat dateert van rond 1917. De verticale vlakken geven de beweging van de hamer weer, en de horizontale die van de zaag. De toeschouwer kan in gedachten deze bewegingen invoelen door de vlakken in het schilderij als een 'partituur' te lezen. Theo van Doesburg was dan ook fan van dit werk omwille van de fysieke uitwerking die het heeft.

Rondom Mondriaan
Gino Severini, Blauwe Danseres, ontwerp 1912, uitvoering ca. 1951. Kunstmuseum Den Haag

In Contra-compositie van dissonanten XVI uit 1925 ging van Doesburg met zijn diagonalen dus tegen de principes van De Stijl in. De kunstenaar vond zijn inspiratie bij de dans die volgens hem de meest dynamische expressie van leven is. Ook de futurist Severini was gefascineerd door de dynamiek van vrouwelijke dansers en hun wapperende jurken. Hij vergeleek de beweging en glinstering ervan (vooral wanneer er pailletten op de kleding zaten) onder andere met de zee. In Blauwe danseres dat ie in 1912 ontwierp en rond 1951 uitgevoerd werd, valt een gefragmenteerde danseres samen met golvend water. In Rotoreliefs uit 1965 gebruikt Marcel Duchamp  ronde prenten die doen denken aan grammofoonplaten. In het Kunstmuseum Den Haag draaien die om het half uur drie minuten, precies 33 keer per minuut waardoor de indruk ontstaat dat het platte vlak driedimensionaal wordt.

Straf dus dat er een breuk kwam tussen Mondriaan en van Doesburg rond een werk dat schatplichtig is aan de dans qua kunstvorm. Mondriaan was immers zelf een fanatieke danser. Zo herkende hij in 1925 in Josephine Bakers soepele uitvoering van de charleston zijn eigen artistieke streven naar dynamisch evenwicht door tegenstelling. Mondriaan was trouwens lang niet de enige kunstenaar die geïntrigeerd geraakte door haar. Ook onder andere de Amerikaanse kunstenaar Alexander Calder bleek dat te zijn.

< Bert Hertogs >

Meer info en tickets over Rondom Mondriaan: kunstmuseum.nl


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter