PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie Balletmenu: Forsythe | Dawson | Mrozewski | Stewart

vrijdag 4 februari 2011Vlaamse Opera Antwerpen

Balletmenu:

Twee nieuwe creaties kenden hun wereldpremière in de Vlaamse Opera. Die wisten ons het meest van al te bekoren. Amarant van Mrozewski en Object van Stewart. Beide choreografieën vielen in de smaak bij het premièrepubliek en ook bij ons. In Object schittert het ganse corps de ballet in een strakke lijnvoering, Amarant is dan weer poëzie ten top met een prachtig en complex duet tussen Altea Nuñez en Wim Vanlessen. Maar let u ook op de indrukwekkende Belgische Joëlle Auspert die al haar emotie legt in haar gezichtsexpressie en beweging: de radeloosheid en een “wat gebeurt er hier met mij”- expressie wanneer 4 dansers haar om een gunst lijken te vragen en haar optillen, toont ze op indrukwekkende wijze. Vooraleer het Ballet van Vlaanderen deze nieuwe werken op de toeschouwer los liet, serveerde de compagnie New Sleep van Forsythe, dat het Ballet van Vlaanderen 3 jaar geleden ook al bracht en Faun van Dawson.

Forsythe’s New sleep dateert van de jaren ’80. De soundtrack van Tom Willems verraadt dat ergens. In dit ballet van één bedrijf combineert Forsythe dans met theatrale elementen: een personage heeft een kegelhoed op, een ander een afstudeerhoedje. Een van de figuren toont zich ook een sterk mime-speler. Een plant lijkt een onderzoeksobject. Het uit de pot halen ervan, is en huzarenstuk. “Wat is onderwerp, wat lijdend voorwerp?” vragen we ons af wanneer twee dansers van links naar rechts elk een doek ontvouwen met “Dog” op, waarbij de ander “Eat” toont. De “hond” verschuift dan een positie naar rechts. Zo gaat dat door tot het duo van het toneel is. Ballen rollen van links naar rechts, één danser wordt onthoofd - of beter - ontbalt. Er wordt gekropen, gegleden en zelfs op een houten plank met wieltjes over het podium gerold. Een ijzersterk lichtplan met zeer veel variaties tussen volgspot en zijlicht, geven je als toeschouwer een nog verwardere indruk omdat er zo veel gebeurt op scène en je zo gestuurd wordt om te zien wat Forsythe wil dat je ziet en niet ziet. De veelheid aan complexe bewegingen, ook deze die niet uitgevoerd worden in het spotlight, maken dat je als toeschouwer niet weet wat je precies op je bord gekregen hebt. Was het een droom of toch iets clownesk?. Het werk baadt dus in een zekere mysterie. Het publiek twijfelt want kon de boodschap nauwelijks coderen. Het applaus is dan ook navenant en zeer ingehouden.

“Faun” van Dawson is een bewerking van Nijinsky’s L’après midi d’un faun(e). Een duet van twaalf minuten krijgen we te zien tussen Alain Honorez en Wei Chen in een kale omgeving. Geen zij-of achterdoeken dus. Neen, we krijgen de achterwand en ruit van de opera te zien naast een vleugelpiano waaraan de Italiaanse pianiste Irene Russo live de muziek van Debussy brengt. Het zal de enige dans zijn op live muziek van de avond. De sierlijkheid van de mannen valt al meteen op. Beiden mogen hun gracieuze kunnen tonen in vele draaibewegingen. Honorez begint solo, Chen komt er later bij. De titel verwijst naar een mythologisch wezen. Honorez wijst de weg aan zijn mannelijke tegenspeler. Hij stapt weg. De ander danst nog door terwijl het doek naar beneden gaat.

Schoonheid en verval, dat duale, is de rode draad doorheen Amarant van Mrozewski. Decor en kostumering zijn gebaseerd op de foto “Pink Chamber” van Andrew Moore. Het theaterdoek achteraan geeft inderdaad een print weer die sterk lijkt op de balkonschildering van de foto. Het kleurgebruik verwijst ook naar de titel van de voorstelling, een bloem. Van de waaier van 4 creaties, is dit hoogstwaarschijnlijk de meest poëtische. Met een knappe strijkerspartij met enkele kopers die uit het brein van Robin Rimbaud kwam, opent de dans. Rimbaud baseerde zich op barokke harpsichordmuziek en nummers van Mendelssohn. Ook deze creatie vergt een ontzettende techniek van de dansers. Bij de eerste sectie van 10 korte, smakt een ballerina op haar buik tegen de grond. Het publiek is even van slag. Ook wij hebben moeite om terug de draad op te pikken met de voorstelling. Centraal in de korte secties staat een duet met duidelijke klassieke elementen in tussen Altea Nuñez en Wim Vanlessen. Mrozewski kiest verder ook voor een duidelijke diagonale lijnvoering, en contrasteert sterk met de andere choreografieën van deze avond door de verticale lijn (hoog-laag) sterker te benadrukken in een prachtige rol voor Joëlle Auspert in lichtroze jurk. De trekken op haar gelaat tonen een tristesse een radeloosheid terwijl ze getrokken wordt tussen verschillende mannen en omhooggetild wordt. Op de pointes wordt een danseres over het podium geschoven. Vanlessen mag ook even solo dansen en mag er op zijn zij vallen. Het geheel oogt prachtig, de muziek wisselt knap af van stemming, zo ook de choreografieën die vol emotie zitten en het sterkst van al tot uiting komen bij Auspert. Het meest emotionele werk van de 4, dat weet te raken.

Groter kan het contrast met “Object” van Garry Stewart niet zijn. In klinisch blauw tooit hij zijn dansers die op een soundscape van een schurend, krakend metaalachtig geluid aan de voorstelling beginnen. Het doet wat denken aan het geluid van de zinkende en brekende Titanic. Zoals de titel al doet vermoeden, herleidt de choreograaf alles tot pure objecten en lijnen. De dansers zijn objecten, worden mens, om nadien terug te eindigen als objecten. De lijnvoering die hij hanteert is uiterst strak. Een lichtbundel toont een driehoek, later een strakke witte lijn. Een mechanische indruk krijgen we wanneer 7 dansers op rij synchroon met gestrekte armen een choreografie brengen. Later zien we een levende machine aan het werk, waar iedereen constant een beweging herhaalt. Er wordt geduwd zodat een danser op zijn zij valt. Later worden er 3 in zwart gehulde dansers van verschillende grootte op een rij en worden hun armen door korte en strakke bewegingen in rechte posities geplaatst alsof het paspoppen zijn. Courtney Richardson mag hun stijve armen als een ballet barre gebruiken en met Joseph Hernandez een knap duet brengen.

Met het Balletmenu toonde het Ballet van Vlaanderen diverse stijlen aan te kunnen, iets waarvoor artistiek directeur Katryn Bennets haar compagnie in haar dankwoord prees. De vier producties samen duren zo’n 90 minuten. We vinden het dan ook een wat ongelukkige keuze dat tussen elke creatie een pauze van 20 minuten werd gehouden. Zo veel tijd heeft een podiumwissel écht niet nodig, zeker niet tussen “New sleep” en “Faun”, waarbij die laatste slechts 12 minuten duurt. Waarom niet gewoon (zoals we bij opera wel eens zien) het zaallicht half dimmen en na enkele minuten meteen starten met de volgende choreografie? Onze voorkeur ging – u voelt ons al aankomen – naar de nieuwe creaties van Mrozewski en Stewart. En we noteerden dat vooral Joëlle Auspert ons wist te raken tijdens Amarant.

< Bert Hertogs >

New Sleep:


© Costin Radu


© Costin Radu


© Costin Radu

Faun(e):


© Costin Radu


© Costin Radu

Amarant:


© Costin Radu


© Costin Radu


© Costin Radu

Object:


© Costin Radu


© Costin Radu


© Costin Radu


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter