PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Aquarius

dinsdag 9 juni 2009Vlaamse Opera Antwerpen

Aquarius

“Is het een opera of muziektheater?” vraagt intendant Aviel Cahn zich na de première van Aquarius af. Heus wel een interessante denkoefening. Tijdens deze voorstelling werd immers beroep gedaan op Warre Borgmans die op basis van de theatertekst “Zelfportret” van Karel Goeyvaerts tekst toevoegde aan deze opera. Op die manier wordt de toeschouwer een blik gegund hoe de componist van het werk naar kunst keek. De rij van Fibonacci, de Gulden snede, gewoon handelen versus acteren, alles terugbrengen tot de essentie, zijn enkele zaken die aan bod komen.

Wat we te zien krijgen is iets dat het midden houdt tussen een concertante opera (het orkest staat op het podium), muziektheater (Warre Borgmans vertelt) en videokunst (tijdens de voorstelling worden woorden en klanken geprojecteerd, alsook kindertekeningen, en zien we videobeelden van het koor).  Visueel houdt dat de aandacht van de toeschouwer voldoende. Jammer dat het podium niet lichtjes stijgt of in trapvorm is. Daardoor krijgt de parterre voor deze voorstelling eigenlijk het minst goede zicht. Wanneer sommige muzikale passages zich vooral achter de strijkers voordoen, zien we hen niet vanop de vijfde rij. Goeyvaerts gebruikt trouwens zeer goed de muzikale ruimte. Sommige passages gebeuren vooraan (bij de strijkers van het orkest) andere achteraan (percussie, piano, houtblazers en xylofoon). Ook horen we af en toe een violiste solo helemaal links erbovenuit komen.

Aquarius gaat over het op zoek gaan naar een nieuwe wereldorde, een nieuwe harmonie. Die zal er zijn wanneer we in een nieuw astrologisch tijdperk belanden, dat in het teken staat van de Waterman, denkt Goeyvaerts. Een wereld die zal veranderen vanuit een monotheïstisch beeld wat we nu kennen, naar een meer technische wereld, waar pure democratie regeert en mensen moeiteloos hun beide hersenhelften tegelijk hebben leren aanspreken.

Muzikaal hanteert Goeyvaerts een taal die er enerzijds geen is. De componist doet immers beroep op losse klanken, fonemen, die hier en daar gebaseerd zijn op bestaande woorden en dus klinken als, maar eigenlijk geen betekenis hebben. Pas naar het einde van het eerste bedrijf en in het tweede bedrijf ontstaan uit die losse klanken, woorden, die zinnen maken in verschillende talen. Een huzarenstukje voor het koor, om alles perfect getimed te zingen. Verder horen we vooral de strijkers aan het werk, xylofoon, piano en percussie. De partituur is behoorlijk dynamisch. Met veel energie zien we de contrabassisten hun instrument aanstrijken in het eerste bedrijf. Iets later wordt de sfeer rustiger, en is het alsof we naar een “day after”- sfeerzetting luisteren na een conflictueuze toestand. Het maakt deze partituur ook zeer afwisselend, en filmisch op bepaalde vlakken. Maar indien je de verteller zou weglaten, en geen voorkennis zou hebben, weet je niet waarnaar je luistert. Borgmans betrekken in deze opera was dus een welgekomen keuze. Al blijft ons niet alles duidelijk. Vraag is of dat hoeft.

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter